Waarop wacht Vlaanderen voor een eigen taxcut?
Bij de federale regeringsonderhandelingen ligt alsnog een taxcut van enkele miljarden euro's op tafel. De vraag is waarom Vlaanderen naar het federale niveau kijkt als het zelf over de fiscale autonomie beschikt om een nog veel grotere taxcut door te voeren.
Fiscale autonomie was bij veel staatshervormingen een van de belangrijkste doelstellingen aan Vlaamse kant. Na de vijfde staatshervorming (2001) kreeg Vlaanderen voor het eerst de mogelijkheid om via op- en afcentiemen op de federale opbrengst van de personenbelasting een beperkt eigen fiscaal beleid te voeren. Er werd evenwel geen gebruik van gemaakt.
De zesde staatshervorming (2014) breidde de fiscale autonomie flink uit. In plaats van een federale dotatie te ontvangen kunnen de gewesten via opcentiemen op de federale personenbelasting zelf bepalen hoeveel inkomsten ze willen. De federale personenbelasting wordt daarvoor gereduceerd met een autonomiefactor van zo’n 25 procent: als de fiscus in Vlaanderen 100 euro personenbelasting int, gaat daarvan maar 75 euro naar de federale schatkist. Op die 75 euro mag Vlaanderen vervolgens een opcentiem vastleggen, een stukje personenbelasting dat in de Vlaamse schatkist belandt. Hoeveel dat bedraagt, mag Vlaanderen zelf bepalen.
- De auteur
Frank Naert is emeritus professor openbare financiën aan de UGent. - De kwestie
Vlaanderen beschikt over de fiscale autonomie om een veel grotere taxcut door te voeren dan wat op de federale onderhandelingstafel ligt. - De conclusie
Een Vlaamse taxcut zou de loonkosten doen dalen, de inefficiëntie bij de Vlaamse overheid aanpakken en ons begrotingsdossier bij de EU helpen.
Opmerkelijk genoeg bepaalt Vlaanderen die opcentiemen altijd zo dat het eindbedrag overeenkomt met de 25 euro die niet naar de federale overheid gaat. Dus bij 25 procent autonomiefactor heft Vlaanderen 33 procent op de 75 euro federale opbrengst en komt dan uit op 25 euro - evenveel als het voordien kreeg. Vlaanderen maakt met andere woorden geen gebruik van zijn autonomie om de opcentiemen lager of hoger te leggen. Het verkiest het belastinggeld eerst te laten binnenlopen langs de inkomstenzijde van de begroting om het dan langs de uitgavenzijde weer te laten buitenstromen.
Op die manier komt in 2025 een bedrag van 10,8 miljard euro de Vlaamse begroting binnen. Als er nood is aan een taxcut om de loonlasten te verlagen, hoef je niet verder te zoeken: Vlaanderen kan beslissen die 10,8 miljard niet te innen en ze direct via de personenbelasting terug te geven aan de Vlaamse belastingbetaler. Met ongeveer 4 miljoen aangiften in de personenbelasting komt dat ruw gerekend uit op 2.500 euro per aangifte.
De wetgeving laat ook toe de teruggave te moduleren naar inkomen, zolang aan de progressiviteit van de personenbelasting niet wordt geraakt. Dezelfde wetgeving stelt ook dat er geen deloyale fiscale concurrentie tussen de gewesten mag zijn. Dat kan evenwel geen probleem zijn: 2.500 euro ligt in dezelfde grootteorde als de verschillen tussen gemeenten in de aanvullende personenbelasting.
Koterij
De directe teruggave van belastinggeld zou niet alleen de loonlasten verlagen, maar ook tot een budgettaire vereenvoudiging leiden. Boven op de federale koterij van belastingvoordelen en subsidies heeft Vlaanderen zijn eigen koterij gebouwd, die nodig is om onder meer het geld afkomstig van de opcentiemen opnieuw uit te geven. In totaal ging in 2023 volgens het Vlaamse subsidieregister 18,3 miljard euro aan subsidies de deur uit. De exceltabel van het register bevat meer dan 100.000 lijnen. We mogen dus aannemen dat het aantal dossiers dat daartoe moet worden opgesteld meer dan 100.000 bedraagt.
