opinie

Ga van angst naar helderheid en waakzaamheid in coronadebat

Gezondheids- en welzijnseconoom UGent en VUB en lid Celeval, het orgaan dat de Nationale Veiligheidsraad voorbereidt

De jongste weken zien we in het coronadebat vooral polemiek en stijgende paniek. Laten we streven naar een omslag van angst naar waakzaamheid, heldere duiding bij de cijfers en gebalanceerde maatregelen in het algemeen belang.

Zo’n zes maanden geleden werd onze samenleving dooreengeschud door een vermaledijd virus. Het onding, genaamd SARS-CoV-2, heeft in ons land verschrikkelijk huisgehouden. We hebben heel veel doden en ernstig zieken te betreuren en we waren er erger aan toe dan de meeste andere Europese landen. En dan mogen we nog blij en dankbaar zijn dat onze virologen, epidemiologen, zorgverleners en beleidsmakers die van dichtbij betrokken waren in deze crisis zo hard en verstandig hebben gewerkt en daardoor ondanks alle moeilijkheden erger hebben voorkomen.

©Photo News

Advertentie

Maar nu, zes maanden later, zitten we in een andere fase. En er is twee keer goed nieuws. Ten eerste ziet men in deze fase een merkelijk lagere sterftekans bij mensen die door het virus getroffen zijn, dank zij de medische vooruitgang in de behandeling van Covid-19 (de ziekte veroorzaakt door het virus). Ten tweede kunnen we, dankzij het veel uitgebreider testen, en vooral het goed opvolgen van mensen die mogelijk in contact zijn geweest met een besmette persoon, nu veel korter op de bal spelen. Er zijn enorme inspanningen op alle niveaus aan de gang om dat te realiseren.

Ik doe een oproep. Eerst en vooral naar iedereen die over de cijfers communiceert via de media en andere kanalen. Vermijd de al weken aan de gang zijnde misleidende informatie en verkeerde interpretaties. We wijzen beter op het positieve van het meer testen: we spelen steeds beter en korter op de bal. Dat is momenteel aan de gang.

Maar nu komt het: door meer te testen leggen we natuurlijk ook steeds meer besmettingen bloot. Inderdaad, bij zo’n pandemie zijn er de officiële cijfers, het aantal gekende besmettingen per dag, maar er zijn ook de ‘donkere cijfers’, namelijk die besmettingen die er in werkelijkheid wel zijn maar die we niet kennen omdat we nu eenmaal niet iedereen testen. De gekende cijfers en de donkere cijfers samen vormen het werkelijk aantal besmettingen. Tijdens deze pandemie waren en zijn er dus heel wat werkelijk besmette mensen die niet in de statistieken voorkomen. Zij vormen de donkere cijfers. In het begin van de crisis mochten we volgens de biostatistici het aantal bevestigde gevallen gerust met 30 vermenigvuldigen om een idee te krijgen van hoe groot de donkere cijfers en dus de werkelijke aantallen toen wel waren. Logisch, want toen werden omzeggens enkel die mensen getest die in het ziekenhuis werden opgenomen wegens Covid-19.

Zichtbaar

Wat gebeurt er nu de jongste weken? We testen elke week meer mensen op het virus waardoor we die donkere cijfers geleidelijk aan blootleggen. Vergelijk het met een zaal waarin pakweg 100 personen zitten en die helemaal verduisterd is. Door een welgemikte spot op een deel van de zaal te richten zien we plots een tiental mensen. Door een tweede spot op een ander deel van de zaal te richten zien we nog eens tien mensen extra. Hoe meer spots we gebruiken, hoe meer mensen zichtbaar worden. Dat gebeurt nu ook met de zoektocht naar SARS-CoV-2 besmettingen. Hoe meer we testen, hoe meer de donkere cijfers zichtbaar worden. We wisten al dat ze er waren, maar we maken ze nu zichtbaar.

Advertentie

Door meer te testen en daardoor de donkere cijfers aan het licht te brengen líjkt het dat er meer besmettingen zíjn, terwijl de ware toedracht is dat we door meer te testen meer besmettingen blootleggen.

Maar dat heeft ook bizarre gevolgen: door meer te testen en daardoor de donkere cijfers aan het licht te brengen lijkt het dan dat er meer besmettingen zijn, terwijl de ware toedracht is dat we door meer te testen meer besmettingen blootleggen. Er zijn dus niet meer besmettingen, maar we zien de bestaande besmettingen meer en beter dan voordien. En dat is juist een goede zaak, zeker omdat bij die toegenomen testcapaciteit er vooral aandacht gaat naar het opvolgen en testen van mensen die een hoogrisicocontact hadden.

Verleiding

Wat is nu het probleem en de oorzaak van de paniek en het ongeloof de jongste weken? Bij het beoordelen van de ernst van de pandemie gebruikt men nog steeds dat aantal bevestigde gevallen per dag of ook per 14 dagen, maar dan uitgedrukt per 100.000 inwoners. En dan komt men natuurlijk door meer mensen te testen en meer donkere cijfers bloot te leggen in de verleiding te denken dat het aantal besmettingen stijgt.

