Digitaal oogcontact

Professor management aan de University of New South Wales in Sydney

Als twee mensen tijdens een Zoom-meeting door een camera naar elkaar kijken, hebben ze dan oogcontact?

Mijn vraag is geen filosofische denkoefening. Het gaat over de moeilijke menselijke connectie tijdens digitale gesprekken. Laten we beginnen met een situatie die geen problemen oplevert. In een interview is de rolverdeling duidelijk. Iemand stelt de vragen en iemand geeft de antwoorden. Door een kleine pauze in het antwoord kan de interviewer tussenkomen met een nieuwe vraag. Ook een-op-eengesprekken vallen best mee. Een welopgevoede gesprekspartner die de ander laat uitspreken, volstaat.

Bij oprecht menselijk contact rammelt niemand een tekst af met de blik ononderbroken op de toehoorder.

De problemen beginnen als meer dan twee mensen deelnemen. Een spreker met meerdere luisteraars lijkt een simpele situatie, maar is dat niet. Ik geef geregeld digitale lezingen en heb daarbij moeten leren dat je de aandacht capteert door recht in de camera te kijken. Sprekers hebben de neiging op het scherm naar zichzelf te kijken of naar de toehoorders. Maar voor hen lijkt het dan alsof je wegkijkt. Dat verbreekt de magische band tussen de spreker en de luisteraar. Onbevreesd in de camera kijken geeft honderden luisteraars simultaan het gevoel dat je hen recht in de ogen kijkt.

Advertentie

Ik vertel niets nieuws. Het is wat de autocue op televisie al decennia waarmaakt. Voor elke smartphone bestaat nu een autocue-app. Handig voor de onzekere spreker, die zo een voorbereide tekst kan aflezen. Ik raad het toch af. Bij oprecht menselijk contact rammelt niemand een tekst af met de blik ononderbroken op de toehoorder.

Wie oprecht spreekt, die hort en stoot, zwijgt en zoekt, herpakt zich en begint opnieuw. Hij aaht en euht, kijkt weg en zoekt vervolgens opnieuw de blik van de luisteraar. Psychologisch onderzoek toont aan dat die haperingen en aarzelingen het contact en het begrip van de luisteraar verhogen. Wie luistert naar een authentieke spreker maakt live het denkproces mee, bouwt hetzelfde mentale model op en krijgt zo een dieper inzicht.

Obama

Wie goed wil spreken, raad ik aan luidop te denken, zodat de luisteraar kan meedenken. Of misschien heb je het verhaal zo goed in de vingers dat je toeschouwer het aanvoelt als luidop denken. Op YouTube staan tientallen filmpjes van de Amerikaanse oud-president Barack Obama waarin hij telkens hetzelfde 'Fired up, ready to go'-verhaal vertelt. Telkens laat hij dezelfde aarzelende pauzes vallen en geeft hij kleine oogwenken die plotwendingen signaleren.

Het belang van oogcontact wordt helemaal duidelijk met meerdere digitale deelnemers. Ook daar helpt het recht in de camera te kijken. Het techbedrijf Nvidia corrigeert je digitale oogstand via artificiële intelligentie, waardoor het lijkt alsof je altijd recht in de camera kijkt. Een beetje creepy, maar een collega met autisme zei me dat hij zo’n app in het echte leven goed zou kunnen gebruiken, omdat oogcontact moeilijk is voor hem. Geen enkele app of cameratruc kan daarentegen verhinderen dat digitale gesprekken in de soep draaien. Mensen spreken over en door elkaar heen. Wie aan bod wil komen, wordt niet opgemerkt en wie zou moet zwijgen, blijft te lang aan het woord.

Ik blijf sceptisch over de mogelijkheid van waarachtige menselijke connecties in het metaverse.

Waarom? In de buitenwereld is de menselijke blik de dirigent van het gesprek. Wie spreekt, maakt subtiel oogcontact met de volgende spreker. Dat moment is het signaal dat iemand kan overnemen. Een leider kan iemand met een simpele blik het vertrouwen geven te spreken. Het oogcontact van de leider maakt dat groepsleden plots aandacht besteden aan iemand die niet aan bod komt.

Advertentie

Neuropsychologisch onderzoek toont dat gesprekspartners synchroon oogcontact maken op de piek van hun gemeenschappelijke aandacht. Daarna neemt die gezamenlijke aandacht snel af tot de blik weer afgewend wordt. Oogcontact is te intens om lang te duren. Een gesprek is geen uitwisseling van woorden, maar een opeenvolging van zoekende blikken en angstvallig wegkijken.

U begrijpt waarom ik nog sceptisch ben over de mogelijkheid van waarachtige menselijke connecties in het metaverse. Digitale camera’s laten tot nu geen menselijk oogcontact toe. Het face-to-facegesprek is een oog-in-ooggesprek. De blik begeestert de gesprekspartner. Daarvoor is vooralsnog geen digitaal surrogaat.

Advertentie
Gesponsorde inhoud