Mijn geld Het antwoord op al uw geldvragen
Advertentie

Zelfstandige getroffen door corona krijgt 1.291 euro uitkering

Zelfstandigen die door de coronacrisis hun activiteiten onderbreken, hebben in maart en april naast de hinderpremie ook recht op het overbruggingsrecht, zeg maar een soort werkloosheidsuitkering.

Werknemers die tijdelijk werkloos zijn door de coronacrisis, ontvangen een werkloosheidsuitkering van maximaal 1.520 euro bruto. Zelfstandigen die door de coronacrisis hun activiteiten (moeten) onderbreken, hebben ook recht op een uitkering, het zogenaamde overbruggingsrecht van 1.291 euro (zonder gezinslast).

Dat is een uitkering voor zelfstandigen die door omstandigheden hun activiteit (al dan niet in een vennootschap) een tijdlang of misschien zelfs definitief moeten stopzetten. Ze krijgen dan tot 12 of 24 maanden een financiële uitkering en hoeven intussen geen sociale bijdragen te betalen, maar behouden wel enkele sociale rechten.

Advertentie

In het algemeen zijn er vier mogelijke situaties waarin een zelfstandige een beroep kan doen op het overbruggingsrecht: een faillissement, een collectieve schuldenregeling, een gedwongen onderbreking en economische moeilijkheden.

De regering breidde de toegang tot dit overbruggingsrecht uit naar aanleiding van de coronacrisis. Met die regeling dekt het overbruggingsrecht niet alleen de specifieke getroffen sectoren, maar ook elke onderbreking van de beroepsactiviteit die minstens zeven kalenderdagen duurt.

135.000
zelfstandigen
Ongeveer 135.000 zelfstandige ondernemers hebben al een aanvraag ingediend voor het overbruggingsrecht

De uitbreiding van het overbruggingsrecht geldt voorlopig voor de maanden maart en april. De aanvraag ervoor kan worden gecumuleerd met de coronahinderpremie. Ongeveer 135.000 zelfstandige ondernemers hebben al een aanvraag ingediend voor dit vervangingsinkomen. 

Advertentie

Ook de zelfstandigen in bijberoep kunnen een beroep doen op de steunmaatregel, op voorwaarde dat ze sociale bijdragen betalen die even hoog zijn als de minima die gelden voor zelfstandigen in hoofdberoep 

Ook zelfstandigen die in het verleden al genoten van het maximum aantal maandelijkse uitkeringen (12 of 24 maanden) in het overbruggingsrecht kunnen beroep doen op het coronaoverbruggingsrecht. Bovendien tellen de periodes in het kader van deze tijdelijke maatregel niet mee voor het maximale aantal toekomstige toekenningen in het overbruggingsrecht.

Wie komt in aanmerking voor het overbruggingsrecht?

Verplichte sluiting opgelegd door de Nationale Veiligheidsraad

De zelfstandigen in hoofdberoep (inclusief helpers, meewerkende echtgenoten in het maxistatuut en (primo)starters) die hun activiteit verplicht moeten onderbreken naar aanleiding van de sluitingsmaatregelen genomen door de federale overheid hebben recht op de financiële uitkering van het overbruggingsrecht voor de maanden maart en april 2020.

Het speelt daarbij geen rol of de onderbreking volledig of gedeeltelijk is. Een restaurant dat bijvoorbeeld zijn verbruikszaal sluit en overschakelt op afhaalgerechten komt in aanmerking. Er is geen minimumduur van onderbreking vereist voor deze zelfstandigen.

Ook de zelfstandige in bijberoep die voorlopige bijdragen verschuldigd is die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdragen voor zelfstandigen in hoofdberoep komt in aanmerking.

De maatregel geldt ook voor startende zelfstandigen en voor zelfstandigen die geen vier kwartaalbijdragen betaald hebben.

Onderbreking van minstens zeven opeenvolgende kalenderdagen wegens de coronacrisis

De zelfstandigen in hoofdberoep (inclusief helpers, meewerkende echtgenoten in het maxistatuut en (primo)starters) die minstens zeven opeenvolgende kalenderdagen hun activiteit volledig onderbreken naar aanleiding van het coronavirus.

Het gaat hier om de zelfstandigen die (onrechtstreeks) ernstige moeilijkheden ervaren door het coronavirus. Voorbeelden: zelfstandigen die hun activiteit moeten onderbreken wegens werknemers die in quarantaine geplaatst werden, wegens onderbroken leveringen of wegens een sterke daling van de activiteit (daling reservaties, afname bezetting, toename annuleringen, …) waardoor het voortzetten van de activiteit verlieslatend wordt.

Ook zelfstandigen die een zorgberoep uitoefenen zoals kinesisten, tandartsen en specialisten vallen hieronder.