Een voorbeeld. Als men in een bepaalde provincie of stad zou beslissen voortaan nog meer te testen, dan zal men daar veel extra werkelijke gevallen blootleggen, maar… is de kans groot dat die provincie helemaal rood kleurt op de kaart. Gevolg: angst en nefaste gevolgen voor het plaatselijke economische leven. Nochtans zijn de besmettingen daar niet gestegen, er zijn er gewoon meer blootgelegd. Een ander voorbeeld, op Europees vlak, want daar hanteert men ook datzelfde ongelukkige cijfer: de beste manier voor ons land om nu in Europa goed te scoren, is door van de ene week op de andere slechts half zo veel te testen en op die manier van oranje naar geel te gaan. Dit is de huidige situatie.

Oproep

Wat kunnen we doen? Ik doe alvast een oproep. Eerst en vooral naar iedereen die over de cijfers communiceert via de media en andere kanalen. Vermijd de al weken aan de gang zijnde misleidende informatie en verkeerde interpretaties. We wijzen beter op het positieve van het meer testen: we spelen steeds beter en korter op de bal. Dat is momenteel aan de gang.

We kijken beter naar de epidemie via cijfers die rekening houden met het aantal testen én wie er getest wordt. Hoeveel procent test positief? Dat is al weken rond 3 procent. Dat duidt dus niet op een stijging van de epidemie. We kunnen wellicht ook beter kijken naar het aantal ziekenhuisopnames, en wie opgenomen wordt.

We kijken beter naar de epidemie via cijfers die rekening houden met het aantal testen én wie er getest wordt. Hoeveel procent test positief? Dat is al weken rond 3 procent. Dat duidt dus niet op een stijging van de epidemie.  We kunnen wellicht ook beter kijken naar het aantal ziekenhuisopnames, en wie er opgenomen worden. Die opnames zijn nu nog steeds laag en van dezelfde grootteorde als een maand geleden, ongeveer 30 per dag (ter info, elke dag worden in ons land ongeveer 7.000 mensen in het ziekenhuis opgenomen voor allerhande redenen. Covid-19 neemt daar momenteel nog geen 0,5 procent van in).

Waakzaamheid

Geen reden dus tot paniek, noch voor een ‘foert’-gedrag, maar wel voor waakzaamheid. Ik doe daarom een oproep naar de bevolking. Het zijn nog steeds donkere tijden. Dit enge virus is nog steeds onder ons. En vooral ouderen en mensen met ernstige andere ziekten lopen de hoogste risico’s op verwikkelingen. Het is belangrijk om wellicht nog voor maanden de basismaatregelen te blijven volgen zoals afstand houden, zowel binnen als buiten, en een masker te dragen enkel als in binnenruimten de afstand niet kan gegarandeerd worden (zoals in het openbaar vervoer of in supermarkten). Het is ook onze taak om een altruïstische houding aan te nemen tegenover onze medeburgers die het kwetsbaarst zijn. We kunnen een belangrijk verschil maken door hen niet te besmetten maar hen wel met de nodige warmte en vriendelijkheid te bejegenen.

We moeten nu durven de bubbel van vijf, de quarantaine van 14 dagen, mondmaskers in scholen, mondmaskers in open lucht, enz… in vraag te stellen. Als in dit stadium van de pandemie het effect ervan niet opweegt tegen de psychische, sociale en economische nadelen, moeten we die maatregelen durven te laten vallen.

De huidige situatie laat het beleid toe meer evenwichtige maatregelen te nemen dan diegene die we nu al weken kennen. Dat was ook de expliciete vraag van het beleid aan het vernieuwde adviesorgaan Celeval 2.0: evenwichtige en geharmoniseerde maatregelen adviseren. We moeten nu durven de bubbel van vijf, de quarantaine van 14 dagen, mondmaskers in scholen, mondmaskers in open lucht, enz... in vraag te stellen. Als in dit stadium van de pandemie het effect ervan niet opweegt tegen de psychische, sociale en economische nadelen, moeten we die maatregelen durven te laten vallen.

We mogen in de strijd tegen het virus de samenleving niet kapotmaken. Enkel voor het geval de situatie echt erger zou worden (en dat kan zeker) moeten we de strengere en nog doeltreffender maatregelen achter de hand houden.

Ik doe onderzoek naar de kwaliteit van het leven en de kwaliteit van de samenleving. We mogen in de strijd tegen het virus die samenleving niet kapotmaken. Enkel voor het geval de situatie echt erger zou worden (en dat kan zeker) moeten we de strengere en nog doeltreffender maatregelen achter de hand houden. En als iedereen dan het waarom en het effect ervan begrijpt, zullen we ze ook beter kunnen en willen naleven.

We zijn nu in een stadium beland, waarin we kunnen herleven ondanks dat onding. Met velen op een hoopje stiekem gaan feesten is voorlopig echt niet aan de orde. Waakzaam blijven, redelijke maatregelen respecteren, en vooral voor mekaar zorgen, dat is nu de uitdaging voor de komende maanden.

Lieven Annemans

Gezondheids- en welzijnseconoom aan UGent en VUB en lid van Celeval, het orgaan dat de Nationale Veiligheidsraad adviseert.

Advertentie
Gesponsorde inhoud