Globachem, Limburgse wereldspeler in gewasbescherming: 'De voedingsindustrie is de laatste sector met overlevingskans in Europa'
Pal op de kruising tussen chemie en landbouw staat het Limburgse familiebedrijf Globachem met beide voeten diep in de actualiteit. De producent van gewasbeschermingsmiddelen waarschuwt voor Europa's kwetsbare positie. 'Als China op een dag Taiwan binnenvalt, heeft de hele wereld honger.'
De laatste binnendeuren worden nog geplaatst, stellingen moeten nog uit elkaar gehaald worden en het ruikt er nog naar verf. Maar de nieuwbouw is toch zo goed als klaar. We zijn in Sint-Truiden, in het Brustem Industriepark, waar Globachem, een specialist in gewasbeschermingsmiddelen voor land- en tuinbouw, er net flinke werken op heeft zitten. ‘We hadden dringend meer capaciteit nodig’, zegt Els Paesmans, die samen met haar echtgenoot Koen Quaghebeur het bedrijf leidt.
Er is veel veranderd sinds Paesmans en Quaghebeur 24 jaar geleden hun bedrijf oprichtten aan de keukentafel van hun woning in Wilderen, een deelgemeente van Sint-Truiden. Twaalf jaar lang was dat huis hun uitvalsbasis, een kantoor met zeven werknemers en labo ineen. ‘We hebben te lang te veel gedaan met te weinig mensen’, zegt Paesmans. ‘We draaiden toen al 50 miljoen euro omzet per jaar, en waren al lang geen kmo meer. Dat kon, omdat we de productie volledig uitbesteden.’
Zoals witte medicijnen
Het koppel - een boerenzoon en een boerendochter die elkaar leerden kennen in het eerste jaar bio-ingenieur (toen nog landbouwkundig ingenieur) aan de KU Leuven - sprong begin jaren 2000 in een gat in de markt. Ze kwamen met generieke gewasbeschermingsmiddelen - producten waarvan het patent is vervallen - om onkruiden, schimmels en insecten te bestrijden. ‘Denk aan de witte medicijnen, maar dan voor planten’, zegt Paesmans.
Wat wel hetzelfde gebleven is, is de manier van werken. Globachem heeft de hele keten in handen, van ontwikkeling tot verdeling van het product, maar doet bijna alleen de Research & Development (R&D) en registraties zelf. ‘We hebben nooit zelf geproduceerd’, zegt Paesmans. ‘We kopen grondstoffen vooral in Azië, die vervolgens verwerkt moeten worden met adjuvanten of solventen volgens onze eigen formuleringen. Dat gebeurt verspreid in Europa. Dan worden die producten gedistribueerd over de hele wereld.’
Het weer is veel extremer en onvoorspelbaarder geworden. We ontwikkelen nieuwe producten om de planten weerbaarder te maken tegen stresssituaties.
Toen de business in 2012 echt uit zijn voegen zou barsten, verhuisde het echtpaar het bedrijf naar het kantoor in het Brustem Industriepark. Sindsdien is de groei geëxplodeerd. Er werden serres gebouwd om gerichter nieuwe eigen producten te kunnen testen, en in 2019 nam het bedrijf een Brits innovatiecentrum over. Vandaag zijn de twee historische productgroepen (vervallen patenten en eigen toevoegingen) nog steeds belangrijk voor de meerderheid van de omzet van het bedrijf, vorig jaar 265 miljoen euro. ‘We zitten vooral in de akkerbouw’, zegt Paesmans. ‘Tarwe, gerst, mais, sojabonen, suikerbieten, aardappelen, fruit. Groenten is een heel klein segment.’
Innovatie
Met de opbrengst van die traditionele pijlers financiert Globachem - dat als slagzin ‘biologisch waar het kan, chemisch waar het moet’ heeft - een nieuwe, derde, tak rond innovatie. Het blijven vinden van nieuwe producten is nog altijd de groeimotor voor Globachem, zegt Quaghebeur. ‘We hebben voortdurend een 500-tal aanvragen voor registraties van nieuwe producten tegelijk lopen bij ministeries. Ruim de helft van onze 130 medewerkers werkt voor de R&D- en registratieafdelingen, in België en in het Verenigd Koninkrijk. In ons land werken we vooral met natuurlijke producten, zoals schimmels, bacteriën of biostimulanten, en in het VK werken we dan aan de chemische moleculen.’
