Mijn geld Het antwoord op al uw geldvragen
Advertentie

Hotel mama levert besparing van 700 euro per maand op

Langer onder het dak van mama en papa wonen biedt niet alleen praktische voordelen. Het is ook aanzienlijk goedkoper. Waar zit het verschil?
©Hollandse Hoogte / Roos Koole Fotografie

Een diploma op zak en een eerste baan. Het is een vrijgeleide om de deur van het ouderlijk huis achter zich dicht te trekken. Maar steeds meer jongeren kiezen ervoor om bij hun ouders te blijven wonen. In de leeftijdscategorie van 25 tot 29 jaar woont nog 28 procent bij mama en papa. In 2011 lag het aandeel van de nestklevers nog op 24 procent, blijkt uit cijfers van Statbel.

Tal van redenen kunnen aangehaald worden: voor de gezelligheid, het gemak om mee te schuiven aan tafel, de was die gestreken in de kast wordt gelegd… Maar wellicht speelt ook het financiële aspect. Door wat langer thuis te blijven, kan de jongere extra sparen. Het Centrum voor budgetadvies en -onderzoek (CEBUD) van de hogeschool Thomas More becijferde dat de kosten in hotel mama 716 euro per maand lager uitvallen dan voor jongeren die alleen wonen. ‘De minimaal noodzakelijke uitgaven voor een Vlaamse jongvolwassene die een woning huurt, bedragen 1.344 euro per maand. Als hij ervoor kiest om bij zijn ouders te blijven inwonen en daardoor heel wat vaste kosten kan delen, vermindert het noodzakelijk budget tot 628 euro’, zegt onderzoekster Ilse Cornelis.

Advertentie

Een tussenoplossing is samen met een vriend, vriendin of partner iets te huren en de kosten delen. ‘De kostprijs bedraagt dan voor de jongere maandelijks 884 euro’, zegt Cornelis. CEBUD rekent met de referentiebudgetten, het inkomen dat nodig is om volwaardig aan de maatschappij te kunnen deelnemen. ‘Dat zijn minimumkosten. De werkelijke uitgaven liggen voor de meeste jongeren hoger. Een van de bepalende factoren voor hoeveel men spendeert, is het beschikbaar inkomen’, zegt Cornelis.

Kost en inwoon

Hoe de gezinsfinanciën worden geregeld zodra een kind een job heeft, verschilt van gezin tot gezin. Sommigen hoeven helemaal niets zelf te betalen en geven daardoor maandelijks 1.344 euro minder uit dan mochten ze alleen wonen. In meeste gezinnen staan de inwonende kinderen in voor hun ‘eigen’ kosten. ‘Die zijn goed voor een minimum van 289 euro. Het gaat dan bijvoorbeeld om kleren, een eigen pc, vakanties, de kapper, een avondje uit, openbaar vervoer… Die kosten blijven gelijk ongeacht of de jongere alleen dan wel bij zijn ouders woont’, zegt Cornelis. ‘De overige 339 euro aan kosten voor een nestklever houden verband met kost en inwoon. Denk maar aan eten, de was, huur, energie, verlichting, tv en internet, verzekeringen… Die kosten worden met de ouders gedeeld. Als ouders hun kinderen willen laten bijdragen voor kost en inwoon, dan is zo’n 340 euro per maand een faire bijdrage. Uiteraard op voorwaarde dat de jongere een inkomen heeft dat hem dat toelaat.’

Gedeelde kosten

In die gedeelde kosten realiseert een nestklever de grootste besparing. Een overzicht van de belangrijkste kostenposten en de besparing die ze opleveren:

> Huisvesting: 589 euro voordeel

Het grootste verschil wordt gemaakt op het vlak van huisvesting. Een jongere die op eigen benen staat, moet iets huren. Voor een eenslaapkamerappartement in Vlaanderen wordt gemiddeld 570 euro betaald. Daarbovenop komen de kosten voor water, elektriciteit en onderhoud. Dat brengt de huisvestingskosten voor een jongere die alleen woont op 721 euro. In hotel mama blijft dat budget beperkt tot 132 euro. Daarbij is verrekend dat het huis een extra slaapkamer moet hebben. Voor wie samenwoont met een vriend en de kosten deelt, komen de huisvestingskosten op 370 euro per maand.

Advertentie

> Voeding: 22 euro voordeel

Koken voor een mondje meer in het gezin is goedkoper dan wie voor zichzelf moet koken. De kostenbesparing zit zowel in de voordelige gezinsverpakkingen als in de gedeelde keukenbenodigdheden. Een nestklever moet rekenen op een eetbudget van 167 euro per maand, een jongere die alleen woont op 189 euro. Jongeren die het huishouden delen met een partner hebben elk minimaal 168 euro nodig om gezond te kunnen eten.

> Kleding: 7 euro voordeel

Al dan niet alleen wonen maakt weinig verschil voor de aankoop van kleren en schoenen. Maar wie op eigen benen staat, moet een wasmachine, een strijkijzer en -plank en een wasrek kopen. Een inwonend kind moet rekenen op een maandelijks kledingbudget van 45 euro, wie alleen woont op 52 euro. De tussenweg is samenwonen met een vriend(in): 49 euro.

> Gezondheid en verzorging:

10 euro voordeel

De uitgaven voor gezondheid en verzorging zijn individueel, waardoor het niet zo’n verschil maakt of iemand nog thuis woont of niet. Het gaat om verzekeringen (ziekenfondsbijdrage, hospitalisatieverzekering, zorgverzekering) en kosten voor gezondheid en algemene hygiëne, de kosten van de kapper bijvoorbeeld. Een inwonend kind heeft beperkt gedeelde kosten zoals een thuisapotheek en de uitrusting van de badkamer. Dat brengt de kosten voor gezondheid en verzorgen voor een nestklever op 39 euro, voor een jongere die alleen woont, is dat 49 euro.

> Ontspanning: 25 euro

Uitgaan, vakantie, het verenigingsleven… Het kost een nestklever 58 euro per maand. Dat is aanzienlijk minder dan voor wie alleen woont (83 euro). De grootste besparing voor een inwonend kind zit in het delen van televisie en bijbehorende kosten.

> Sociale contacten: 40 euro

Een eigen computer, smartphone, thuis ontvangen van vrienden, relaties met collega’s... Een inwonende jongvolwassene met een job heeft er 105 euro per maand voor nodig. Mocht hij alleen wonen, dan zou hem dat 145 euro per maand kosten. Het grootste verschil zit in de gedeelde internetverbinding van het gezin. Een samenwonend koppel met dezelfde vriendenkring heeft er 112 euro per maand voor nodig.

> Verzekeringen: 17 euro

Wie alleen gaat wonen, moet een eigen brandverzekering en familiale verzekering afsluiten. Inwonende kinderen zijn mee verzekerd in de polis van hun ouders. De verzekeringen kosten iemand die alleen woont minimaal 17 euro. Samen met zijn vriend(in) zouden ze elk 10 euro moeten betalen.

> Onvoorziene uitgaven: 8 euro

De onvoorziene uitgaven slaan vooral op toestellen als de koelkast en wasmachine die vroegtijdig kapot gaat. Inwonende jongvolwassenen betalen meestal niet voor zulke duurzame consumptiegoederen.

Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud