Russische bank sleept Belgische staat voor gerecht

Bank Saint-Petersburg is een van de vele Russische financiële instellingen die werden getroffen door de verschillende Europese sanctiepakketten die werden uitgevaardigd nadat Rusland in februari vorig jaar Oekraïne was binnengevallen.

Bank Saint-Petersburg houdt namelijk een rekening aan bij NSD, een Russisch effectenhuis dat door onder andere banken en vermogensbeheerders wordt ingeschakeld om financiële transacties af te wikkelen. Toen Europa in juni een nieuw sanctiepakket aankondigde werden ook de activiteiten van NSD aan banden gelegd.

Euroclear, de Brusselse effectenreus die een cruciale schakel is in de wereldwijde effectenhandel, blokkeerde ook de NSD-rekeningen die er werden geplaatst. Dat was ook het geval voor de NSD-rekening van Bank Saint-Petersburg, die zo bijna 100 miljoen euro aan klantentegoeden bevroren zag.

Sindsdien probeert de bank dat geld al maanden terug te eisen. Maar omdat ze geen antwoord kreeg van de federale overheidsdienst Financiën daagde ze de Belgische staat voor de rechter. Volgens Cédric Alter en Bruno Lebrun, de twee advocaten van het kantoor Janson die de Russische bank verdedigen, heeft Bank Saint-Petersburg geen link met de Russische overheid en zou ze niet gesanctioneerd mogen worden.

Het advocatenduo wijst er ook op dat de Europese Raad in oktober enkele amendementen heeft toegevoegd aan eerdere sancties, waardoor bepaalde NSD-tegoeden onder voorwaarden alsnog kunnen worden vrijgegeven, zoals bijvoorbeeld bij het stopzetten van bepaalde contracten. Bank Saint-Petersburg meent dat ze aan de nodige voorwaarden voldoet. Maar volgens de advocaten paste Financiën eind vorig jaar, meteen na de eerste zitting in de rechtszaak van Bank Saint-Petersburg tegen de staat, de voorwaarden voor de vrijgave van de tegoeden nog eens aan. De bank zou in principe tegen 7 januari aan die voorwaarden moeten voldoen. Volgens de advocaten is er te weinig tijd om die deadline te halen.

De advocaten noemen de nieuwe voorwaarden, die eind vorig jaar werden bepaald, onwettig. Volgens hen is er sprake van schending van de beginselen van gewettigd vertrouwen, goed bestuur en evenredigheid. 'De administratie neemt totale vrijheden met de ontwikkeling van normen door voorwaarden te stellen die Europa niet vereist', pleitte Cédric Alter woensdag tijdens een zitting voor de Brusselse rechtbank van eerste aanleg.