Strenger onderwijs
De N-VA, Vooruit en CD&V trekken meer geld uit voor onderwijs, maar worden ook strenger voor ouders en kinderen. Meer nadruk op het Nederlands als onderwijstaal is daarbij terecht fundamenteel.
Het is dan toch gelukt, twee weken voor de lokale verkiezingen is N-VA, CD&V en Vooruit er dan toch in geslaagd om een akkoord te bereiken.
Het budgettaire carcan was dan wel al even afgeklopt, de ideologische discussies over een strengere aanpak op onderwijs, religieuze tekenen in openbare functies en politieke vernieuwing bleken de zware laatste loodjes. Een van de thema's waarvan de contouren zich vrijdag wél al vrij helder aftekenden, is onderwijs.
Wat daar vooral opvalt, is de strengere toon. Dat begint bij de ouders. Ze zullen voortaan de schoolbonus en de schooltoeslag kunnen verliezen als ze hun plichten niet nakomen in de schoolloopbaan van hun kind. Voorbeelden zijn herhaaldelijk schoolfacturen niet betalen of niet in staat zijn op een elementair niveau met de school in het Nederlands te communiceren.
Ouders moeten binnen de tijdspanne van een jaar ingeschreven zijn voor een cursus Nederlands en kunnen bewijzen dat ze die effectief volgen. Al zal diezelfde Vlaamse regering dan wel moeten zorgen dat het aanbod van die cursussen voldoende is, en dat er genoeg leerkrachten zijn om lessen Nederlands aan anderstaligen te geven.
De vraag of het middel - financieel sanctioneren van ouders - wel het juiste is, mag dan worden gesteld, het doel is alleszins het juiste. Een goede kennis van de onderwijstaal Nederlands is fundamenteel. Er mag daarbij van overheidswege best wat meer dwang uitgaan.
Ook voor de leerlingen is er meer aandacht voor de kennis van het Nederlands. Er komen minimumdoelen voor kleuters. Later in de schoolcarrière moet er weer meer aandacht voor het schrijven van het Nederlands komen. De Vlaamse regering wil een keurmerk voor kwaliteitsvol lesmateriaal, en pure invulboeken horen daar niet bij.
De vraag of het middel - het financieel bestraffen van ouders - wel het juiste is, mag dan worden gesteld, het doel is alleszins het juiste. Een goede kennis van de onderwijstaal Nederlands is fundamenteel. Er mag daarbij van overheidswege best wat meer dwang uitgaan. Een regio als de onze moet het helemaal hebben van een kenniseconomie, en net die kennis is in Vlaanderen bij onze scholieren schrikbarend achteruit aan het gaan.
Olifant in de kamer
Er moet namelijk véél veranderen in het onderwijs om de kwaliteit weer op te krikken. Dat te veel anderstalige kinderen die het Nederlands niet voldoende machtig zijn in een klas veel druk zetten op de kwaliteit, is daarbij een olifant in de kamer. Onvoldoende kennis van het Nederlands betekent ook een achterstand voor de kennisoverdracht bij elk ander vak. Het onderwijsbeleid heeft dit te lang onbenoemd gelaten en niet streng genoeg aangepakt.
Onderwijs krijgt ook een ferm grotere enveloppe - zo'n 500 miljoen euro meer. Een flinke hap daarvan gaat naar de loopbaan van leerkrachten en meer digitaal lesmateriaal. Daar moét op een dwingende manier kwaliteitswinst tegenover staan. Anders is het een slag in het water voor misschien wel de belangrijkste bevoegdheid van deze Vlaamse regering.
Meest gelezen
- 1 Bonte, het oudste en enige riffelbedrijf van België, stopt ermee: ''Wat moeten wij nu doen?', vragen klanten'
- 2 Élodie Ouédraogo over het einde van Unrun: ‘Ik voelde zo veel schaamte, maar ook opluchting’
- 3 Paul Gheysens, de gevreesde vastgoedboer met twee gezichten
- 4 Euroclear werd bijna voor 2 miljard euro opgelicht, maar parket weigert dat te onderzoeken
- 5 Weinig reden tot toosten bij champagnehuis Vranken-Pommery