De meeste verzekeraars kiezen fondsen van externe fondsenhuizen om er een tak23-jasje aan te hangen. Uit de fondsenmarkt van duizenden fondsen zijn ze dus al zelf op zoek gegaan naar de betere fondsen. Dat vergemakkelijkt het werk voor u, maar het betekent nog niet dat u niet moet kiezen. Waarop moet u letten?
1. Bepaal uw risicoprofiel
Elke goede belegging begint met hetzelfde basisidee: ken uzelf. Enkel als u weet hoeveel risico u wilt en kan lopen, kan u bepalen naar welk type fondsen uw voorkeur uitgaat. Wie heel weinig risico wil, zal bijvoorbeeld kiezen voor een geldmarktfonds. Wie een hoger rendement nastreeft, zal meer risico moeten nemen, en zal mogelijk naar een aandelenfonds op zoek gaan.
Fondsen zijn op zich al gespreid, maar zelfs tussen de fondsen zijn er grote verschillen in spreiding.
Fondsen zijn op zich al gespreid, maar zelfs tussen de fondsen zijn er grote verschillen in spreiding. Een fonds dat in één regio of één sector belegt, is bijvoorbeeld risicovoller dan een fonds dat wereldwijd en in alle sectoren aandelen oppikt. Mensen die in de jaren 90 technologiefondsen en vóór 2008 bankfondsen kochten, kunnen ervan meespreken.
2. Vergelijk fondsen
Eens u bepaald hebt binnen welke beleggingscategorie u wil beleggen, dan blijven er vaak nog verschillende fondsen over. De volgende stap is daarom om binnen de categorie de fondsen met elkaar te vergelijken. Die vergelijking kan op verschillende niveaus, maar de prestatie, het risico en de kosten zijn de belangrijkste.
Sommige fondsen slagen erin over een bepaalde periode heel hoge rendementen te halen. Als belegger is het belangrijk na te gaan hoe die return tot stand is gekomen. Is de prestatie te danken aan één toevalstreffer of één geluksjaar? Dan is het fonds wellicht niet het beste product voor uw portefeuille. Beoordeel daarom fondsen op hun regelmaat. Als ze elk jaar opnieuw bij de betere binnen hun categorie behoren, dan zegt dit veel meer over hun beleggingsprocessen dan als ze in één jaar toevallig helemaal bovenaan de lijst staan.
Als belegger is het belangrijk na te gaan hoe die return tot stand is gekomen. Is de prestatie te danken aan één toevalstreffer of één geluksjaar?
Sommige beheerders halen een hoger rendement door meer risico te nemen. Door te kijken naar de prestatie van fondsen in een dalende markt krijgt u zicht op de risico's die de fondsbeheerder durft te nemen. Kijk bijvoorbeeld hoe het fonds presteerde tijdens de coronacrisis van 2020, maar vergelijk die prestatie enkel met fondsen die tot dezelfde beleggingscategorie behoren.
Verder zijn ook de kosten een belangrijk punt in de vergelijking, zeker bij tak23-fondsen. Die kosten zijn eigenlijk het enige waarover u op voorhand zekerheid hebt. Het rendement moet u afwachten, maar als een fonds 2 procent kosten per jaar aanrekent, dan weet u al zeker dat uw fonds al minstens 2 procent per jaar rendement moet halen om u een positieve return op te leveren. Kijk dus goed naar de totale kosten van het onderliggende fonds én de beheerskosten van het tak23-product. Het is de som van beide die belangrijk is. Kijk ook zeker naar de instapkosten. Die kunnen tot 6 à 7 procent oplopen, dus onderhandelen daarover is cruciaal.