Opleiding kan ons redden
Om onze welvaart te behouden en te vergroten is er nood aan een ambitieuze doelstelling voor opleiding. Ook de werkgevers kunnen hun verantwoordelijkheden niet langer ontlopen.
Een greep uit het sociaal-economische nieuws van de afgelopen dagen legt de vinger op de zere wonde. Of het nu gaat om de brutale herstructurering bij Proximus, het plan om informatici te importeren uit Marokko of de komende krapte op de arbeidsmarkt, steeds opnieuw moeten we vaststellen dat het ons land ontbreekt aan een duidelijke langetermijnvisie op onze enige en meest kostbare grondstof: de grijze cellen van onze beroepsbevolking. Buiten wat lippendienst aan het belang van levenslang leren en de kenniseconomie blijven onze overheden en onze werkgevers op dit vlak nog teveel in gebreke.
Zo daalden ondanks de toenemende economische groei en zogenaamde krapte op de arbeidsmarkt tussen 2013 en 2016 de formele opleidingsinvesteringen van private bedrijven in verhouding tot de loonmassa met maar liefst 10 procent. We verwachten dat de vermindering van de wettelijke opleidingsverplichtingen in 2017 door de Wet werkbaar en wendbaar werk van minister Kris Peeters (CD&V) deze tendens niet gekeerd heeft, integendeel.
Individueel opleidingsrecht
Om werkelijk de stap te zetten naar een kenniseconomie zullen bedrijven de mentale omschakeling moeten maken om de opleiding van hun werknemers niet langer louter als een kost op korte termijn te beschouwen, maar als een langetermijninvestering in de weerbaarheid van ons economisch weefsel. Vaak wordt aangehaald dat de kloof tussen langdurig werkzoekenden en niet ingevulde vacatures te groot is om te overbruggen door één werkgever. Dit kan aangepakt worden door te voorzien in een opleidingsplicht voor alle werkgevers, waardoor werknemers de kans krijgen om door te groeien naar profielen die vandaag moeilijker ingevuld raken en zo zelf weer plaats te maken voor werkzoekenden met een lager opleidingsprofiel.
De recente beslissing van de federale regering om de loondrempel voor scholingsbedingen (een contractueel beding in een arbeidscontract dat bepaalt dat een werknemer een schadevergoeding moet betalen aan de werkgever als hij of zij binnen een bepaalde periode na het volgen van een opleiding op kosten van deze werkgever, een nieuwe job aanneemt) af te schaffen, staat haaks op een dergelijke toekomstgerichte groeibenadering voor de arbeidsmarkt. Door scholingsbedingen ook voor de kwetsbaarste werknemers mogelijk te maken dreigen zij in ruil voor opleiding immers geconfronteerd te worden met enorme schadeclaims van hun werkgevers wanneer zij een andere job aannemen.
Niet alleen de werkgevers, maar ook de verschillende overheden doen te weinig inspanningen op het vlak van opleiding.
Er zijn natuurlijk bedrijven die vandaag al investeren in de opleiding van hun werknemers. Omwille van het maatschappelijk belang kan deze keuze echter niet aan de willekeur van individuele werkgevers worden overgelaten. Daarom willen wij met de werkgeversorganisaties op interprofessioneel en sectoraal niveau harde afspraken over een minimumopleidingsrecht voor elke werknemer. Dit ook om te vermijden dat de minimaal opgelegde opleidingsinvesteringen enkel ten goede zouden komen aan het hoger kader en niet aan elke medewerker.
Niet alleen de werkgevers, maar ook de verschillende overheden doen te weinig inspanningen op het vlak van opleiding. Met Proximus heeft de federale overheid de controle over een prachtbedrijf in de telecommunicatie, één van de meest toekomstgerichte sectoren. Veertig jaar geleden werden duizenden werknemers het informaticatijdperk binnengeloodst door een privaat bedrijf als het vroegere Bell Labs in Antwerpen. Wat weerhoudt de federale regering om Proximus voor zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid te plaatsen als overheidsbedrijf en werk te maken van ‘Proximus Labs’ dat de huidige generatie kan opleiden voor het digitale tijdperk?
Op lange termijn zal onze economie veel meer baat hebben bij een dergelijke investering in toekomstgerichte competenties dan in een dividendbeleid op korte termijn om begrotingsgaten te dichten. Of erger nog, het verkopen van strategische toekomstinfrastructuur aan buitenlandse bedrijven, zoals de Vlaamse regering heeft gedaan met Telenet en minister Philippe De Backer (Open VLD) nu ook van plan lijkt met Proximus.
Meest gelezen
- 1 Na bijna zes maanden blijft De Wever zelfde rondje draaien
- 2 Voedingsreus Cargill schrapt duizenden jobs, in België verdwijnen 164 banen
- 3 Geen cookies? Dat is dan 3,99 euro per maand, overweegt DPG Media
- 4 Chaos in Zuid-Korea nadat president onverwacht staat van beleg heeft afgekondigd
- 5 De vijf koppijndossiers van het onthoofde Stellantis