Antwerpse scheepvaartfamilie Brion: 'De tijd dat een rederij gewoon van A naar B moest varen is voorbij'

De familie Brion is een van de handvol discrete Antwerpse families die het voor het zeggen hebben in de scheepvaart. Ze zijn niet happig op interviews, maar naar aanleiding van het honderdjarige bestaan van haar rederij Conti-Lines maakt CEO en pater familias Jean-Frédéric Brion (68) een uitzondering. 'Hoe kan een privéfirma honderd jaar overleven? Simpel, je moet weten waar je goed in bent. Bij ons was dat altijd het transporteren van staal of graan. Aan containers of tankers hebben we nooit gedacht. Droge bulk was altijd al onze specialiteit en dat zal zo blijven.'

Conti-Lines werd een familiebedrijf toen Jean Brion, de vader van Jean-Frédéric, na de Tweede Wereldoorlog in het bedrijf Continental Lines stapte. Dat was in 1923 opgericht door een Antwerpenaar die met een erfenis twee schepen had gekocht voor een lijnvaart tussen Antwerpen en Londen. 'Dat werd een succes, en de man verkocht zijn schepen', zegt Brion. 'Toen is het bedrijf een logistieke firma, een expediteur, geworden.'

Vandaag zijn de Brions naar eigen zeggen nog altijd 'meer operators dan reders', maar toch kocht het bedrijf de jongste jaren weer meer eigen schepen. 'Daar zijn we mee begonnen in 2015', zegt Brion. 'Voor de deepsea (intercontinentale trafiek, red.) zijn we wereldwijd actief, met een historisch sterke positie in Noord- en West-Afrika en Centraal- en Zuid-Amerika. Voor die lange afstanden bleek het toch voordeliger met eigen schepen te varen.'

Ammoniak

De vloot telt 45 schepen, waarvan vijf in het bezit zijn van de rederij. Volgend jaar volgen nog drie schepen. Brion zet in op energiezuiniger modellen, maar blijft wel vasthouden aan olie als brandstof. 'Zolang we in havens in West-Afrika en Zuid-Amerika moeten lossen, is het onmogelijk ammoniak te tanken. Die havens zijn daar niet op voorzien. Voor onze eigen schepen geloven we daarom nog altijd in olie, maar wel met moderne schepen die minder verbruiken en die trager varen.'

Een belangrijke sectorgenoot van Conti-Lines is CMB, de drogebulkrederij van de familie Saverys. Die zet wel zwaar in op groene technologie en een koolstofvrije vloot, toont ook de recente deal met Euronav. Conti-Lines wacht af, omdat er nog geen consensus is over de brandstof van de toekomst voor hun type schepen. 'Voor de kleinere schepen kunnen we misschien elektrisch gaan, maar voor onze grote schepen is dat moeilijk. Maar dat wil niet zeggen dat we niet vernieuwen. Moderne nieuwbouwschepen verbruiken 25 tot 30 procent minder brandstof. Bij ons bestaat 85 procent van de vloot uit zulke nieuwe schepen.'

Gekoelde opslagplaats

Brion nam de leiding over van zijn vader in 1998, 18 jaar nadat hij bij het bedrijf was begonnen. Eind dit jaar zal hij de fakkel doorgeven aan zijn twee zonen, Jean-Yves (40), die verantwoordelijk wordt voor de deepsea, en Gregory (38), die de shortsea, de vaart binnen Europa, onder zijn hoede krijgt. Loslaten vindt Brion niet moeilijk. 'Ik neem zelf de beslissing een stap opzij te zetten. Dat was destijds bij mijn vader anders. Daar heb ik moeten zeggen: 'Het is tijd, nu word ik de CEO.' Het momentum voor een nieuwe generatie is er. Ze zijn heel gemotiveerd. Ik heb het volste vertrouwen.'

Conti-Lines is nu de generatiewissel eraankomt niet alleen actief als scheepsoperator en reder, maar ook in de logistiek. 'De tijd dat je als rederij gewoon een lading moest vervoeren van punt A naar punt B is voorbij. Net zoals bij het containertransport moet je ook op land aanwezig zijn, je klanten een extra service bieden tot en met de eindbestemming.'

Daarom plant Conti-Lines samen met een Franse groep de bouw van een grote gekoelde opslagplaats in de Antwerpse haven. Het is ook betrokken bij Antwerp Railhouse, twee magazijnen waar treinen rechtstreeks kunnen binnenrijden. 'Het verkeer in Antwerpen wordt almaar moeilijker. Er moet meer vracht vervoerd worden over het spoor. Met zulke operaties nemen we minder risico’s dan in de scheepvaart. Spreiden is belangrijk.'