Belgische voedingsindustrie ziet omzet 30 procent krimpen

De Belgische voedingsbedrijven hebben hun omzet door de coronacrisis in elkaar zien zakken. Van midden maart tot nu spreken ze over een dip van gemiddeld 30 procent. Dat meldt de sectorfederatie Fevia.

‘We zijn snel erkend als een essentiële sector. Voedingsbedrijven konden mits de nodige maatregelen blijven doorwerken. Dat heeft misschien de indruk gewekt dat we perfect door de crisis zijn gekomen, maar dat is niet zo’, zegt Bart Buysse, de CEO van Fevia.

‘We waren het jaar nochtans goed begonnen en zetten de positieve trend van 2019 verder. In maart hebben veel bedrijven zich uit de naad gewerkt om het hamstergedrag van de consumenten te volgen’, vertelt Jan Vander Stichele, de voorzitter van de federatie. Wat daarna volgde, noemt hij ‘een catastrofe’. Onder meer de leveranciers aan horeca, scholen en evenementen kregen rake klappen, terwijl ook de export terugviel. Bovendien stegen de productiekosten en daalde vaak de efficiëntie van de productielijnen, het gevolg van de voorzorgsmaatregelen en de aankoop van beschermingsmateriaal.

Liquiditeitsproblemen

Het resultaat is dat een op de drie voedingsbedrijven kampt met liquiditeitsproblemen, ondanks de steunmaatregelen waar de bedrijven dankbaar gebruik van maakten. 70 procent van de bedrijven had eind april een aanvraag ingediend voor tijdelijke werkloosheid, goed voor 30 procent het totale aantal werknemers. Zowat driekwart van de investeringsplannen zijn on hold gezet, waarvan een deel mogelijk niet meer uitgevoerd wordt.

De terugval komt er na een recordjaar. Vorig jaar steeg de omzet van de Belgische voedingsbedrijven met 5,9 procent naar 54,9 miljard euro. Onder meer de export naar de VS, Japan, China en Saoedi-Arabië zat stevig in de lift. ‘Je hebt de klassiekers zoals bier, chocolade en aardappelproducten, maar de groei was veel breder', zegt Buysse.

De werkgelegenheid dikte 2 procent aan tot net geen 95.000. Daarmee is het de grootste industriële sector in ons land, met bedrijven als Vandemoortele, Neuhaus, Greenyard, La Lorraine en Lotus.

De sector hoopt in 2021 en 2022 te herstellen. ‘Maar de motor zal niet vanzelf aanslaan’, luidt het. Fevia kijkt daarom ook naar de overheid. Fevia roept onder meer op een einde te maken aan de ‘lasagne aan bijdragen en taksen’ die de prijs van Belgische voedingsproducten omhoog drijft. Dat zou ook een halt moeten toeroepen aan de grensaankopen die vorig jaar stegen tot 639 miljoen euro.