opinie

Nooit meer terug naar kantoor

Professor management aan de University of New South Wales in Sydney

Bedrijven breken zich het hoofd over hoe ze mensen veilig weer op kantoor kunnen laten werken.

©RV DOC

 Welke werknemers kunnen eerst terug? Wat is een goede beurtrol voor gescheiden teams? Kunnen we deuren, liften en toiletten handenvrij maken? En voeren we opnieuw cubicles in, zodat iedereen in een afgeschermde bubbel zit?

Je kan je afvragen of het sop de kool waard is. Zijn kantoren eigenlijk nog nodig?

Advertentie

Het landschapskantoor mag als eerste gaan. We weten al een tijdje wat een nachtmerrie dat is. Het doodt productiviteit en concentratie. Het idee dat het samenwerking en communicatie zou bevorderen, bleek fout. Leuk idee, maar verkeerd. Afstand houden in een omgeving die er net op gericht is mensen dicht bij elkaar te brengen, dat werkt niet in covidtijden. Oef, de finale doodsteek voor het landschapskantoor.

Bedrijven maken het verschil door innovatie, kenniscreatie en samenwerking. Voor geen enkele van die doelstellingen lijkt een kantoor een erg goede werkomgeving.

Maar waarom niet nog een stap verder gaan? Welke functie heeft het kantoor die de hoge kosten rechtvaardigt? Een gebouw huren, inrichten en onderhouden kost handenvol geld. Duizenden mensen leggen elke dag op hetzelfde moment hetzelfde filetraject af om in een afstompende omgeving veel te lang stil te zitten en werk te doen dat ze grotendeels thuis kunnen doen.

‘Je hebt geen idee hoe vermoeiend het is tussen deze vier muren opgesloten te zitten, dag na dag dezelfde muffe lucht te moeten ademen, zonder hoop op verlichting, al die gouden uren van de dag.' Het kon het geweeklaag zijn van elke kantoorwerker en dat is het ook, een van de allereerste.

Charles Lamb schreef die woorden in een brief naar zijn vriend, de dichter William Wordsworth, in de lente van 1822 vanuit een van de eerste kantoren in de wereld - dat van de Oost-Indische Compagnie in Londen. Hij hoopte nog een aantal jaar te mogen meemaken tussen zijn tijd op kantoor en die in het graf, maar het maakte niet veel uit 'want veel verschil tussen die twee is er niet’.

Lopende band

Lambs woorden herinneren er ons aan dat kantoren eigenlijk een relatief jonge uitvinding zijn. Ze zijn het administratieve equivalent van de lopende band in Henry Fords eerste autofabrieken: de werknemers zijn gestationeerd op vaste plaatsen en op een ingenieuze manier komt het werk naar hen toe. Het werk is zoveel mogelijk gestandaardiseerd, waarbij elke medewerker volgens vaste regels zijn taken uitvoert.

Advertentie

Dat soort omgeving had een doel: controle en efficiëntie. Repetitieve taken, micromanagement en geestdodende regels haalden elk greintje energie uit de mensen die er werkten.

De Oost-Indische Compagnie introduceerde al snel een aanwezigheidsboek dat werknemers moesten tekenen bij aankomst en vertrek. En elk kwartier ertussen, jawel. ‘Het irriteert Dodwell mateloos dat hij soms zes of zeven keer voor aanwezigheid moet tekenen terwijl hij de krant leest', aldus Lamb.

Zouden we het kantoor missen? De achterbakse kantoorpolitiek? Jawel. We zouden onze collega’s missen.

Kantoren zijn al lang geen plaats meer waar efficiëntie en controle centraal staan. Bedrijven maken het verschil door innovatie, kenniscreatie en samenwerking. Voor geen enkel van die doelstellingen lijkt een kantoor een erg goede werkomgeving. Zouden we het kantoor missen? De achterbakse kantoorpolitiek? De slechte koffie en slappe broodjes? De temperatuur die altijd net te koud of te warm is?

Jawel. We zouden onze collega’s missen. Het gevoel deel uit te maken van een groter geheel, waar je kan thuiskomen. De toevallige gesprekken op de trap en bij het koffieapparaat waar je hoort wat anderen bezighoudt. De onverwachte ontmoeting met de ander vind je niet op Skype of Zoom.

Het kantoor heeft zijn houdbaarheidsdatum overschreden; we hebben nood aan een alternatief. Dat alternatief moet een ontmoetingsplaats zijn, waar werknemers, klanten, leveranciers en partners samenkomen. Een bruisend marktplein, een smeltkroes van ontmoetingen die het kloppende hart wordt van het bedrijf. Het kantoor is dood. Leve het kantoor.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Staatsbonbeleggers keren niet terug naar spaarboekje
Het gros van de 22 miljard euro die in de fiscaal voordelige staatsbon werd geïnvesteerd, is niet meer teruggekeerd naar de spaarboekjes, maar vloeide naar alternatieve beleggingen zoals termijnrekeningen en kasbons. Daarmee heeft de staatsbon de Belgische spaarmarkt grondig hertekend.
Gesponsorde inhoud