Paleis der Natie | Hoe Biden zelfs de Catilinarische redevoeringen van Cicero tot hulpeloos gemompel kan herleiden
Retorisch talent is schaars in de Wetstraat. In de Amerikaanse politiek is redenaarskunst van kapitaal belang. President Joe Biden stond helaas niet vooraan toen dat talent werd uitgedeeld.
De Amerikaanse journalist James Fallows schreef de redevoeringen van president Jimmy Carter, niet meteen een woordkunstenaar. Fallows vergeleek zijn werk met dat van de leraar tapdansen van president Franklin Roosevelt, die zoals bekend door kinderverlamming in een rolstoel eindigde. Zo moet ook de schrijver of schrijfster van de tekst die president Joe Biden afgelopen woensdag in het Oval Office van de autocues aflas zich hebben gevoeld. In zijn televisietoespraak probeerde de president aan de kijkers uit te leggen waarom hij zich terugtrok uit de presidentsverkiezingen. Hij kwam daarbij soms moeilijk uit zijn woorden.
Biden was nooit een groot redenaar. In 1987 werd hij er tijdens de Democratische voorverkiezingen op betrapt passages te hebben geleend uit een speech van de Britse Labour-leider Neil Kinnock - wel een begenadigd spreker. Dat was een roekeloze keuze van Biden, omdat de toespraak, die Kinnock gaf tijdens een partijcongres, in alle Engelse speechanthologieën staat.
De aankondiging van Biden had iets tragisch. Hij beweerde te hebben besloten ‘de toorts van de democratie’ door te geven aan de jongere generatie. Terwijl zijn toehoorders perfect geïnformeerd waren over de manier waarop hij aan de kant was geduwd door de grote geldschieters van de Democraten en door partijkopstukken als oud-president Barack Obama en de gewezen voorzitster van het Huis van Afgevaardigden Nancy Pelosi, om de partij voor een electorale ramp te behoeden.
Maandenlang hebben de Democraten de geruchten en toespelingen op het onzekere, soms warrige optreden van Biden afgedaan als stemmingmakerij en nepnieuws uit het kamp van zijn Republikeinse uitdager Donald Trump. Tot het televisiedebat met Trump duidelijk maakte dat de president vaak moeilijk uit zijn woorden kwam en geregeld de draad van het gesprek verloor.
Weinigen luisteren nog naar Biden
In de Verenigde Staten worden verkiezingen veelal gewonnen door wie het meeste geld heeft. De grote geldschieters van de Biden-campagne, die graag waar voor hun geld willen, haakten af. De mislukte aanslag op Trump deed de opiniepeilers overuren draaien. Biden raakte ver achterop. Enkele dagen later werd vicepresident Kamala Harris, die tot dan erg discreet was gebleven, door haar partij als presidentskandidaat opgevorderd. Biden had afgedaan.
Toen hij de plannen aankondigde die hij tijdens de laatste zes maanden van zijn presidentschap wil realiseren, luisterden weinigen nog. Wat Biden denkt over Oekraïne of over de oorlog in Gaza is plots van mineur belang. Ook al omdat hij zijn boodschap nauwelijks nog coherent geformuleerd krijgt. Biden kan dezer dagen zelfs de Catilinarische redevoeringen van Cicero tot hulpeloos gemompel herleiden. Volgens de onvolprezen Peggy Noonan, die de pen vasthield voor een aantal geruchtmakende toespraken van Ronald Reagan alvorens ze als columniste aan de slag ging bij The Wall Street Journal, kan de briljantste speech worden verknoeid door een mediocre spreker.
In de Wetstraat is retorisch talent schaars geworden. Bart De Wever heeft het talent, maar zijn grote politieke toespraak moet hij nog houden.
In de Wetstraat is retorisch talent schaars geworden. Een van de laatste klassiek geschoolde sprekers was Leo Tindemans, en dat is alweer een tijd geleden. N-VA-voorzitter Bart De Wever heeft dat talent, maar zijn grote politieke toespraak moet hij nog houden - mogelijk doet hij dat als federaal premier, als hij die kans krijgt.
