Pensioendebat neemt hallucinante proporties aan
Het debat over de pensioenhervorming blijft aanslepen en tart stilaan alle verbeelding.
Karine Lalieux, de PS-minister van Pensioenen, gaf eerder al aan dat de pensioenhervorming helemaal niet over de toekomstige financiering van de pensioenen gaat. Dat blijkt ook uit de voorstellen die vandaag op tafel liggen. Die zullen de toekomstige pensioenfactuur eerder verzwaren dan verlichten.
Doemscenario’s over onbetaalbare pensioenen kloppen niet. Dat neemt niet weg dat het budgettair een heel zware dobber wordt.
De kern van de uitdaging is nochtans al heel lang duidelijk. De eerste rapporten die daaraan gewijd werden, zijn ondertussen meer dan 30 jaar oud. Meer mensen leven langer en de babyboomgeneratie bereikt de pensioenleeftijd. Dat betekent dat we meer moeten uitgeven aan pensioenen. Volgens de Europese Commissie zullen de jaarlijkse pensioenuitgaven in 2050 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) hoger liggen dan in 2019. Dat komt overeen met 16 miljard euro in geld van vandaag. Daarmee zit onze pensioenfactuur bij de hoogste van Europa.
Doemscenario’s over de onbetaalbaarheid van de pensioenen kloppen niet. Dat neemt niet weg dat het budgettair een heel zware dobber wordt. En allicht wordt die nog zwaarder dan op het eerste gezicht lijkt. Sinds 2019 is de toekomstige pensioenfactuur nog verzwaard door beslissingen van deze regering, zoals het hogere minimumpensioen. Bovendien lijken de ramingen nog vrij optimistisch omdat ze uitgaan van een duidelijke versnelling van de productiviteitsgroei. In een van de risicoscenario’s van de Commissie loopt de extra pensioenfactuur op tot 4,2 procent van het bbp (23 miljard).
Dat we op zo’n pensioenfactuur uitkomen met een relatief beperkte oudere bevolking moet tot nadenken stemmen. Het aandeel van de 65-plussers in de bevolking klimt bij ons naar 26 procent tegen 2050. In Italië en Spanje is dat 33 procent. En uiteraard zijn de pensioenen lang niet onze enige budgettaire uitdaging. Er zijn ook nog het begrotingstekort van zo’n 5 procent van het bbp en allerlei andere budgettaire noden en wensen.
Werk
De oplossing ligt in meer mensen aan het werk. In België is 71,9 procent van de 20- tot 64-jarigen aan het werk. In Nederland, Zweden en Duitsland is dat gemiddeld bijna 10 procentpunten meer. Maar die hogere werkzaamheidsgraad komt er niet vanzelf, hoewel de minister van Pensioenen daar gemakshalve van lijkt uit te gaan.
Het hallucinante is dat de pensioenvoorstellen die op tafel liggen de toekomstige factuur nog verzwaren én er niet toe bijdragen om meer mensen langer aan het werk te houden. Voor de zoveelste keer wordt de echte pensioenhervorming, net als zowat alle belangrijke hervormingsdossiers, doorgeschoven naar de volgende regering.
Meest gelezen
- 1 Familie Vande Vyvere stapt in kapitaal Limburgse fabrikant van radiatoren Jaga
- 2 België wordt uitvalsbasis voor snelste robotwagens ter wereld
- 3 De Tijdcapsule | Onderwijsspecialist Wouter Duyck: 'Halveer de uitkering van wie gezond is en niet wil werken'
- 4 Nvidia-topman: ‘Zelfrijdende auto’s worden eerste robotica-industrie van duizenden miljarden dollars’
- 5 Moet luxereus Hermès zich zorgen maken over virale 'Wirkin'-handtas?