Strijd om miljarden uit staatsbon: banken dreigen slapende honden wakker te maken
Bij de uitgifte van de fiscaal vriendelijke staatsbon waarschuwde professor Hans Degryse vorig jaar voor financiële instabiliteit. Nu doet hij dat opnieuw, maar om een andere reden.
Het Federaal Agentschap van de Schuld gaf zowat een jaar geleden een staatsbon met een looptijd van een jaar uit. Die staatsbon bleek al snel een staatsbom, met een opgehaald bedrag van 22 miljard euro. Het ongeziene succes viel te verklaren door de fiscale prikkel met een verlaagde roerende voorheffing van 15 procent.
- De auteur
Hans Degryse is full professor of finance aan de KU Leuven.
- De kwestie
Banken proberen het geld dat naar de fiscaal vriendelijke staatsbon ging terug te halen met hoge rentes op termijnrekeningen.
- De conclusie
Dat kan opnieuw de financiële stabiliteit in gevaar brengen. Ook dreigen trouwe bankklanten hun gedrag aan te passen.
De bon van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) had ook een politiek motief: de concurrentie op de markt van spaardeposito’s aanwakkeren. Onderzoek van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) had een gebrekkige concurrentie op de spaarmarkt blootgelegd. De beperkte reactie van (groot)banken via hun spaarrentes verklaarde mee het enorme succes van de staatsbon.
Wat hebben we een jaar later geleerd?
1. Klanten accepteren prijsdiscriminatie, tot op zekere hoogte
Nu er een nieuwe eenjarige staatsbon op komst is, proberen de (groot)banken een nieuw succes tegen te gaan via eenmalige aanbiedingen op termijnrekeningen met een looptijd van ongeveer een jaar, met rentes tot 4 procent bruto. Het doel is de 22 miljard euro van de succesvolle staatsbon terug te laten vloeien naar de banksector.
De stuntrentes zijn alleen van toepassing op ‘vers geld’. Banken hebben schrik dat ze dezelfde rente - met daarop nog eens banktaksen - moeten betalen op de stock van hun bestaande klanten. Die vorm van prijsdiscriminatie speelt in op de prijsgevoeligheid van de klant. Klanten die op de staatsbon willen intekenen, zijn eerder prijsgevoelig, terwijl de andere klanten hebben aangetoond dat ze superloyaal zijn aan hun bank.
Het blijft afwachten hoe de consument daarop reageert. Wat doen trouwe klanten als ze de hoge renteverschillen zien: met moeite 1 procent op een spaarrekening, inclusief getrouwheidspremie, en dan 4 procent bruto op termijnrekeningen? Er zijn limieten aan de prijsdiscriminatie die de consument accepteert. Sommige banken hebben dat begrepen en gaan eerder voor uniforme tarieven voor alle kasbons en termijnrekeningen.
2. Staatsbon en spaarboekjes zijn geen perfecte substituten
De staatsbon en de spaarboekjes zijn duidelijk geen perfecte substituten en worden niet gepercipieerd als hetzelfde product. Sinds de succesvolle staatsbon bewogen de spaarrentes maar beperkt. De (groot)banken reageren niet via aantrekkelijkere spaarrentes voor de 270 miljard euro aan spaargeld, maar via termijnrekeningen, die fiscaal minder aantrekkelijk zijn.
De ‘supernota’ en de blauwdruk voor de fiscale hervorming laten beide een opening, waardoor ook termijnrekeningen interessanter kunnen worden: als de vrijstelling van de roerende voorheffing fiscaal neutraal wordt over verschillende producten heen en dus niet alleen voor de spaarrekening geldt. Dat kan het succes van de termijnrekeningen en kasbons een extra boost geven.
3. Stuntrentes houden nieuwe risico’s voor financiële stabiliteit in
Bij de uitgifte van de Van Peteghem-bon hebben toezichthouders en academici, onder wie ikzelf, gewezen op een mogelijk destabiliserend effect op de financiële sector. De (groot)banken hebben toen beslist niet mee te gaan in het opbod van de staatsbon: omdat die fiscaal zo aantrekkelijk was en omdat hun businessmodel, met investeringen in langlopende vastrentende hypotheken, dat niet toeliet.
Banken duwen de nieuwe staatsbon uit de markt met stuntrentes op termijnrekeningen. Als dat een te groot succes wordt, dan kan ook dat een gevaar worden voor de financiële stabiliteit.
Vandaag duwen de banken de staatsbon uit de markt met stuntrentes op termijnrekeningen. Als dat een te groot succes wordt, kan ook dat een gevaar worden voor de financiële stabiliteit. Wel hebben de banken de optie om vervroegd af te sluiten.
De rekening van dat alles zal worden betaald door de hondstrouwe klanten, de ontleners en de aandeelhouders. De prijsgevoelige klant kan er maar beter gebruik van maken. En ondertussen moeten de banken nadenken of de extreme prijsdiscriminatie hun geloofwaardigheid niet aantast bij de hondstrouwe klanten. Slapende honden maak je maar beter niet wakker.
Meest gelezen
- 1 Na bijna zes maanden blijft De Wever zelfde rondje draaien
- 2 Voedingsreus Cargill schrapt duizenden jobs, in België verdwijnen 164 banen
- 3 Geen cookies? Dat is dan 3,99 euro per maand, overweegt DPG Media
- 4 Chaos in Zuid-Korea nadat president onverwacht staat van beleg heeft afgekondigd
- 5 De vijf koppijndossiers van het onthoofde Stellantis