Van iMinds en Netlog tot Henchman: zo knokte Gent zich tot leidende techhub

'Laat bij internationale investeerders het woord 'Belgium' vallen en er volgt een 'hmm'. 'Antwerpen of Brussel? Die doen amper een belletje rinkelen. Maar Ghent? Oh, sure! Dat weten ze liggen.' Tanguy Serraes, investeerder bij het Gentse Octo Reef en partner bij het financieringsbureau The Harbour, weet het wel zeker: zijn stad geniet beetje bij beetje meer aanzien als Europese techhub.

De miljoenendeal van de slimme advocatenbutler Henchman en de series A-kapitaalronde bij het transportsoftwarbedrijf Qargo belichtten deze week nog maar eens het bloeiende landschap voor start-ups in de Arteveldestad. Om te begrijpen waar die successen vandaan komen, moeten we terug in de tijd.

Op het Emile Braunplein, in de schaduw van het Belfort, stond eind jaren 90 de wieg van Netlog. Oprichters Lorenz Bogaert, Toon Coppens en Nicolas Van Eenaeme bouwden er een 'Vlaams Facebook', dat op zijn hoogtepunt 100 miljoen gebruikers telde en 100 miljoen dollar waard was. Uiteindelijk verloor Netlog de strijd tegen het origineel, maar uit de as herrezen nieuwe start-ups: het datingplatform Twoo en de vastgoedsite Realo.

Ongewild was het internetbedrijf een van de allereerste incubatoren in ons land, want ook bij bekende techbedrijven als In The Pocket en Showpad lagen ex-Netloggers aan de basis. Een andere hoofdrolspeler was het in 2004 opgerichte onderzoekscentrum iMinds, het vroegere IBBT, dat in 2016 werd samengevoegd met het Leuvense Imec. Heel wat studenten kregen er zin in ondernemen en gooiden zich op de groeiende softwarebusiness.

Groeikapitaal

Die bedrijven werden succesvol en slaagden erin nieuw talent en kapitaal aan te trekken. Dat leidde dan weer tot ondersteunende diensten en ondernemers die elkaar vinden in hechte netwerken. Al die effecten versterken elkaar.

Bij Showpad, een van de grootste successen, herhaalde de geschiedenis zich tijdens corona: werknemers zwermden uit, oprichters Pieterjan Bouten en Louis Jonckheere lieten het bedrijf operationeel los en gingen zich - net als de Netlog-kliek - bezighouden met startende ondernemers die ze kapitaal én advies geven.

'De sterkte van het Gentse ecosysteem is dat je hier kan leren uit de missers van al je voorgangers', zegt Andreas De Neve, de topman van het hr-techbedrijf Techwolf. 'Wij sturen nu zes mensen naar New York, omdat we van Pieterjan en Louis geleerd hebben dat het belangrijk is Belgen ter plaatse te hebben. Anders weet die prille Amerikaanse afdeling langs geen kanten hoe het in België werkt.'

Een grote familie

Dat Henchman een kantoorgebouw deelt met Showpad, Jonckheere in de raad van bestuur van Henchman zetelt en Pitchdrive - het techfonds van Lorenz Bogaerts broer Boris - een vroege investeerder in Henchman is: allemaal geen toeval. 'Het is één grote familie geworden', zegt Serraes. 'Hapt de ene toe bij een veelbelovend bedrijf, dan volgt de andere. Gent is per slot van rekening een dorp. Iedereen kent elkaar, spreekt met elkaar en gunt elkaar iets.'

Al kan dat ook een nadeel zijn. Als niemand durft te springen, blijven veelbelovende ideeën misschien in de lade liggen. En bij de tegenvallers, zoals onlangs het omvallen van het influencerplatform Influo, is iedereen betrokken, maar wil niemand er al te hard aan herinnerd worden.

Neusje van de zalm

Het nieuwe modewoord in Gent is paying it forward. Die term, ingevoerd uit Silicon Valley, betekent zoveel als elkaar belangeloos helpen, zonder een directe return te verwachten. Dat is ook het idee achter het Wintercircus, de nieuwe technologietempel met plaats voor 40 start-ups die in september de deuren opent.

Anaïs De Boulle van Deloitte noemt het Wintercircus 'de kers op de taart' van het ecosysteem. De stad zette mee haar schouders onder het initiatief door het iconische gebouw voor 75 jaar in erfpacht te geven aan TENT, een consortium van Gentse techondernemers waarin de stad ook zelf aandeelhouder is. Het toont hoe ook het stadsbestuur zijn digitale gemeenschap heeft omarmd. Een legertje adviseurs staat er klaar om investeerders en ondernemers de weg te wijzen naar de 'number 1 start up city in Flanders'.

West-Vlamingen

Behalve veel ervaring, kapitaal, hogescholen en een universiteit heeft Gent ook nog plaats om te ondernemen en is de stad vlotter bereikbaar dan Antwerpen of Brussel. 'En er zijn veel West-Vlamingen', zegt Joris Van Der Gucht, de medeoprichter van de specialist in boekhoudtechnologie Silverfin. 'Gent wordt vaak de officieuze hoofdstad van West-Vlaanderen genoemd. Wel, ik vind dat positief. Een goed techteam bestaat uit een Oost-Vlaamse én een West-Vlaamse oprichter, zeggen we soms al lachend.'

Maar een wereldhub is Gent nog niet. 'Als je voorbij 100 mensen of een waardering van 100 miljoen wil groeien, wordt Gent te klein. Dan moet je gewoon naar het buitenland', zegt De Neve. 'Aan onze universiteit studeren elk jaar 50 burgerlijk ingenieurs af, terwijl TechWolf er tien aanwerft. Voor early-stagebedrijven is het hier super, maar voor de volgende stap is Gent nog niet klaar.'