Grofgebekte Texaan
In het Amerikaanse politieke bedrijf heeft retoriek altijd een belangrijke rol gespeeld. John F. Kennedy heeft daar ook een politiek entertainmentgehalte aan toegevoegd. Elke grote president heeft oratorische hoogtepunten waarnaar nog altijd wordt verwezen. Zoals de inauguratietoespraak van Kennedy, die zijn adviseur en speechschrijver Ted Sorensen helemaal had afgestemd op de cadans van de beroemde Gettysburg Address van Abraham Lincoln. Intussen wordt ook de eerste overwinningstoespraak van Barack Obama door politieke schriftgeleerden onderwezen.
Voor wie zich nog de jaren 60 voor de geest kan halen, roept de aftocht van Biden herinneringen op aan het politieke einde van president Lyndon B. Johnson. Hij was vicepresident toen Kennedy op die fatale 22 november 1963 in Dallas werd neergeschoten. De foto van Johnson die de presidentiële eed aflegde in de Air Force One, die het stoffelijk overschot van de vermoorde president naar Washington vloog, ging de wereld rond. Tot dan werd Johnson door de Kennedy-clan genegeerd. Vooral Robert Kennedy haatte de soms grofgebekte Texaanse senator, die door zijn broer als running mate aan boord was gehesen om stemmen te winnen in de zuidelijke staten. Eens JFK in het Witte Huis zat, werd Johnson constant buiten beeld gehouden.
Tot grote verbazing van de buitenwacht ontpopte Johnson, die bij de meest gewiekste senatoren van Washington hoorde, zich tot een van de grootste naoorlogse presidenten. Zijn sociale verwezenlijkingen, samengebald in The Great Society - een wettenprogramma met onder meer de ziekteverzekering Medicare en een forse onderwijsfinanciering - zette hij in 1964 in met een begeesterende rede voor de universiteit van Michigan in de stad Ann Arbor.
Bedenker van de omschrijving The Great Society en auteur van de toespraak was de journalist en toneelauteur Richard Goodwin. Die behoorde eigenlijk tot de Kennedy-clan en zou zich later wegens de oorlog in Vietnam tegen Johnson keren. Maar eerst zou hij nog een ander retorisch meesterwerk afleveren: de We Shall Overcome-toespraak, waarin Johnson op 15 maart 1965 het Amerikaanse Congres de Civil Rights Act voorlegde. Die wet verbood alle vormen van discriminatie en rassenscheiding en maakte een einde aan de tergende eisen die aan Afro-Amerikanen werden gesteld om zich als kiezers te registreren.
Richard Goodwin, de speechschrijver van Lyndon B. Johnson, leverde met de We Shall Overcome-toespraak een retorisch meesterwerk af. Na de speech werd de Amerikaanse president opgebeld door een ontroerde Martin Luther King.
Eerlijke overheid
De speech van Johnson kwam er nadat in Selma (Alabama) protestmarsen van Afro-Amerikanen op dodelijke wijze uit elkaar waren gedreven. In het boek 'Remembering America' vertelde Goodwin dat Johnson na zijn toespraak werd opgebeld door een ontroerde Martin Luther King. Die had twee jaar eerder voor honderdduizenden betogers in Washington zijn beroemde ‘I have a dream’ uitgesproken. King vond het ironisch dat uitgerekend een blanke politicus uit een zuidelijke staat zijn droom deed uitkomen.
Goodwin was niet de auteur van de ontroerende toespraak waarin Johnson - die nochtans de eerste voorverkiezing had gewonnen van Eugene McCarthy - op 31 maart 1968 aankondigde zich niet herkiesbaar te stellen. De oorlog in Vietnam, die door zijn voorganger was ingezet, verdeelde het land en had zijn politieke geloofwaardigheid gekraakt. Enkele maanden na Johnsons aankondiging werd Martin Luther King vermoord, wat later ook Robert Kennedy. Er begon een nieuwe tijd, die van de Republikein Richard Nixon, die in zijn inauguratiespeech aankondigde: ‘De tijd is gekomen voor een eerlijke overheid in de Verenigde Staten van Amerika.’ Dat hebben we geweten. Een eerlijke overheid is ook wat Donald Trump belooft.
Meest gelezen
- 1 Tesla ziet verkoop in België met twee derde terugvallen
- 2 Familieman Willy Naessens schonk ook twee externen het vertrouwen voor zijn opvolging
- 3 Democratische overwinning in Wisconsin is tegenslag voor Trump en Musk
- 4 De Wever heeft nog altijd geen akkoord over hoger defensiebudget
- 5 Loopbaancheques voor heel april in 7,5 minuten de deur uit