opinie

De drie klaslokalen van hoger onderwijs

vicevoorzitter Europese Vereniging van Service-Learning in Hoger Onderwijs (KUL)

In het hoger onderwijs zijn er drie klaslokalen, die een gelijke behandeling verdienen.

Kennisoverdracht in het hoger onderwijs speelt zich af in minstens drie soorten klaslokalen. Het eerste is de traditionele aula, een concrete ruimte waar de docent en de student elkaar in persoon ontmoeten. Die ruimte kan groot genoeg zijn voor een paar honderd studenten, maar ook klein voor een werkcollege, laboratoriumoefeningen of anatomische dissecties.

De essentie
  • De auteur: Nicolas Standaert is vicevoorzitter van de Europese Vereniging van Service-Learning in Hoger Onderwijs.
  • De kwestie: In het hoger onderwijs bestaan drie klaslokalen: de aula, de digitale ruimte en de maatschappij.
  • Het voorstel: Breng die drie in balans en investeer niet uitsluitend in de digitalisering.
Advertentie

Die onderwijsvorm staat wat onder druk. Men zoekt terecht naar lesvormen die studenten interactief bij de kennisoverdracht betrekken. Maar met zijn meer dan 2.500 jaar geschiedenis (niet voor niets gebruiken we het Griekse woord ‘aula’) heeft deze onderwijsvorm van direct en persoonlijk contact tussen docent en studenten zijn degelijkheid bewezen. Het gemis aan dat directe contact tijdens corona heeft de waarde en belang ervan des te meer aangetoond. Investeren in de opleiding van begeesterde en begeesterende docenten blijft daarom heel belangrijk voor de toekomst van het hoger onderwijs.

Een tweede, nieuwe vorm van klaslokaal is de digitale ruimte. Die ongemeen boeiende revolutie is uniek in de geschiedenis van het onderwijs. De wereld van kennisclips, screencasts en podcasts biedt ongeziene mogelijkheden: van beeldmateriaal tot inclusieve MOOCs (Massive Open Online Courses), met toepassingen voor het brede gamma van taalonderwijs tot wiskundige vraagstukken. Bovendien doorbreekt digitaal afstandsonderwijs veel grenzen: nationale, culturele en sociale, waardoor een Vlaamse student of een vluchteling in Jordanië dezelfde Harvard-cursus kan volgen.

Het digitale onderwijs wordt als oplossing voor alle problemen gezien en vooral voor bezuinigingen in de aula.

Advertentie

In dat klaslokaal wordt terecht veel geïnvesteerd. Maar het wordt verontrustend als, door het enthousiasme over de mogelijkheden, in vele Europese instellingen een discours ontstaat van blended learning als bijna enige toekomstgerichte of innovatieve vorm van onderwijs. Het digitale onderwijs wordt dan als oplossing voor alle problemen gezien en vooral voor bezuinigingen in het eerste klaslokaal.

Daarbij onderschat men de echte kosten van digitale investeringen, zowel in tijd als in geld. Die gaan meestal niet naar het onderwijs zelf maar naar de ondersteuning: zowel in materiaal (dat steeds geüpdatet moet worden) als in personeel (technische ondersteuners die zelf geen les geven).

De digitale ervaring is bovendien nog te recent om de duurzaamheid ervan na te gaan. Uit het eerste klaslokaal leren we dat onderwijs zich steeds aanpast aan nieuwe inzichten en doelpubliek. Dat is moeilijk met een afgewerkte MOOC. Het digitale klaslokaal is een versterking, niet een vervanging van de aula.

Maatschappij

Maar is nog een derde klaslokaal dat minstens even innovatief is, althans in Europa: de maatschappij. Dat klaslokaal komt tot uiting in onderwijsvormen zoals service-learning waarbij studenten zich in de maatschappij engageren, over hun ervaring reflecteren, en zo bijleren op persoonlijk, maatschappelijk en academisch vlak. Studenten theologie en criminologie, bijvoorbeeld, volgen in de gevangenis samen met gedetineerde studenten een college over de zin en onzin van gevangenisstraf.

In die onderwijsvorm zijn er verschillende docenten. In de eerste plaats de maatschappij, vertegenwoordigd door maatschappelijke organisaties of gedetineerden, de studenten zelf, die het leerproces in handen nemen, en de klassieke docenten, die hen daarin begeleiden.

Met de nadruk niet alleen op het hoofd, maar ook op handen en hart, is de impact van die onderwijsvorm, die in de VS en Latijns-Amerika al vijftig jaar bestaat, zeer groot. Niet verwonderlijk dat in het postcoronatijdperk die toekomstgerichte onderwijsvorm van community engaged learning ook in Europa snel opgang maakt. Bij ons bundelt het Vlaamse Netwerk van Service-Learning in Hoger Onderwijs de krachten van alle Vlaamse hogescholen en universiteiten.

Jongeren opleiden voor, samen met en vanuit de maatschappij veronderstelt andere werkvormen: niet afstand maar nabijheid door het persoonlijke contact tussen studenten en de samenleving.

Het klaslokaal van de maatschappij vereist ook een ernstige investering. Jongeren opleiden voor, samen met en vanuit de maatschappij veronderstelt andere werkvormen: niet afstand maar nabijheid door het persoonlijke contact tussen studenten en de samenleving. Dat vergt wederzijds overleg met maatschappelijke organisaties en persoonlijke begeleiding van studenten in hun reflecties.

Dat klaslokaal is kwetsbaar. Enerzijds berust de prille groei nog sterk op vrijwilligerswerk van docenten. Anderzijds laten Vlaamse en Europese instellingen die al initiatieven van service learning namen het maatschappelijke lokaal bij de minste besparing vallen in ruil voor nog maar eens een veel grotere investering in het digitale klaslokaal.

Met drie klaslokalen staat hoger onderwijs voor boeiende uitdagingen. De boodschap is: breng de behandeling van die drie klaslokalen beter in balans. Vergeet de aula niet, want goede docenten die voor de klas staan blijven noodzakelijk. Investeer in de fantastische mogelijkheden van digitaal onderwijs, maar niet onevenredig veel. Investeer ook in het klaslokaal van de maatschappij: die onderwijsvorm bevordert de maatschappelijke betrokkenheid van instellingen van hoger onderwijs en laat ze samenwerken om een toekomstgericht en solidair Europa uit te bouwen.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Paul Gheysens richtte in 1985 Ghelamco op en bouwde het uit tot een van de grootste vastgoedontwikkelaars van het land.
Paul Gheysens, de gevreesde vastgoedboer met twee gezichten
In veertig jaar tijd bouwde de boerenzoon Paul Gheysens zijn familiebedrijf Ghelamco uit tot een van de belangrijkste en bekendste vastgoedontwikkelaars van België. Net nu zijn imperium in woelig water zit, staat hij voor een dubbele generatiewissel. Portret van een brutale visionair met een neus voor opportuniteiten.
Gesponsorde inhoud