opinie

Inflatie is de echte boeman voor de bedrijfspensioenplannen

Pensioendeskundige en Belgische vertegenwoordiger Europese verzekeringswaakhond EIOPA.

Het beleid krijgt in moeilijke tijden een belangrijke vraag te beantwoorden: hoe democratiseert het verder de tweede pijler van de pensioenen, zodat elke werknemer een waardige aanvulling opbouwt bovenop zijn wettelijk pensioen?

De pensioenspaarfondsen maakten eerder deze maand hun tegenvallende rendementen voor 2022 bekend. Maar ook de pensioeninstellingen van de tweede pijler hebben een moeilijk jaar achter de rug, hun slechtste sinds 2008.  

Er zijn pensioeninstellingen die voldoende buffers hebben opgebouwd om schokken van negatieve jaarcijfers op te vangen. Het zijn langetermijnbeleggers met een gemiddelde beleggingshorizon van 15 tot 30 jaar. Op zich vormt een jaar van negatieve (nominale) rendementen geen probleem. Dat is meegerekend in de risicobuffers en het risicobeheer van de pensioeninstellingen.

Advertentie

2022 was een barslecht jaar voor de pensioeninstellingen. Met een 'triple whammy' en zelfs een 'quadruple whammy' als scenario is de voorbije 20 jaar geen rekening gehouden.

2022 was echter ingrijpender omdat het een ‘triple whammy’ was. Een verlies aan rendement in alle grote activaklassen, grote volatiliteit en een inflatie van 10,6 procent die de rendementen in ‘reële’ termen zwaar uitholt. Bovendien doen de forse nominale loonstijgingen de pensioenfactuur oplopen bij de grote bulk aan vaste prestatieplannen. Bij die plannen wordt op de pensioenleeftijd een vast kapitaal beloofd dat onder meer bepaald wordt door het loon op het einde van de loopbaan. In die plannen zitten vaak deelnemers met een lange anciënniteit en veel opgebouwde rechten.

Dat is een scenario waarmee we de jongste 20 jaar geen rekening hielden.

De essentie
  • De auteur
  • Philip Neyt is pensioendeskundige en de Belgische vertegenwoordiger bij de Pensioenadviesgroep van de Europese verzekeringswaakhond EIOPA.
  • De kwestie
  • De inflatie vreet aan de bedrijfspensioenplannen.
  • De conclusie
  • Er is werk te doen voor het beleid. Hoe krijgt het voor mekaar dat de beoogde democratisering van de tweede pensioenpijler er komt en iedere werknemer zich bij zijn pensioen verzekerd weet van een aanvaardbare levensstandaard?

Veel ondernemingen krijgen naast de indexfactuur ook een pensioenfactuur voorgeschoteld. Die laatste kan tot onaangename verrassingen leiden, vooral voor bedrijven die via hun pensioeninstellingen geen of onvoldoende buffers hebben aangelegd. Menig bedrijf met vaste prestatieplannen zal worden geconfronteerd met stijgende premies en moeten bijpassen, aangezien het verschil tussen de verwachte en de geobserveerde inflatie en de reële intrestvoeten aanzienlijk is.

Dat ‘triple whammy’-scenario, dat tot voor kort weinig plausibel werd geacht, moet nu vanuit zorgvuldig risicobeheer van de pensioenplannen onder de loep worden genomen en besproken in de bestuurskamers van de betrokken ondernemingen en pensioeninstellingen.  

Toezichthouders

Ook de toezichthouders moeten nauwlettend toezien op veronderstellingen in financieringsplannen, hoe eventuele tekorten worden opgevangen en hoe de wijzigende inflatie, rentevoeten en rendementen en de nieuwe (extra) onzekerheden worden verwerkt in risicoanalyses.

Advertentie

Inflatie is terug van weggeweest. In de financieringsplannen zal die assumptie moeten worden herzien, temeer omdat de inflatieverwachting niet leidt tot een proportioneel hogere rente en de reële rente zwaar negatief is.

Ook in vaste bijdrageplannen moet hierover worden nagedacht. Daar leiden inflatie en negatieve rendementen rechtstreeks tot de uitholling van de uitkering en het verwachtingspatroon van de begunstigde. Ook dat vergt transparantie en duidelijke communicatie.  

De hogere lonen leiden tot een ‘drift’ van de kosten en dat werkt de democratisering van de tweede pijler niet in de hand. Integendeel.

Bovendien was 2022 zelfs een ‘quadruple whammy’, door het versnellingseffect van de loonindexering voor de hogere loonklassen. Die zien hun spaarcapaciteit sterk toenemen. Het zijn de hogere lonen die tot de ‘drift’ van de kosten leiden. Dat werkt de democratisering van de tweede pijler niet in de hand. Integendeel.

Vermoedelijk is er de komende jaren geen verdere ‘loonmarge’ voor de tweede pijler, zodat de beoogde democratisering die is voorzien in het regeerakkoord dode letter zal blijven of op de lange baan wordt geschoven.

Sociale partners

De sociale partners zullen vandaag in het loondebat niet direct de vraag stellen extra marge vrij te maken voor het aanvullend pensioen. De werkgevers niet omdat de automatische loonindexering hun concurrentiekracht aantast, de werknemers niet omdat net de doelgroep die geen of nagenoeg geen tweede pijler heeft ‘onmiddellijke’ koopkracht vraagt.

Voor de sector is het echter geen optie te blijven stilzitten en de klappen te ondergaan.

Ook de minimumrendements-garantie van 1,75 procent is nu weer verzekerbaar op de markten. De pensioeninstellingen moeten daarop inspelen.

Uiteraard blijft in de pensioenfinanciering reservevorming belangrijk, vermits het perspectief op voldoende hoge reële rendementen op de lange termijn gezien moet worden. Ook de minimumrendementsgarantie van 1,75 procent is nu weer verzekerbaar op de markten. De pensioeninstellingen moeten daarop inspelen. De bedrijven zouden gesprekken moeten opstarten om de impact van niet-begrensde vaste prestatieplannen door de looninflatie te milderen voor de hogere looncohortes. Pensioenfinanciering dient meegenomen te worden in de besprekingen over de loonspanning in de bedrijven.

Een belangrijke beleidsvraag is hoe het nu verder moet met de democratisering van de tweede pijler, zodat elke werknemer een waardige aanvulling bij zijn wettelijk pensioen kan opbouwen? Dat aanvullende bedrijfspensioen moet de werknemer belonen voor zijn loopbaan, zodanig dat de aanvulling voldoende is om de kloof te dichten tussen zijn wettelijk pensioen en zijn rusthuisfactuur, en te maken dat de kloof tussen het loon op het einde van zijn loopbaan en het wettelijk pensioen aanvaardbaar is.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Bart De Wever (N-VA) zag zijn opdracht vorige week verlengd worden door koning Filip.
Europa geeft België uitstel voor begroting, met strenge voorwaarden
België krijgt uitstel voor het indienen van zijn begrotingsplan bij Europa. De Europese Commissie stuurt deze week een brief waarin ze daarvoor de goedkeuring geeft. De nieuwe deadline ligt in april, maar dan moet ons land wel echt netjes alles inleveren.
Gesponsorde inhoud