Werknemers en zelfstandigen kunnen een aanvullend pensioen opbouwen via de zogenaamde tweede pensioenpijler. Begin dit jaar hadden bijna 4,5 miljoen Belgen zo’n plan lopen, goed voor 109 miljard euro aan opgebouwde reserves, blijkt uit nieuwe cijfers van de toezichthouder FSMA. Dat betekent dat al 85 procent van de beroepsbevolking een aanvullend pensioenplan heeft. Dat is 2 procentpunten meer dan een jaar eerder.
Het aanvullend pensioen wordt uitbetaald op het moment dat de werknemer of zelfstandige met pensioen gaat. In 2023 werden 162.451 plannen uitbetaald. Dat komt niet noodzakelijk overeen met evenveel Belgen, aangezien sommige Belgen meerdere plannen hadden lopen.
De gemiddelde uitbetaling per plan bedroeg 36.700 euro. Dat gemiddelde wordt fel vertekend door enkele hoge uitbetalingen, want in meer dan de helft van de gevallen lag de uitbetaling onder 10.000 euro. Bij de 10 procent hoogste uitbetalingen lag het gemiddelde op 450.000 euro.
Zelfstandige bedrijfsleiders
Die grote verschillen zijn ook zichtbaar in de reserves die de 4,5 miljoen niet-gepensioneerden vandaag al hebben opgebouwd. Bij de werknemers liggen de gemiddelde verworven reserves in ondernemingsplannen op 28.748 euro, terwijl de gemiddelde reserves in (vaak jongere) sectorplannen op 2.437 euro uitkomen. Ook tussen mannen en vrouwen zijn de verschillen nog groot.
De groep met de hoogste opgebouwde reserves (gemiddeld 84.781 euro) blijft die van de zelfstandige bedrijfsleiders, al zagen die vorig jaar het gemiddelde voor het tweede jaar op rij dalen.
De groep met de hoogste opgebouwde reserves (gemiddeld 84.781 euro) blijft die van de zelfstandige bedrijfsleiders, al zagen die vorig jaar het gemiddelde voor het tweede jaar op rij dalen. De verklaring daarvoor ligt in een strengere interpretatie van de 80 procentregel. Die regel bepaalt dat het wettelijk en het aanvullend pensioen op pensioenleeftijd samen niet meer dan 80 procent van het laatste loon mogen bedragen. De fiscus heeft de voorbije jaren strenger toegezien op de toepassing van die regel bij de opbouw van het aanvullend pensioen.
De 557.000 Belgen die een aanvullend pensioen via het Vrij Aanvullend Pensioen van Zelfstandigen (VAPZ) opgebouwd hebben, hadden in 2023 een gemiddelde reserve van 20.184 euro opgebouwd.
Pensioenkapitaal
Let wel, de verworven reserves zijn brutobedragen. Op een brutopensioenkapitaal geldt een belasting van 10 of 16,5 procent (of uitzonderlijk 18 of 20 procent) naargelang het moment van pensionering.
De FSMA bracht ook in kaart hoe vaak de overlijdensdekking, gekoppeld aan het aanvullend pensioen, werd uitbetaald. Door die verzekering krijgen de nabestaanden een kapitaal als de werknemer voor zijn pensioenleeftijd overlijdt. In 2023 werden op die manier 13.610 uitbetalingen gedaan, goed voor 240 miljoen euro, of gemiddeld 17.700 euro per uitbetaling.
Van de 4,5 miljoen Belgen die een pensioenplan hebben, gaat het om 3,8 miljoen werknemers, 338.000 zelfstandigen en nog eens 300.000 Belgen hebben zowel een plan als zelfstandige als een werknemersplan. Niet bij alle Belgen zijn de plannen nog actief. Van de 3,8 miljoen Belgen met uitsluitend een werknemersplan, is ongeveer 28 procent een ‘slaper’. Dat betekent dat die Belg uitsluitend een plan heeft waarin geen bijdragen meer worden gestort omdat de werknemer niet meer aan de slag is bij de werkgever.