De erfenis van Glaverbel
AGC Glass Europe is voor velen nog steeds bekender als Glaverbel, dat vooral in de jaren 90 sterk uitbreidde en internationaliseerde. Maar de voorbije jaren is het vooral bekend van een rist herstructureringen.
1961: Glaverbel ontstaat als fusie van Glaces & Verres (Glaver) en Union des Verreries Méchaniques Belges (Univerbel). Onder de aandeelhouders is onder meer het Franse bedrijf BSN, maar evenzeer de rivaal Saint-Gobain. De tegenstellingen in het aandeelhouderschap komen het dynamisme in het bedrijf bepaald niet ten goede, en het is langzaam in het volgen van innovaties.
1972: Glaverbel komt onder de controle van BSN (58%), en wordt deel van de vlakglaspoot van die groep. De familie Boël behoudt 17,5 procent, de rest zit verdeeld bij de Generale Maatschappij en Cobepa.
jaren 70: Technologische evoluties, een moeilijke conjunctuur en een prijzenslag leiden tot herstructureringen in de glasindustrie met zware sociale gevolgen. Glaverbel sluit bijvoorbeeld acht vensterglasovens. Het diversifieert daarnaast in de veredeling van glas.
1980: Na de aanstelling van een nieuw management met Jean-Marie de Carpentries en Philippe Bodson wordt sinds jaren weer een positief resultaat geboekt.
1981: BSN wil zich wat glas betreft op holglas focussen en Glaverbel komt voor 80 procent in handen van het Japanse Asahi Glass Co. uit de Mitsubishi-groep. Glaverbel behoudt een grote beheersautonomie en ontwikkelt zich in West-Europa via investeringen, partnerschappen en overnames.
1985: Asahi Glass Co. krijgt de volledige 100 procent in handen en zet een proces in van herstructureringen en investeringen, waarbij de helft van het personeelsbestand wordt geschrapt.
1987: Via een beursgang verwerft Glaverbel de middelen voor een ambitieuze groeistrategie.
1991: Als eerste westerse industrieel bedrijf investeert Glaverbel in het toenmalige Tsjecho-Slovakije. Geleidelijk neemt het de nationale vlakglasproducent volledig over. Dat is nu AGC Flat Glass Czech.
1997: Glaverbel investeert op een gelijkaardige manier als eerste westerse glasfabrikant in Rusland en neemt er geleidelijk de grootste nationale producent over. Dat is nu AGC Bor Glassworks.
1998: Glaverbel neemt de Europese vlakglasoperaties PPG over (vooral in Frankrijk en Italië)
Laatste decennium getekend door ontslagrondes
Enkele opvallende:
2004: 96 van de 240 jobs in Lodelinsart
2006: 86 van de 178 in Lodelinsart, 31 jobs in Zeebrugge
2009: 200 jobs in Fleurus en Seneffe
2010: 101 van de 297 banen in Zeebrugge
2002: ACG wordt wereldwijd gereorganiseerd. Daarin kadert de volledige overname van Glaverbel, dat van de beurs verdwijnt.
2004: Het voorbije decennium wordt getekend door reducties van het personeel (zie inzet)
2007: Glaverbel wordt omgedoopt in AGC Flat Glass Europe
2010: De naam kort verder in tot AGC Glass Europe, waarvan het hoofdkwartier nog steeds in Brussel gevestigd is.
2013: AGC Glass Europe telt 14.500 werknemers op 100 locaties
De glasindustrie in België
Er zijn in ons land nog tien glasfabrieken en een dertigtal glasverwerkende bedrijven. Samen zijn ze goed voor ongeveer 7.700 directe banen.
80 procent van de productie is voor export bestemd.
Tewerkstelling zat op het hoogste peil in 1926 met zowat 35.000 banen.
Productie steeg van ongeveer 800.000 ton aan het begin van de jaren 60 naar een piek van 1.631.000 ton in 1998 en zakte sindsdien naar zo'n 960.000 ton in 2012, toen de sector goed was voor een gezamenlijke omzet van ongeveer 2,3 miljard euro.
* Bron: sectorfederatie VGI (Verbond van de Glasindustrie)
Meest gelezen
- 1 14 fondsen die beter doen dan de hangmatbelegger
- 2 Trump clasht met opperrechter over controversiële deportatie
- 3 Poetin gunt Trump geen volwaardig staakt-het-vuren in oorlog in Oekraïne
- 4 Bij de Eiercommissie in Kruishoutem: '17,69 cent. Kan iedereen zich daarin vinden?'
- 5 Microsoft wil 600.000 Belgen met AI leren werken