Maak van de havens proeftuinen voor waterstof en CO2
De industrietop luidt in Antwerpen de alarmbel over het industrieel beleid. De subsidiewedloop is voor ons land bij voorbaat verloren. Maar met flexibele wetgeving over waterstof en CO2 kunnen we wel een verschil maken.
De industrie zal in de nabije toekomst rekenen op de toestroom van fossielvrije waterstof. Ze kan worden gebruikt als grondstof in de industrie of als brandstof in moeilijk te vergroenen bedrijfsprocessen. Klimaatwinst valt uiteraard alleen te boeken als het gaat om groene waterstof, bijvoorbeeld als die door elektrolyse op basis van hernieuwbare energie wordt geproduceerd. Daarnaast kan CO2 worden opgevangen en vervoerd naar geologische opslagplaatsen, zoals lege gasvelden in de Noordzee. De koolstofdioxide hergebruiken in producten is ook een optie.
- De auteur
Simon Vanhove is postdoctoraal onderzoeker energierecht aan de UGent en advocaat bij Eubelius. Hij schrijft in eigen naam.
- De kwestie
In de subsidiewedloop voor industrie trekken Vlaanderen en België aan het kortste eind.
- De conclusie
Met slimme en flexibele wetgeving over waterstof en CO2 kunnen we wel een verschil maken.
Los van de technologische uitdagingen is de vraag hoe de wetgeving omgaat met die opkomende netwerksectoren. Ze zijn kapitaalintensief en de vraag naar hun diensten zal sterk worden bepaald door wettelijke doelstellingen en quota. Wetgeving moet de nodige investeringszekerheid bieden. Bedrijven aarzelen om volop in te zetten op die nieuwe markten. Scherpe bochten in het wetgevende kader kunnen een investering - zeker in nieuwe sectoren - gemakkelijk onderuit halen. Overgoten met royale subsidies komen hier en daar projecten van de grond.
Experimentwetgeving
Is het een goed idee die markten en netwerken op dezelfde manier te regelen als die voor elektriciteit en gas?
Beleidsmakers vrezen al snel dat de beheerder van een net zijn macht zal misbruiken, bijvoorbeeld door exorbitante prijzen aan te rekenen of concurrenten uit de markt te duwen. Voor elektriciteit en gas werd daarom gekozen voor een gereguleerd monopolie. Daarbij ziet de regulator toe op de netwerkbeheerder en bepaalt hij ook de tarieven die mogen worden aangerekend voor het gebruik van de infrastructuur. Die aanpak zou leiden tot een eerlijke mededinging en dus lagere prijzen voor consumenten, luidde het mantra.
Zijn die recepten zomaar te kopiëren in nieuwe markten zonder kleinschalige, huishoudelijke klanten? De markten zullen zich eerst lokaal ontwikkelen rond industriële clusters en havens. Is er dan nood aan een monopolist die snel een wijdverspreid netwerk uitbouwt? Ik twijfel eraan: op korte termijn zijn de markteigenschappen van waterstof en CO2 fundamenteel anders dan die van elektriciteit en gas.
Specifieke wetgeving over waterstof of CO2 blijft in proeftuinen heel beperkt. Die aanpak kan ademruimte bieden aan bedrijven die die markten verkennen.
Ik durf te pleiten voor experimentwetgeving. In gebieden die als proeftuinen worden bestempeld, bijvoorbeeld de havens, kunnen bedrijven een bepaald zakenmodel uitproberen. Daarbij leggen ze hun wederzijdse rechten en plichten vast in langetermijncontracten. Specifieke wetgeving over waterstof of CO2 blijft in die proeftuinen dan heel beperkt. De overheden treden op als facilitator en kunnen tegelijk bijleren en nadenken over wat de gepaste regel is.
Die aanpak kan ademruimte bieden aan bedrijven die die markten verkennen. Dat hoeft niet te resulteren in een neoliberaal Wilde Westen: het recht beschikt over een ruim arsenaal aan instrumenten om toe te zien op de eerlijke marktwerking. Niets belet ook over een paar jaar verder wetgevende stappen te doen, zolang de gedane investeringen maar in overweging worden genomen.
Aantrekkelijke draaischijf
Een belangrijke belemmering voor die afwachtende aanpak is de Europese Unie. De Europese wetgever laat zich de jongste jaren opmerken als regeldriftig, waardoor de lidstaten amper nog kunnen volgen in de omzetting van de Europese regels. Dat verkleint ook de speelruimte voor lidstaten om te experimenteren met een andere wetgevende methode.
Voor het vervoer van CO2 is er een kans voor België om het voortouw te nemen: op EU-niveau liggen nog geen wetgevende initiatieven voor. Door te experimenteren kan België zich op de kaart zetten als aantrekkelijke draaischijf. Tegelijk kan dat de EU misschien inspireren om de wetgevende bloedarmoede te vervangen door zuurstof in het industriële weefsel. De enorme investeringen die de energie- en klimaattransitie van onze maatschappij vergt, kunnen het best via de markt worden besteed en verdeeld, en niet via subsidies.
Meest gelezen
- 1 Nieuwe telecomoperator Digi duikt met tarieven stevig onder de concurrentie
- 2 Klimaatvoluntarisme Depraetere jaagt coalitiepartners op stang
- 3 Hoe klop je de MSCI World-index: de succesformule van de alfa-meesters
- 4 Belegger schrikt van fitnessambities Colruyt
- 5 Onderzoek naar Didier Reynders: Nationale Loterij wijst op tweede verdachte spelersrekening