Waar hebt u recht op?

Het overbruggingsrecht bestaat uit twee delen: een uitkering en een gelijkstelling op het vlak van de sociale rechten.

  1. Een uitkering: maximaal 12 maanden lang ontvangt u een financiële uitkering van 1.291 euro per maand zonder gezinslast en 1.614 euro per maand met gezinslast. Er worden geen sociale bijdragen ingehouden, maar de zelfstandige zal via de jaarlijkse belastingaangifte wel nog belast worden op deze uitkering. 
  2. Een gelijkstelling: maximaal vier kwartalen lang behoudt u toch rechten op medische verzorging, gezinsbijslag/Groeipakket en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Tijdens het overbruggingsrecht bouwt u wel geen pensioenrechten op.

Voor wie gedurende minstens 60 kwartalen sociale bijdragen als zelfstandige betaald heeft, verdubbelt de maximumduur tijdens de volledige loopbaan: 24 maanden voor de uitkering en acht kwartalen voor de sociale rechten.

Hoe vraagt u het overbruggingsrecht aan?

U moet het aanvragen bij sociaalverzekeringsfonds. Doe dat voor het einde van het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin u uw zelfstandige activiteit hebt onderbroken of stopgezet. Voeg bij uw aanvraag de nodige documenten waaruit de oorzaak van uw onderbreking of stopzetting blijkt.

Meermaals pech?

U kunt meerdere keren een beroep doen op het overbruggingsrecht. Voorwaarde is wel dat de totale duur tijdens de volledige beroepsloopbaan niet langer is dan 12 maanden voor de uitkering en vier kwartalen voor de sociale rechten. Als u bijvoorbeeld naar aanleiding van een beschadiging (gedwongen onderbreking) al zes maanden een uitkering hebt ontvangen, hebt u op een later moment, bijvoorbeeld naar aanleiding van een faillissement, nog recht op de overige zes maanden uitkering.

Algemene voorwaarden overbruggingsrecht

Algemene voorwaarden overbruggingsrecht

Om aanspraak te maken op het overbruggingsrecht, moet u aan zes algemene voorwaarden voldoen:

  • Uw hoofdverblijfplaats is in België.
  • U was zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende echtgenoot (maxistatuut) gedurende het kwartaal waarin het feit zich voordeed én minstens de drie daaraan voorafgaande kwartalen.
  • U was tijdens diezelfde kwartalen sociale bijdragen verschuldigd.
  • U hebt minstens vier kwartaalbijdragen betaald in de loop van de voorafgaande 16 kwartalen (het gaat hier om effectief betaalde bijdragen, vrij- of gelijkgestelde kwartalen tellen niet mee).
  • U hebt geen enkele beroepsactiviteit meer.
  • U bent jonger dan 65 jaar en u kan geen aanspraak maken op een vervangingsinkomen (werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, pensioen, …).

 

Specifieke voorwaarden

Voor elk van de vier situaties waarin u gebruik kunt maken van het overbruggingsrecht gelden bijkomende voorwaarden, boven op de algemene voorwaarden.

  • Faillissement

Was u in uw vennootschap zaakvoerder, bestuurder of werkend vennoot, dan is de voorwaarde dat u die functie nog uitoefende op het moment van het faillissement. Stel dat u een maand vooraf ontslag hebt genomen, dan kunt u geen beroep doen op het overbruggingsrecht.

  • Collectieve schuldenregeling

Als u binnen de drie jaar na een collectieve schuldenregeling uw zelfstandige activiteiten hebt stopgezet, kunt een beroep doen op het overbruggingsrecht.

  • Gedwongen onderbreking

Over welke omstandigheden het gaat, is duidelijk afgelijnd:

  • een brand
  • een natuurramp
  • een beschadiging van de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting, of een allergie veroorzaakt door het uitoefenen van uw beroep
  • Een gebeurtenis met economische impact. Denk aan langdurige en zware wegenwerken, of de vestiging van een grote concurrent in de onmiddellijke omgeving van uw bedrijf
  • Ook het onderbreken van uw activiteiten door de coronacrisis valt hieronder.

 

  • Economische moeilijkheden

Hiervoor moet u aan een van de volgende voorwaarden voldoen:

  • U ontvangt op het ogenblik van de stopzetting een leefloon en u kan dat bewijzen met een attest van het OCMW.
  • De Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen of het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) heeft u vrijgesteld van sociale bijdragen in de periode van 12 maanden die voorafgaat aan de maand van de stopzetting.
  • In het jaar van de stopzetting én het jaar daarvoor was uw netto belastbaar inkomen als zelfstandige niet hoger dan 13.993,78 euro als zelfstandige of helper, of niet hoger dan 6.147,47 euro als meewerkende echtgenoot.

 

Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud