Mijn geld Het antwoord op al uw geldvragen
Advertentie

Tien geldvragen aan Jannie Haek

Jannie Haek (52) heeft al vele watertjes doorzwommen. Eerst als (adjunct-)kabinetschef van meerdere sp.a-ministers, later als topman van de NMBS. Nu is hij gedelegeerd bestuurder van de Nationale Loterij. ‘De ‘heb je me gezien’-mentaliteit is niets voor mij.’
©Photo News

1. Waar stoort u zich aan als het op geld aankomt?

‘Wanneer geld dient om jezelf een bepaalde status te geven en je te onderscheiden van het gewone. Ik begrijp niet wat mensen zien in merkproducten, luxevoertuigen, toprestaurants, zakenclubs, enzovoort. De ‘heb je me gezien’-mentaliteit is niets voor mij. Ik hou vooral van simpele dingen. Geef mij maar balletjes in tomatensaus in plaats van een sterrendiner.’

2. Wat is voor u dan luxe?

‘Gewone dingen. Ik word op events vaak uitgenodigd in de viplounge. Ik ben de eerste om daaraan te proberen ontsnappen en me te laten opnemen in de massa, waar mensen gewoon een biertje drinken en normale gesprekken voeren. Ik ben zo grootgebracht en dat ligt me na aan het hart.’

Advertentie

3. Vergelijkt u vaak prijzen?

‘Ik vergelijk veel producten, maar niet om hun prijs. Wat me als bestuurder van een bedrijf vooral interesseert, is hoe producten aan de consument worden voorgesteld, hoe bedrijven met hun doelpubliek communiceren en hoe ze zich van elkaar onderscheiden. Uiteindelijk kies ik voor het product waar thuis iedereen blij mee zal zijn. Ik vergelijk ook geen prijzen bij energie- of telecomleveranciers. Daarvoor ben ik te gemakzuchtig. Maar ik heb wel oog voor de manier waarop bedrijven me benaderen. Als ik mag kiezen, neem ik de leverancier die het snelst bij mij ter plaatse kan zijn.’

4. Wie houdt zich bezig met uw financiën?

‘Dat doe ik zelf. Ik beleg in fondsen, maar ik volg ze niet actief op. Ik lees alle analyses, maar hou er niet te veel rekening mee. Vaak krijg je allerlei verklaringen wanneer een belegging een klap heeft gekregen, maar ik zie nooit iemand die die klap voorspeld heeft.’

5. Neemt u vaak het openbaar vervoer?

‘Ik neem elke dag de trein naar het werk. Dat ligt in lijn met mijn ecologische principes. Maar ik neem ook de trein omdat ik wel eens nood heb aan wat ‘verloren’ tijd. Op zulke momenten schieten me ideeën te binnen.’

6. Bent u verrast door de prijs van sommige producten of diensten?

‘Reizen zou duurder moeten zijn. Ik was onlangs op een vergadering van bestuurders van Europese loterijen. Iedereen kwam samen in Tel Aviv. Het is niet normaal dat we dat kunnen doen! Dat wil zeggen dat het niet duur genoeg is. Het is zoals met een bedrijfswagen: de mensen zijn zich totaal niet meer bewust van wat dat eigenlijk betekent.’

7. Wat is uw slechtste aankoop?

‘Een aankoop die ik nooit gekregen heb. Zo kocht ik ooit eens 500 regenvestjes online. Ik vind het leuk om die uit te delen aan mensen wanneer ik een muziekfestival bijwoon. Maar ik heb ze nooit ontvangen. Ooit gaan we nog terugkomen van al die e-commerce.’

Advertentie

8. Voor welke diensten die uw leven vergemakkelijken, bent u bereid te betalen?

‘Als ik tussen twee benzinestations moet kiezen, dan kies ik voor het station met een pompbediende. Ook al is dat iets duurder. Als ik naar New York reis, laat ik op straat mijn schoenen poetsen. Ik begrijp het misprijzen van sommige mensen voor zulke diensten niet. Ze maken ons het leven nochtans makkelijker.’

9. Speelt u zelf wel eens met de Lotto?

‘Ik geef zoals de gemiddelde Belg zowat 250 euro per jaar uit aan kansspelen. Ik test onze nieuwe producten uit om te zien of de communicatie goed werkt.’

10. Wat denkt u over de pensioenproblematiek?

‘Beweren dat pensioenen onbetaalbaar zijn, is niet altijd te begrijpen. We moeten inderdaad iets doen aan de leeftijd waarop mensen met pensioen gaan, aan de verschillende gelijkgestelde periodes enzovoort. Maar dat heeft niets met de financiering te maken. Pensioenen blijven betaalbaar op voorwaarde dat de staat die kan financieren. De overheidsfinanciën moeten gesaneerd worden. Tussen 1995 en 2004 hield ik me met de federale begroting bezig. De staatsschuld werd toen teruggedrongen van 130 naar 85 procent van het bbp, wat een goede basis was om de staatsfinanciën gezonder te maken.’

Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud