Belgische IT-dienstverlener Delaware groeit uit tot multinational die nooit wil verkocht worden

Al 17 jaar heeft Delaware, dat geavanceerde ICT-oplossingen en -diensten levert, een partnerschap met de Amerikaanse softwarereus Microsoft. Recent is beslist daar nog eens drie jaar aan te breien, zodat Delaware zijn klanten clouddiensten als Azure en generatieve AI kan aanbieden.

Met de nieuwe deal moeten de klanten nog meer ondersteuning krijgen als ze die Microsoft-diensten gebruiken. 'We willen die dienstverlening jaarlijks met 30 procent doen groeien', zegt managing partner Jan De Bock. Hij staat ons te woord in de gloednieuwe kantoren van Delaware in de buurt van Flanders Expo in Gent. Zowat 500 medewerkers zullen er aan de slag zijn als alle verdiepingen in gebruik zijn genomen. 

Vandaag haalt Delaware bijna de helft van zijn omzet uit het aanbieden van Microsoft-diensten, maar aanvankelijk zette het vooral in op SAP-softwareoplossingen. Met die Duitse software kunnen de klanten van Delaware hun financiën, logistiek, productie en personeelsbeheer automatiseren en integreren. Om het beheer van klantenrelaties en de verkoopprocessen in goede banen te leiden, doet Delaware een beroep op de software van Salesforce. 'Dikwijls blijkt de beste oplossing een combinatie van die drie ecosystemen te zijn', legt De Bock uit. Vorig jaar realiseerde Delaware voor België en Luxemburg samen 285 miljoen euro, een groei van 11 procent.

Nooit te koop

Delaware begon ooit als de IT-dienstverlener Delaware Computing en werd in 1989 overgenomen door Bekaert. Tien jaar later belandden de ICT-diensten bij Arthur Andersen. Toen dat consultancybedrijf in 2002 verwikkeld raakte in de soap over het failliete Amerikaanse energieconcern Enron, kwamen de activiteiten bij Deloitte terecht. Een jaar later deden Peter Oyserman, Jan Delaere en Luc Van Aelbroeck een manage­ment­buy-out. De drie zijn niet langer actief in de dagelijkse werking, maar zijn nog wel vennoot van Delaware.

Misschien is het door die geschiedenis van wisselende eigenaars dat de oprichters van Delaware hun bedrijf niet meer wil verkopen. 'We willen een organisatie zijn die 150 jaar blijft bestaan', zegt De Bock. 'Daarom zijn de aandelen van het bedrijf volledig in handen van de partners, zonder externe investeerders.'

De partners kopen de aandelen voor een relatief lage nominale waarde en geven ze bij het stoppen van het aandeelhouderschap voor dezelfde nominale waarde door aan de volgende generatie partners. 'Zo kunnen jonge mensen, die nog geen grote kapitalen hebben opgebouwd, instappen en meebouwen aan de toekomst van Delaware.' De aandelen geven recht op een winstuitkering, al moet 25 procent van die winst verplicht geherinvesteerd worden in de organisatie.

Internationaal telt Delaware een 70-tal partners, in België en Luxemburg zijn er 29. 'We werken met een gedistribueerd leiderschap, waarbij iedereen zo veel mogelijk autonomie krijgt. We zien onszelf als een collectief. We noemen onszelf een band of brothers and sisters.'

Om de instroom van talent gaande te houden, werft Delaware jaarlijks meer dan 100 schoolverlaters aan. 'We vinden die vrij gemakkelijk', geeft De Bock aan. 'Het vinden van lokale seniorprofielen daarentegen is een uitdaging, zoals voor iedereen in de sector.' Voor de rekrutering van die oudere profielen gebruikt Delaware onder meer de internationale voetafdruk om mensen uit andere entiteiten naar België te brengen.

Voor de internationale ontwikkeling kiest Delaware voor een 'glokale' aanpak. 'In plaats van Belgische missionarissen te sturen, hebben we gekozen voor een platformbenadering waarbij we lokaal talent vinden dat matcht met ons DNA', zegt De Bock.

AI

Maar net als bij andere softwarebedrijven veroorzaakt de explosieve groei van AI een revolutie. Zowel intern als extern. Een kritiek op generatieve AI is dat gebruikers na de eerste experimenten minder enthousiast worden. De Bock ontkent dat niet. 'Aanvankelijk zagen we ook intern een piek in het gebruik, waarna het weer afnam.' Voor een deel komt dat door te hooggespannen verwachtingen, maar vooral door een gebrek aan opleiding. 'We hebben daarom een programma opgezet om onze consultants continu te trainen, waardoor de adoptie weer in stijgende lijn zit.' 

Delaware kijkt ook al naar de volgende stap: AI-agents, geautomatiseerde softwareprogramma's die zelfstandig taken kunnen uitvoeren en beslissingen kunnen nemen op basis van grote hoeveelheden data. 'We zien dat als een voorloper van hyperautomatisering, waarbij veel aspecten van huidige processen door AI-agents kunnen worden overgenomen.'

Delaware heeft een incubator opgericht die specifiek rond AI-agents werkt om met klanten te experimenteren en te verkennen hoe de technologie ingezet kan worden. 'Sommige klanten zijn nog terughoudend vanwege de onbekende en ethische impact, maar we geloven sterk dat AI-agents vooral een grote efficiëntiewinst kunnen betekenen, en mensen zich dan op waardevollere taken kunnen concentreren,' aldus De Bock. 'Heel veel bedrijven zijn zoekende. Iedereen wil iets met AI doen, maar vaak ontbreekt het fundament: gestructureerde data en heldere processen. Data zijn de weg naar AI.'