‘De biervoorraad van drie maanden voor Albert Heijn was na een week uitverkocht’

Toen Charlotte De Cock (33) en haar broer vijf jaar geleden in hun nieuwe brouwerij hun eerste bier brouwden, hadden ze nog geen enkele klant. Nu sturen ze voor het eerst hun bier de oceaan over. ‘De eerste 50.000 flesjes zijn vertrokken naar onze distributeur in de Verenigde Staten, die ze zal verspreiden over cafés en bierhandels’, zegt De Cock. ‘Binnenkort volgt een tweede lading.’ In de eigen regio is het bier van het merk Kerel al vlot verkrijgbaar, via Delhaize en via Albert Heijn ook in Nederland.

Dat ze in de biersector belandde is verrassend, want Charlotte De Cock was voorbestemd om hesp en salami te verkopen. Ze is een telg van de familie De Cock van de charcuteriemaker Charles. Vier jaar was ze er aankoper, terwijl haar broer Jozef (37) en hun vader Philippe (60) de productie aanstuurden. Vanwege een verschil in visie over de toekomst van het bedrijf liet vader Philippe zich door zijn broer uitkopen en besloot hij met zijn gezin een nieuw ondernemersavontuur te beginnen. ‘We voerden verregaande overnamegesprekken met een ander vleesbedrijf. Maar daar zagen we van af, omdat we niet wilden concurreren met onze familie.’

Toen viel hun oog op een vervallen brouwerij in Tielrode, een deelgemeente van Temse. Was het geen idee om bier te brouwen? ‘Dat sprak ons wel aan. Bij vlees draait alles om de laagste prijs. Bier draait om kwaliteit’, zegt De Cock.

Enige hinderpaal: de familie kende niets van bier. ‘En als we iets doen, willen we het goed doen. Dus  informeerden we ons via een studie van Deloitte over de markt. Welke bierstijlen zijn in opmars? Wat mist België nog?’ Ondertussen begonnen Jozef en Philippe in de garage bier te brouwen. Jozef volgde ook een cursus bierbrouwen.

In de zomer van 2017 opende de familie haar grondig gerenoveerde brouwerij VBDCK. De naam is de samensmelting van de historische brouwerijnaam Verbeeck-Back en die van de familie De Cock. In de ketels maakt Jozef vandaag eerder bittere nichebierstijlen als IPA, saison en stout, terwijl Charlotte het commerciële werk doet. ‘Onze pa is ook betrokken. Hij is onder meer verantwoordelijk voor het kwaliteitssysteem. Al wil hij in de komende jaren afbouwen.’

Bolle flesjes

Vorig jaar verkocht De Cock 4.000 hectoliter Kerel-bier. Goed voor 1 miljoen euro omzet. Zo is het een vrij kleine speler, maar niet slecht voor iemand die vijf jaar geleden van nul begon. ‘We hebben het bier eerst verkocht in cafés rond de kerktoren en zijn dan blijven uitbreiden.’

Dat gebeurde met vallen en opstaan. Het liep al snel mis met de distributeur met wie de familie samenwerkte, waardoor De Cock zelf de baan op ging. Vlak na de lancering kreeg ze van de flessenleverancier te horen dat die zou stoppen met het kenmerkende bolle flesje waarin het Kerel-bier zit. ‘Essentieel voor ons imago, dus moesten we een andere fabrikant zoeken. We hebben een eigen mal moeten laten maken, wat behoorlijk duur was.’ 

Intussen bouwde Charlotte De Cock haar netwerk uit. Ze verkocht haar bier aan enkele zelfstandige Delhaize- en Carrefour-vestigingen, die al snel haar grootste klanten werden. Op het Belgian Beer Weekend in Brussel ontmoette ze inkopers van Delhaize en Colruyt, waarna de bieren in 2019 bij OKay in de rekken kwamen en in 2020 - vlak voor corona uitbrak - nationaal bij Delhaize. De verkoop van supermarkten ging de hoogte in, terwijl de consumptie in de horeca kelderde.

In 2021 volgde Albert Heijn. ‘Met prognoses van de keten brouwden we in de aanloop naar de lancering bier voor drie maanden. Of dat dachten we toch, want na een week was de voorraad uitverkocht’, zegt De Cock. ‘Nu kan ik daarmee lachen, maar toen was het alle hens aan dek. We moesten extra personeel aannemen en in allerijl twee tweedehands brouwketels kopen. We hebben met zijn allen dag en nacht gewerkt. Gelukkig had Albert Heijn begrip. Sinds we begin dit jaar nog eens zeven nieuwe tanks hebben geïnstalleerd, verloopt alles normaal.’

Investeren

Stilaan wordt VBDCK winstgevend. ‘Vorig jaar waren we voor het eerst break-even op ebitda-niveau (brutobedrijfswinst, red.)’, zegt De Cock. De familie investeerde initieel zo’n 5 miljoen euro in de brouwerij. In 2019 pompte ze er nog eens 1,5 miljoen euro in.

Om structureel winstgevend te worden wil de familie meer bier verkopen in eigen land, maar ook in het buitenland. ‘We zitten nu al in twaalf landen. Zopas sloten we een deal met de Portugese winkels van de Spaanse warenhuisketen El Corte Inglés. We hopen ook een samenwerking te sluiten met hun Spaanse winkels. 30 procent van ons bier gaat naar het buitenland. We dromen ervan op termijn de helft te exporteren.’