Meer respect voor STEM
We moeten de STEM-richtingen, en de leerlingen die ze volgen, met meer respect behandelen. Zolang dat niet gebeurt, zal het bedrijven bloed, zweet en tranen blijven kosten om die profielen te vinden.
'You can’t be what you can’t see.' Die heerlijke dooddoener is een waarheid als een koe. Als je op je 12de een eerste keer gevraagd wordt wat je later wilt worden, kan je alleen maar antwoorden met de voorbeelden die je al zijn aangereikt. Als je pech hebt en je nog niet veel van de wereld hebt gezien, je klassieke schoolboeken gebruikt met alleen mannelijke politieagenten en vrouwelijke verpleegsters, dan is je mentale kader heel beperkt.
Bij het maken van de studiekeuze gaat iedereen als een halve blinde af op wat de maatschappij als summum heeft bepaald: een aso-diploma, liefst Latijn. Wat je daar dan mee kan doen, is voor later.
'Populariteit STEM-richtingen neemt af: 'Bedrijven kijken naar het buitenland, ze vinden bij ons het talent niet meer'', schreef De Tijd enkele weken geleden. Met STEM wordt verwezen naar de richtingen wetenschappen, techniek, technologie en wiskunde.
Tegelijk zijn de verhalen van bedrijven die genomineerd zijn voor Onderneming van het Jaar ongelooflijk inspirerend en toekomstgericht.
De industrie is alive-and-kicking. De oorlog in Oekraïne en de lockdowns in China hebben aangetoond dat het organiseren van onze eigen industrie belangrijk is. Daarnaast tonen de uitdagingen waarvoor deze prachtige ondernemingen staan vooral de noodzaak van technisch talent.
En daar knelt het schoentje.
Heilige graal
Alle campagnes voor wetenschappelijke studierichtingen en technische beroepen ten spijt: op het einde van het zesde leerjaar willen ouders dat hun kinderen in het eerste middelbaar Latijn volgen. De heilige graal.
Maar we zouden kinderen en ouders al vanaf het vijfde of zesde leerjaar, en zelfs vroeger, breder moeten informeren over de kansen en mogelijkheden die STEM-richtingen bieden. Over wat STEM nu juist inhoudt.
Terwijl ouders en de leerkrachten in de lagere scholen heel goed weten wat 'Latijnse studeren' inhoudt, weten ze dat helemaal niet voor STEM. Er is vandaag geen eenduidigheid over hoe een STEM-richting er in het aso moet uitzien, en er is nog veel minder inzicht in hoe zich dat vertaalt in het tso en bso. Daar is werk aan de winkel.
Het hiërarchisch denken in het onderwijs leidt ertoe dat we vandaag niet meer STEM-profielen hebben.
Als ouders en kinderen beter en breder geïnformeerd zouden worden over de jobs en toekomstmogelijkheden van een aso-, tso- en bso-diploma, kan die keuze vanuit overtuiging worden gemaakt. Zo wordt een afvalrace op basis van kennis en 'niet kunnen' vermeden. Misschien wordt een STEM-richting dan gekozen omdat kinderen en ouders zien welke ongelooflijke innovaties er kunnen uitkomen. Misschien zien meisjes eindelijk dat zij daarvan deel moeten uitmaken, want zo kunnen ze de wereld echt verbeteren. En misschien zien kinderen met een moeilijke socio-culturele achtergrond nieuwe, onbekende opportuniteiten.
Jammer genoeg is Latijn nog altijd het summum van de studiekeuzes en beschouwen we vanaf dat punt andere studierichtingen als ‘downhill’. We kunnen niet verwachten dat ons waardeoordeel over studierichtingen geen impact heeft op hoe kinderen naar die studierichtingen kijken en ultiem naar zichzelf. Dat hiërarchische denken leidt ertoe dat we vandaag niet meer STEM-profielen hebben.
Zolang we de STEM-richtingen, en de leerlingen die ze volgen, niet met meer respect behandelen, zal het het bedrijfsleven bloed, zweet en tranen kosten om die profielen te vinden. Waar het begint? Bij meer respect en minder waterval- en hiërarchisch denken.
Meest gelezen
- 1 Na bijna zes maanden blijft De Wever zelfde rondje draaien
- 2 Voedingsreus Cargill schrapt duizenden jobs, in België verdwijnen 164 banen
- 3 Geen cookies? Dat is dan 3,99 euro per maand, overweegt DPG Media
- 4 Chaos in Zuid-Korea nadat president onverwacht staat van beleg heeft afgekondigd
- 5 De vijf koppijndossiers van het onthoofde Stellantis