Vivaldi en co. laten kwalijke budgettaire erfenis na
De afwezige begrotingsdiscipline van de voorbije jaren maakt de sanering van de overheidsfinanciën die Europa oplegt extra zwaar.
Het burgerlijk wetboek in ons land voorziet in de mogelijkheid om een erfenis te verwerpen. In de politiek kan dat echter niet. De volgende federale en regionale regeringen worden dus opgezadeld met de niet zo fraaie budgettaire nalatenschap van de vorige bewindsploegen: aanzienlijke begrotingstekorten en heel wat schulden. Daarmee moeten ze aan de slag.
Ze moeten bovendien tegemoetkomen aan de eis van Europa om de overheidsfinanciën te saneren, volgens een afgesproken pad met klare doelstellingen.
Tijdens de coronapandemie en dan de energiecrisis had Europa zijn begrotingsregels versoepeld. Dat moest de lidstaten de ruimte bieden om bedrijven en gezinnen financieel bij te springen en zo een ineenstorting van de economie te vermijden. België heeft dat ook gedaan, en terecht.
Maar – en die kritiek is al eerder geformuleerd – de steun was te weinig selectief en heeft te lang geduurd. Daardoor is de budgettaire kostprijs van de steun hoog. Bovendien hebben de Belgische beleidsmakers, in tegenstelling tot wat andere Europese lidstaten deden, nagelaten de begroting recht te trekken toen de crisis voorbij was.
Volgens de Europese Commissie heeft België in 2024 het op een na hoogste begrotingstekort in de Europese Unie. Alleen Slovakije doet slechter. Bovendien stijgt de schuldgraad nog, in tegenstelling tot de trend in andere landen. De Belgische staatsschuld bedraagt al meer dan 100 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
Andere overheidsuitgaven schrappen om investeringen te kunnen doen, ligt in België moeilijk. En structureel hervormen nog meer.
In de federale regering maakt geen enkele partij er zich druk over. Op budgettair wangedrag staan geen sancties, en Europa houdt de rode kaarten even op zak. De kiezers tillen er evenmin zwaar aan. Ze verkiezen een tekort op de begroting boven het verhogen van de belastingen of het snijden in subsidies, wat hen in hun portemonnee zou raken.
Alleen externe druk van de financiële markten - dat bleek eerder al - kan de regerende politici tot een grotere begrotingsdiscipline aanzetten. Of een internationale instantie die boetes kan opleggen. En dat staat nu te gebeuren.
De Europese ministers van Financiën hebben nieuwe begrotingsregels afgesproken die de lidstaten zullen moeten respecteren. Die zijn minder rigide dan de oude regels - die opgeschort waren - en laten meer uitzonderingen toe voor lidstaten die zwaar investeren of die structureel hervormen. Maar andere uitgaven schrappen om investeringen te kunnen doen, ligt in België moeilijk. En structureel hervormen nog meer.
Op veel clementie hoeft België dus niet te rekenen. Als het Europa menens is met de nieuwe regels en als ze die doet respecteren, moet ons land de komende jaren een begrotingsinspanning realiseren van om en bij 30 miljard euro. Alleen Slovakije staat voor een nog zwaardere opdracht. Tegelijk zijn er grote uitdagingen die in België aangepakt moeten worden, zoals de vergrijzing, de strijd tegen de klimaatverandering en inzetten op een sterkere defensie.
De komende bewindsploegen krijgen het extra moeilijk omdat de beleidsmakers de voorbije jaren onvoldoende gedisciplineerd zijn omgesprongen met de overheidsfinanciën. Dat mag hen zwaar worden aangerekend.
Meest gelezen
- 1 Hoe groot zijn de verschillen tussen onderwijzers en werknemers?
- 2 'Markt onderschat groei bij D'Ieteren, Sofina en Brederode'
- 3 IT van de Vlaamse gemeenten komt in Canadese handen
- 4 Wie betoogt voor de kinderen die de pensioensneeuwbal mogen vangen?
- 5 Financieel vermogen van de Belgen met 1.252 miljard euro op hoogste peil ooit