De staatshervorming waarover nauwelijks wordt gepraat
De bevoegdheden van de EU krijgen veel minder aandacht dan de staatshervorming. Nochtans vond de afgelopen jaren een grote machtsverschuiving richting Europa plaats. Dat is verdedigbaar, het gebrek aan aandacht daarvoor niet, schrijft onze nieuwe columnist Quinten Jacobs.
Het Belgische institutionele model is een moeras dat weinig politici helemaal begrijpen, laat staan kunnen veranderen. Dat ligt niet (alleen) aan die politici, maar ook aan de staatsstructuur en de manier waarop de macht tussen verschillende overheden wordt verdeeld.
De lat voor een volwaardige staatshervorming ligt heel hoog: twee derde van de federale parlementsleden én een meerderheid van de Nederlandstalige en de Franstalige parlementsleden moeten akkoord gaan. Dat maakt een verschuiving van zelfs maar de kleinste bevoegdheid van het federale niveau naar de deelstaten of vice versa in 2024 zo goed als onmogelijk.
- De auteur
Quinten Jacobs is advocaat grondwettelijk recht en praktijkassistent aan de KU Leuven. - De kwestie
De staatshervorming krijgt meer aandacht dan de verschuiving van bevoegdheden naar de Europese Unie. - De conclusie
De grote machtsverschuiving naar Europa is verdedigbaar, maar verdient meer aandacht. Burgers moeten een idee hebben van welke politici ze moeten belonen of afstraffen.
Heel anders is dat bij de Europese Unie. Hoewel een bevoegdheidsoverdracht naar de EU van een veel grotere orde is dan een Belgische splitsing of herfederalisering van bevoegdheden, bestaat daarover veel minder debat en ligt de institutionele drempel lager.
In het verdrag dat de werking van de EU regelt, staat een ruim aantal bevoegdheden opgesomd, zoals economie, landbouw, milieu, consumentenbescherming en energie. Sinds België dat verdrag in 2008 met een gewone meerderheid in zijn verschillende parlementen heeft goedgekeurd, kan de EU in al die domeinen optreden, waarbij haar wetgeving, althans volgens het Europees Hof van Justitie, absolute voorrang heeft op alle regels van de lidstaten, inclusief hun grondwet.
De institutionele drempel om macht naar de EU te verschuiven is veel lager dan in het zompige Belgische federalisme.
Bovendien laat het verdrag de EU toe in bepaalde gevallen maatregelen te nemen in beleidsgebieden die niet zijn opgesomd. De institutionele drempel om macht naar de EU te verschuiven is dus veel lager dan in het zompige Belgische federalisme, waarin elke flexibiliteit uit den boze lijkt en overheden zelfs met wederzijds akkoord geen bevoegdheden aan elkaar mogen overdragen.
Sinds de covidcrisis hanteert de EU nog een ander, in een Belgische context ondenkbaar mechanisme dat haar macht vergroot. In 2020 leende de Europese Commissie honderden miljarden euro's op de internationale markten om het economisch herstel in de lidstaten te ondersteunen. Dat herstelfonds betekende bijna een verdubbeling van het budget van de EU. Lidstaten kregen dat geld niet zomaar, maar moesten een individueel plan ter goedkeuring voorleggen. De Commissie stortte het enorme bedrag alleen door als dat plan voldoende aan haar beleidsdoelstellingen voldeed.
Voor België ging het om 6,8 miljard euro, bijna het driedubbele van het jaarlijkse budget voor justitie. België had er dus, net als alle andere lidstaten, alle belang bij aan de voorwaarden te voldoen. Door dat mechanisme verschuift geen enkele bevoegdheid naar de EU, maar wordt de feitelijke macht daarvan wel aanzienlijk groter.
Europese bubbel
Terwijl de media en de politieke partijen de afgelopen jaren druk bezig waren met onze negen ministers van Volksgezondheid verschoof de echte macht bijna geruisloos en zonder veel debat naar een niveau waarop diezelfde partijen en media veel minder vat hebben. Door de energiecrisis en de Russische inval in Oekraïne kwam de machtsvergroting van de EU dit jaar op volle snelheid, opnieuw zonder dat daarover veel te doen was.
Dat is wel degelijk een probleem. Niet omdat de EU niet machtiger mag worden, maar omdat de machtsuitoefening van overheden in een democratie altijd geproblematiseerd moet (kunnen) worden. Burgers moeten tijdens verkiezingen politici verantwoordelijk kunnen houden voor de beslissingen die werden genomen. Dat impliceert dat die burgers een idee hebben van wie er bij die beslissingen aan tafel zat en welke politici ze dus moeten belonen of afstraffen.
Door het gebrek aan interesse en door de institutionele flexibiliteit waarover de EU beschikt, ontbreekt die wisselwerking tussen burgers en politici op Europees niveau volledig. De groeiende macht van de EU gaat niet gepaard met groeiende verantwoording, maar voltrekt zich sluipenderwijs. Los van de grote merites die het Europees herstelfonds heeft, is dat een fundamenteel probleem.
Door de energiecrisis en de Russische inval in Oekraïne kwam de machtsvergroting van de EU dit jaar op volle snelheid, zonder dat daarover veel te doen was.
Dit is geen pleidooi voor een zwakker Europa, wel voor een debat die naam waardig over de machtsverdeling tussen Vlaanderen, België en de EU. Na meer dan een halve eeuw gaat het Belgische communautaire debat nog altijd over het bevoegdheidsrechtelijke onderscheid tussen pakweg dierenwelzijn en dierengezondheid, terwijl niemand bezig lijkt met de vraag of België een federale staat in een Europese federale staat moet worden.
Hoe gaan we om met dossiers waarin de visies aan beide kanten van de taalgrens zo uiteenlopen dat een gezamenlijk Europees standpunt vrijwel onmogelijk lijkt, zoals bij de natuurherstelwet? Welke plaats heeft een overheid die geprangd zit tussen de eigen taal- en cultuurgemeenschap enerzijds en de Europese deur naar de rest van de wereld anderzijds? En voor welke bevoegdheden staan we sterker met alle lidstaten samen?
Wie geen aandacht heeft voor een sluipende machtsverschuiving, zal die niet sturen maar ondergaan. Laat het Europees voorzitterschap van België het komende jaar een aanleiding zijn om het institutionele debat open te trekken en het over de rol van Vlaanderen en België in Europese context te hebben. Dat biedt voorstanders van een sterkere EU de mogelijkheid burgers ervan te overtuigen dat de Unie geen trein is die - wat de publieke opinie ook denkt - doordendert en het vermijdt karikaturen over de zogenaamd wereldvreemde Europese bubbel.
Bovendien kan het een manier zijn om het krampachtige interne communautaire debat de nodige lucht te geven. En wie weet, droogt het Belgische institutionele moeras dan wel eens op.
Vanaf januari bekijkt Quinten Jacobs hier een keer per maand de actualiteit door de bril van het grondwettelijk recht.
Meest gelezen
- 1 Ghelamco-eigenaar Paul Gheysens verkoopt duurste penthouse van België
- 2 Fabien Pinckaers, de man achter miljardenbedrijf Odoo: ‘Ons grote geluk is dat de concurrentie shit is’
- 3 De must-reads van het weekend
- 4 Belgische olie-invoer spekt Russische oorlogskas en Poetins paleis
- 5 Chinees gepoker met grondstoffen kan Europa zuur opbreken