Duurste beleggingsfondsen leveren niet de beste rendementen
Beleggingsfondsen die hoge onkosten aanrekenen leveren niet noodzakelijk de beste rendementen. Dat leert een studie van de financieeltoezichthouder FSMA.
De FSMA stelde vrijdag tijdens een webinar naar aanleiding van het verschijnen van zijn jaarverslag twee studies voor die erin aan bod komen. De eerste bekijkt hoeveel onkosten Belgische openbare beleggingsfondsen aanrekenen en of ze waar voor hun geld bieden. De tweede geeft een overzicht van het Belgische landschap van beleggers in aandelen, ETF's en opties. ETF's, exchange traded funds of trackers, zijn beursgenoteerde aandelenfondsen.
- De onkosten voor beleggingsfondsen zijn de jongste twee jaar ongeveer gelijk gebleven, leert een studie van de toezichthouder FSMA. Een opvallende conclusie is dat de duurste fondsen niet noodzakelijk de beste rendementen opleveren.
- Uit een tweede onderzoek van de FSMA blijkt dat ons land in de periode 2019-2023 ruim 600.000 actieve retailbeleggers in aandelen en ETF's telde. ETF's, ook trackers genoemd, worden almaar populairder.
FSMA-voorzitter Jean-Paul Servais noemde een van de opvallendste conclusies van het onderzoek naar de beleggingsfondsen dat 'fondsen die relatief hoge kosten aanrekenen niet noodzakelijk goede prestaties leveren'. Dat gaat volgens Servais, die benadrukte dat dat geen oordeel inhoudt over de kwaliteit van het beheer van de fondsenmanagers, in tegen wat je intuïtief zou verwachten.
De studie vergeleek de onkosten met de rendementsprestatie van een groep beleggingsfondsen met vergelijkbare kenmerken. Ze leidt onder meer tot de conclusie dat een kwart (24%) van de 20 procent duurste fondsen de beste of goede prestaties levert. Bij de 20 procent goedkoopste fondsen is dat maar liefst 61 procent of ruim tweemaal zoveel.
Omgekeerd laat bijna de helft (47%) van de duurste fondsen zwakkere of de zwakste prestaties optekenen tegenover amper 23 procent bij de goedkoopste. De restcategorie bestaat uit de gemiddelde prestaties. Ook daar is het verschil groot: 29 procent bij de duurste tegenover 16 procent bij de goedkoopste fondsen.
Geen schaalvoordelen
Servais gaf als verklaring voor het grote verschil dat de duurste fondsen meestal klein zijn en dus geen schaalvoordelen voor hun onkosten hebben. FSMA-directeur Veerle De Schryver wees er ook op dat de toezichthouder geen prijsplafond kan opleggen en geen prijzenregulator is, maar dat gesprekken met de duurdere beheerders soms wel leiden tot lagere tarieven.
De FSMA kwam in zijn onderzoek ook tot de conclusie dat er in vergelijking met de eerste studie uit 2022 maar kleine evoluties zijn in de onkosten van beleggingsfondsen. De globale instapkosten daalden licht van gemiddeld 2,15 naar 2,06 procent. Bij de beheers- en andere kosten is er ook zo goed als een stabilisatie (1,4% in 2024 tegenover 1,45% in 2022). Afhankelijk van het type (aandelen-, obligaties-, geldmarktfondsen etc.) zijn er soms grotere verschillen en ook enkele prijsstijgingen.
612.000 retailbeleggers
De tweede studie wees uit dat in de periode 2019-2023 612.000 unieke Belgische retailbeleggers handelden in aandelen en/of ETF's via een entiteit onder toezicht van de FSMA. Zij waren goed voor 28 miljoen transacties en een totale waarde van 122 miljard euro, waarvan 94,5 procent aandelen en 5,5 procent ETF's.
De FSMA stelt vast dat ETF's almaar populairder worden. Bijna een kwart van de retailbeleggers actief in 2023 handelde minstens eenmaal in een ETF. Vorig jaar waren er meer dan 78.000 ETF-beleggers in ons land. Het aantal actieve aandelenbeleggers lijkt echter te pieken. Jongeren stoppen steeds vaker geld in ETF's en beleggen internationaler. Ouderen blijven dichter bij huis.
Beleggen blijkt ook een mannenzaak te zijn: twee derde van de transacties gebeurt door een man. Tijdens corona nam beleggen een hoge vlucht. Slechts een deel (39%) van de startende beleggers uit die periode is actief gebleven. Tot slot kwam de toezichthouder ook tot de conclusie dat beleggen in opties, waarvoor veel meer expertise nodig is, een nichemarkt is. In de periode 2019-2023 waren er slechts 12.000 Belgische retailbeleggers actief in opties.
Meest gelezen
- 1 Hoe groot zijn de verschillen tussen onderwijzers en werknemers?
- 2 'Markt onderschat groei bij D'Ieteren, Sofina en Brederode'
- 3 IT van de Vlaamse gemeenten komt in Canadese handen
- 4 Wie betoogt voor de kinderen die de pensioensneeuwbal mogen vangen?
- 5 Financieel vermogen van de Belgen met 1.252 miljard euro op hoogste peil ooit