Een drijver voor nieuwe producten is onder meer de klimaatverandering. ‘Het weer is veel extremer en onvoorspelbaarder geworden. We ontwikkelen nieuwe producten om de planten weerbaarder te maken tegen stresssituaties’, zegt Paesmans. Maar tegelijk is het ook een bedreiging. ‘Het heeft alleen maar geregend deze lente’, zegt Quaghebeur. ‘Wat normaal eind april al in de grond zou moeten zitten, zoals aardappelen of suikerbieten, was nog niet voor de helft gezaaid. Voor ons creëert dat onvoorspelbaarheid, je moet stockbuffers opbouwen. En dan heb je sommige producten te kort en andere te veel.’
Je moet altijd verschillende niveaus passeren, eerst Europees en dan nationaal. En op elk van die ministeries kan een dossier jarenlang blijven liggen. Heel frustrerend, en het remt de innovatie af.
Voor de R&D werkt Globachem samen met partners zoals universiteiten of start-ups. Het echtpaar investeerde al in verschillende jonge bedrijven. ‘Pure cashburn’, glimlacht Quaghebeur. ‘Maar zo proberen we nieuwe technologie vast te krijgen. Na de proof of concept (als de haalbaarheid getoetst wordt, red.) duurt het eigenlijk tien jaar voor je je eerste product op de markt hebt. Je moet de verschillende niveaus door, eerst Europees en dan nationaal, en op elk van die ministeries kan zo’n dossier jarenlang blijven liggen. Heel frustrerend, en het remt de innovatie af.’
Strenge wetgeving
Het wetgevend kader in Europa is een groot issue, meent Globachem. ‘Een product dat verboden is in Europa, of nog niet de juiste goedkeuring heeft, mag hier binnenkort niet meer geproduceerd worden', zegt Paesmans. 'Wie gaat dan nog fabrieken zetten in Europa? Wereldwijd wordt nu al 60 procent van alle basisgrondstoffen voor de chemische sector voor landbouw in China gemaakt.'
Met zijn strengere normen stimuleert de Europese wetgeving dat alleen maar, klinkt het. 'Hetzelfde voor landbouw: je kunt niet meer kleinschalig blijven met al die normen. Dat kost geld, en dan heb je omzet nodig om die kosten te kunnen spreiden. Als een boer een luchtwasser moet zetten, gaat dat niet voor honderd varkens. Je hebt er duizenden voor nodig.'
Wie gaat nog fabrieken zetten in Europa? Wereldwijd wordt nu al 60 procent van alle basisgrondstoffen voor de chemische sector voor landbouw in China gemaakt.
Paesmans waarschuwt voor de risico's die daaraan verbonden zijn. 'De voedingsindustrie is de laatste sector met overlevingskans in Europa. Ik hoop dat de ogen van politici zijn opengegaan met de energiecrisis en de problemen rond de afhankelijkheid, zodat we niet hetzelfde meemaken met voedsel. Wat als China op een dag Taiwan binnenvalt? Als China sancties opgelegd krijgt en het exporteert geen gewasbeschermingsmiddelen meer, heeft de hele wereld honger.’
Opboksen tegen China blijft dan ook de grootste uitdaging. 'Vroeger stond China bekend als copycat, maar ook dat is verleden tijd. Met de hulp van overheidssubsidies rijst daar een veelvoud aan R&D-centra uit de grond en worden aan de lopende band nieuwe producten ontwikkeld', zegt Quaghebeur. ‘Onlangs hebben we een nieuw industriegebied in China bezocht, exclusief gericht op de chemie, even groot als de provincie Limburg, waar bedrijven tussen de aankoop van een terrein en de opstart van de fabriek alles in twee jaar rond krijgen. Ja, probeer het hier maar, hé. Wij zijn na twee jaar nog plannetjes aan het tekenen.’
• Limburgse specialist in gewasbeschermingsmiddelen voor land- en tuinbouw.
• Opgericht in 2000 door het koppel Els Paesmans en Koen Quaghebeur, die nog steeds alle aandelen in handen hebben.
• 130 medewerkers.
• Omzet (2023): 265 miljoen euro. 94 procent daarvan is voor export.
Meest gelezen
- 1 Vooruit stuurt alarmsignalen over formatie federale regering uit
- 2 Arco belegt bij federale overheid en banken
- 3 Havens Antwerpen-Brugge en Rotterdam gaan samenwerken: 'In Europa elkaar de tent uit concurreren is gewoon niet slim'
- 4 Hendrik Bogaert (ex-CD&V) verkoopt uitzendkantoor en wordt investeerder
- 5 AG Insurance en Belfius verhogen rente op spaarverzekering