Onze regeringen verkopen gebakken lucht
Het Brusselse begrotingstekort blijkt dubbel zo groot als wat de regering in de verkiezingscampagne had aangekondigd. Ook de Vlaamse en de federale regering hebben ons de afgelopen legislatuur om de tuin geleid. De lijken die nu uit de kast vallen, zijn voor de volgende regeringen.
Het bleef tijdens de kerstdagen wat onder de radar, maar uit cijfers die Benjamin Dalle (CD&V) opvroeg, blijkt dat het met de Brusselse begroting nog dramatischer gesteld is dan gedacht. Een tekort van 2,5 miljard voor 2025 op een begroting van ongeveer 6,5 miljard euro is behoorlijk spectaculair, maar in de Brusselse context eigenlijk geen nieuws - het Rekenhof weigert al vier jaar zich zelfs maar uit te spreken over de Brusselse rekeningen. Wel choqueert deze keer dat het tekort meer dan dubbel zo groot is als wat de ontslagnemende Brusselse regering voor de verkiezingen had gepresenteerd.
Nadat hij eind 2021 nog een ‘begrotingsevenwicht’ in 2024 had aangekondigd, pronkte de Brusselse minister van Financiën Sven Gatz (Open VLD) een jaar geleden met een verwacht tekort van 1,2 miljard voor 2025. Dat was in de meerjarenbegroting van de Brusselse regering ook zo opgenomen. En met die cijfers trokken de Brusselse regering en Gatz naar de kiezer. Nu blijkt uit een nota die de administratie aan formateur David Leisterh (MR) heeft bezorgd, en die door Dalle het daglicht ziet, dat die cijfers volstrekt onrealistisch zijn. Dat is in het beste geval liberaal voluntarisme, maar in werkelijkheid plat boerenbedrog.
- De auteur
Quinten Jacobs is advocaat grondwettelijk recht en praktijkassistent aan de KU Leuven. - De kwestie
Het Brusselse begrotingstekort blijkt nog een stuk groter dan aanvankelijk aangekondigd. Ook de Vlaamse en de federale regering durven hun cijfers al eens mooier voorstellen dan ze zijn. - De conclusie
Als ze lucht in de cijfers blazen, kunnen politici door de kiezers niet beoordeeld worden op hun gevoerde beleid.
Vlaams en federaal
Niet alleen de Brusselse regering is in dat bedje ziek. Begin december kwam uit cijfers van de Vlaamse administratie aan het licht dat het klimaatrapport van de vorige Vlaamse regering veelal windowdressing en een grote overschatting van de werkelijkheid was. De nieuwe Vlaamse regering, en meer bepaald minister Melissa Depraetere (Vooruit), mag nu het onverwachte gat tussen de oorspronkelijke doelstelling en de bittere realiteit dichtfietsen.
Op federaal niveau is de strijd tegen fiscale fraude een klassieker. Op het moment dat vooral de regering-di Rupo bij de opmaak van de begroting nog wat geld zocht, was de strijd tegen fiscale fraude altijd de wonderoplossing die het volgende jaar plots een paar miljoenen meer zou opbrengen dan alle jaren ervoor. Comfortabel voor de regering, want niemand is voorstander van fiscale fraude, maar in werkelijkheid slechts uitstel van executie, want het beoogde bedrag werd zelden effectief opgehaald.
De Kaaimantaks van de regering-Michel lijdt aan hetzelfde euvel. Nog erger is het recente relanceplan van Thomas Dermine (PS), waarmee voor miljarden Europees geld werd uitgegeven om ons land ‘veerkrachtig uit de crisis te doen komen’. In werkelijkheid werd een deel van het Europese geld gebruikt om ambassades te beveiligen en verkeerslichten te plaatsen, onder het mom van een ‘investering’ na corona die ons land opnieuw miljoenen zou opleveren.
Onze regeringen pimpen de ramingen zoals die hen het beste uitkomen, realistisch of niet, en vervalsen zo het publieke debat.
En zo verkopen onze regeringen voortdurend gebakken lucht. Dat is een fundamenteel democratisch probleem. In een normaal democratisch proces kan de kiezer de regering beoordelen op basis van het beleid dat werd gevoerd. Door moedwillig lucht te blazen in de behaalde cijfers en de ambities maken onze regeringen dat onmogelijk. Onze regeringen pimpen de ramingen zoals die hen het beste uitkomen, realistisch of niet, en vervalsen zo het publieke debat, omdat politici niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor het effectief gevoerde beleid.
Maar de aap komt later toch nog uit de mouw. Het probleem met lucht in cijfers blazen is dat die lucht er op een bepaald moment opnieuw uit moet. En dan ziet de volgende regering de lijken uit de kast vallen, mag ze het gat dichtrijden en moet ze daar de electorale prijs voor betalen. Après nous, le déluge.
Onze respectieve regeringen zetten zich graag af tegen de radicale partijen als ‘goede bestuurders’ die ‘echte oplossingen’ bieden. Dat is totaal ongeloofwaardig als ze hun eigen cijfers kunstmatig vanuit de regering oppompen en het probleem doorschuiven naar de volgende regering. In 2025 kunnen de Vlaamse, de Brusselse en de federale regering een gezonde dosis ernst gebruiken.