Om nog van het fiscale voordeel van de woonbonus te genieten moet u zich haasten. De aankoop- en kredietakte moeten voor 1 januari 2020 ondertekend zijn bij de notaris. Vanaf 2020 dooft de woonbonus uit, waardoor een krediet voor de aankoop van de eigen woning in Vlaanderen geen fiscaal voordeel meer oplevert.
De Vlaamse woonbonus is er voor alle duidelijkheid voor de eigen woning. Sinds 2016 hoeft het niet meer te gaan om de enige woning, maar wel om een woning die u zelf gebruikt. Het kan de woning zijn waar u gedomicilieerd bent, maar het hoeft niet.
‘De kredietnemer moet de woning die hij als eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker bezit uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de lening wordt aangegaan en tijdens het betrokken belastbaar tijdperk effectief zelf bewonen’, staat op de website van de Vlaamse overheid Vlaanderen.be. Dat laatste kunt u aantonen via facturen van het water- of elektriciteitsverbruik.
Het wordt al krap de aktes tegen 31 december dit jaar verleden te krijgen, dit jaar ook nog verhuizen zal helemaal kunst- en vliegwerk vergen. Maar volgens de Vlaamse regering is het niet nodig dat u in de nieuw aangekochte woning klinkt op Nieuwjaar.
‘De intentie om te verhuizen volstaat voor wie in het Vlaams Gewest woont. Wie momenteel in een ander gewest woont en de akte verlijdt voor eind dit jaar maar niet verhuist voor eind dit jaar, zal een jaar moeten wachten om de woonbonus te krijgen’, zegt de woordvoerder van Vlaams minister van Begroting Matthias Diependaele (N-VA).
Door het verdwijnen van de woonbonus kan iemand die in 2020 leent op 20 jaar tot 30.000 euro fiscaal voordeel mislopen in vergelijking met iemand die dit jaar nog leent.
Uitzonderingen
Er zijn nog een aantal uitzonderingen mogelijk waarbij u de woning niet zelf bewoont, maar toch de woonbonus niet verliest:
- Beroepsredenen, bijvoorbeeld een te grote afstand tussen de woonplaats en de plaats waar u werkt,…
- sociale redenen, bijvoorbeeld ouderdom, ziekte of een te grote afstand tussen de woonplaats en de plaats waar de kinderen studeren of de vrouw werkt.
- wettelijke of contractuele belemmeringen. Bijvoorbeeld als u contractueel toestaat dat de vorige eigenaar nog in de woning mag blijven wonen tot zijn nieuwbouw klaar is.
- (ver)bouwwerkzaamheden die u nog niet toelaten de woning daadwerkelijk te bewonen.
De uitgaven voor uw hypothecaire lening kunnen in rekening gebracht worden voor een basisbedrag van 1.520 euro als de lening werd aangegaan voor de eigen, maar niet per se enige woning. Op dat bedrag wordt een tarief van 40 procent toegepast om de belastingvermindering te berekenen, waardoor de vermindering maximaal 1.520 euro x 40% = 608 euro bedraagt.
Als de woning ook uw enige is wanneer u de hypothecaire lening aangaat, kunt u genieten van een verhoging van het basisbedrag met 760 euro, en dat 10 jaar lang te rekenen vanaf het jaar waarin u de lening bent aangegaan. De belastingvermindering bedraagt dan maximaal 912 euro ((1.520 euro + 760 euro) x 40%) gedurende 10 jaar. Daarna bedraagt ze 608 euro per jaar.
Als u op 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin u de hypothecaire lening bent aangegaan drie kinderen of meer ten laste hebt, kunt u gedurende 10 jaar ook genieten van een bijkomende verhoging van 80 euro. De belastingvermindering bedraagt dan maximaal 944 euro ((1.520 euro + 760 euro + 80 euro) x 40%) gedurende de eerste 10 jaar.
De belastingvermindering wordt per belastingplichtige toegepast en berekend. Als een koppel een hypothecaire lening aangaat, worden de voorwaarden voor de vermindering en voor eventuele verhogingen per persoon gecontroleerd.
Als een deel van de lening niet gewaarborgd is door een hypothecaire inschrijving, maar geleend is met een hypothecair mandaat of volmacht, zullen de uitgaven die betrekking hebben op dat deel van de lening niet in aanmerking komen voor het belastingvoordeel.