Veel van dat bedrag is perfect te verantwoorden omdat het om de kerntaken van de Vlaamse overheid gaat in de zorg, het onderwijs, de socialewoningsector, cultuur... Andere subsidies, onder meer voor elektrische auto’s, koelkasten, kookapps en verbouwbegeleiding, doen de wenkbrauwen fronsen. De indruk heerst dat bij de Vlaamse overheid hogere uitgaven niet noodzakelijk gepaard gaan met meer efficiëntie. Ondanks het lerarentekort bijvoorbeeld geven we per leerling meer uit dan in andere welvarende landen.
De bedrijven en hun organisaties die er meestal als de kippen bij zijn om te wijzen op uit de hand lopende overheidsuitgaven en subsidies staan ook graag in de rij als er geld uitgedeeld wordt. In 2023 ging zo voor 1,5 miljard euro subsidies naar de dienstenchequebedrijven. Gelukkig is de fiscale koterij van de belastingvermindering daarvoor, die daar nog bovenop kwam, afgeschaft in Vlaanderen (in tegenstelling tot in Brussel en het Waals Gewest - dreigt daar geen deloyale concurrentie?).
Parallel de opcentiemen verminderen en sommige subsidies afschaffen, vereenvoudigt de begrotingskoterij doordat aan Vlaamse kant niet langer dure administratieve subsidiesystemen nodig zijn.
Hetzelfde verhaal voor de jobbonus, goed voor enkele honderden miljoenen euro's per jaar. De middelen voor de jobbonus komen via de inkomsten binnen in de Vlaamse begroting en vloeien er weer, met een resem voorwaarden, uit via de uitgaven. Boven op de federale koterij werd opnieuw een Vlaamse koterij gebouwd. Vlaanderen wacht om de jobbonus af te schaffen tot het federale niveau over een vermindering van de personenbelasting beslist. Vlaanderen zit er budgettair nochtans veel comfortabeler bij dan de federale overheid. Quid fiscale autonomie, denk ik dan.
Parallel de opcentiemen verminderen en sommige subsidies afschaffen, vereenvoudigt dus de begrotingskoterij doordat aan Vlaamse kant niet langer dure administratieve subsidiesystemen nodig zijn. Voor de gemiddelde burger hoeft dat geen welvaartsverlies te betekenen, want de verlaging van de personenbelasting compenseert de afschaffing van subsidies. Mensen kunnen dan zelf de bestemming van dat geld kiezen: er een koelkast mee kopen, een poetshulp inhuren, of ermee op restaurant gaan.
Deze operatie vermindert ook de overheidsuitgaven aan Vlaamse kant. Dat kan een belangrijke rol spelen bij het halen van de Europese begrotingsnormen. Daarin is naast een beperking van het tekort van de gezamenlijke overheid ook een beperking van de groei van de overheidsuitgaven belangrijk.
Een Vlaamse taxcut die tot 10,8 miljard euro kan gaan, doet dus de loonkosten dalen, maakt de Vlaamse overheid minder inefficiënt en helpt ons begrotingsdossier bij de EU. Waarop wachten we nog?
Meest gelezen
- 1 Vooruit stuurt alarmsignalen over formatie federale regering uit
- 2 Arco belegt bij federale overheid en banken
- 3 Havens Antwerpen-Brugge en Rotterdam gaan samenwerken: 'In Europa elkaar de tent uit concurreren is gewoon niet slim'
- 4 Hendrik Bogaert (ex-CD&V) verkoopt uitzendkantoor en wordt investeerder
- 5 AG Insurance en Belfius verhogen rente op spaarverzekering