Gesubsidieerde nulwerkloosheid is verkeerde ei van Columbus
Jobs scheppen en een participatiegraad van 80 procent halen tegen 2030 doe je niet met een zoveelste subsidieregeling, maar met goed economisch beleid.
Langdurig werklozen - mensen die langer dan een jaar werkloos zijn - zijn moeilijk inzetbaar. Ze verliezen hun motivatie, de weg naar de arbeidsmarkt is lang en de begeleiding van de arbeidsbemiddelingsdiensten intensief. Uitgerekend van die langdurig werklozen heeft België er naar verhouding heel veel: meer dan 40 procent van de Belgische werklozen is al meer dan een jaar werkloos. Daarmee zitten wij beduidend hoger dan het Europese gemiddelde (32%). En dat is inderdaad een probleem dat moet worden aangepakt.
In het regeerakkoord werd daartoe het ei van Columbus uitgevonden, of beter, gekopieerd van Frankrijk: we zetten de langdurig werklozen aan het werk, niet door jobs in te vullen, maar door er te creëren via subsidies. Met de profielen van de langdurig werkloze trek je op pad en je probeert die te slijten aan hoofdzakelijk publieke instellingen. Het lokaas is dat de aanwerving gepaard gaat met subsidies van 36.000 tot 39.000 euro. ‘Wetende dat een werkloze gemiddeld 40.000 euro per maand kost, is dat een opbrengst voor de maatschappij tot 3.000 euro’, stelt Grégor Chapelle, de topman van Actiris.
In het absurde kunnen we binnenkort alle werkloosheidsuitkeringen omzetten in subsidies, en hebben we geen werklozen en werkloosheidsuitgaven meer. Hocus pocus pats.
Dat is een politieke logica die geen steek houdt, om verschillende redenen. Ten eerste is de kostprijs van een werkloze een budgettaire uitgave, als gevolg van het feit dat een onderdaan werkzoekend is en in staat is te werken, maar tijdelijk geen werk vindt. Als een soort verzekering betaalt de overheid dan een vergoeding. Stellen dat het een besparing is dat die vergoeding niet meer wordt betaald als de werkloze werk vindt, maar wordt omgezet in een subsidie, is natuurlijk zinloos. In het absurde kunnen we binnenkort alle werkloosheidsuitkeringen omzetten in subsidies, en hebben we geen werklozen en werkloosheidsuitgaven meer. Hocus pocus pats.
Drie keer meer
Ten tweede, de kostprijs van de werkloze van 40.000 euro per maand, bestaat uit de werkloosheidsvergoeding van gemiddeld 12.000 euro en begeleidingskosten van 2.000 euro per maand (bron: Steunpunt Werk en Sociale Economie). De overige ‘kosten’ zijn gederfde inkomsten: de werkloze en zijn hypothetische werkgever betalen geen sociale bijdragen en er worden ook geen inkomstenbelastingen betaald. Het gaat dus over een uitgave van 12.000 euro, een uitgave door een overheidsadministratie van 2.000 euro en een niet-ontvangst van 26.000 euro. Daartegenover komt een subsidie van 36.000 tot 39.000 euro te staan. Een uitgave van 12.000 euro wordt dus vervangen door een uitgave die drie keer meer bedraagt.
Ten derde, zullen de 2.000 euro begeleidingskosten niet verdwijnen, want we kunnen ervan uitgaan dat de begeleidingsdiensten (VDAB, FOREM, Actiris) - samen goed voor meer dan 10.000 overheidsambten - niet zullen afslanken door de maatregel, integendeel.
Frankrijk
Ten vierde is de budgettaire benchmarking met Frankrijk, waar wordt geëxperimenteerd met ‘territoires zéro chômeur de longue durée’ (TZCLD)weinig relevant. De kostprijs van de langdurig werkloze in Frankrijk wordt geschat op 15.000 tot 18.000 euro. Dat is minder dan de helft van de kostprijs van de Belgische langdurig werkloze. De subsidies in Frankrijk bedragen dan ook 18.000 euro, of de helft van die in het Belgische ‘experiment’. De relatief lage kostprijs van de Franse langdurig werkloze heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat langdurig werklozen daar bijna per definitie geen werkloosheidsuitkering meer krijgen. In Frankrijk is die namelijk, net zoals in alle landen in Europa met uitzondering van België, beperkt in de tijd.
Het gaat dus niet om een radicaal andere aanpak, zoals wordt beweerd, maar gewoon om een grootschalig project waarin jobs worden gesubsidieerd.
Het gaat dus niet om een radicaal andere aanpak, zoals wordt beweerd, maar gewoon om een grootschalig project waarin jobs worden gesubsidieerd. Een klassiek denkpatroon van links denkenden, die in plaats van in te zetten op economisch beleid, gesteund door opleiding, motivatie en controle, liever de klassieke subsidiekraan hanteren niettegenstaande heel wat studies hebben aangetoond dat jobsubsidies inefficiënt zijn.
Ze bestaan al
Trouwens, ze bestaan al. De ‘aides à la promotion de l’emploi’ (APE) zijn subsidies voor wie in Franstalig België iemand aanwerft. De subsidies gaan bijna uitsluitend naar lokale overheden, vzw’s en OCMW’s. Schrik niet: het gaat over een jaarlijks bedrag aan subsidies - dat overigens in 15 jaar is verdrievoudigd - van meer dan 1 miljard euro. Van de meer dan 50.000 begunstigden heeft de helft een diploma hoger secundair onderwijs. Ze kunnen dus gerust aan de slag in de reguliere arbeidsmarkt. Een gelijkaardig systeem bestond vroeger ook in Vlaanderen, maar dat werd gelukkig afgeschaft.
Jobs creëren en een participatiegraad van 80 procent halen tegen 2030 doe je niet met een zoveelste subsidieregeling maar met een goed economisch beleid. Zet ondernemers aan om aan te werven met een soepele arbeidsreglementering en een niet-verstikkend fiscaal en parafiscaal klimaat. Stop met nieuwe arbeidsplaatssubsidies te creëren die niets anders zijn dan een pure verspilling van publieke fondsen. Die luxe kunnen we ons in deze moeilijke tijden niet permitteren.
Rudy Aernoud
Hoogleraar economie UGent
Meest gelezen
- 1 Belgische private banken beheren voor het eerst meer dan 500 miljard euro
- 2 Dubai, waar drugsbazen onder elkaar vastgoed verkopen
- 3 Eerste koudeprik doet Europa ongezien fors naar gasreserves grijpen
- 4 De Wever legt nieuwe budgettaire tabel op formatietafel
- 5 Belg Guy Penders: ‘Vroeger stapte je in Dubai van het vliegtuig en was je al vastgoedmakelaar’