U traint de voetbalploeg van uw zoon. U maakt dat de kinderen van de school om de hoek veilig het zebrapad kunnen oversteken. U helpt een alleenstaande vriendin door haar kinderen van school te halen tot zij thuis komt van haar werk. U bakt graag maar kunt al die baksels onmogelijk allemaal zelf opeten en dus deelt u ze met uw buren. Het zijn slechts enkele klusjes waarmee u vanaf volgend jaar tot 6.000 euro mag bijverdienen. En dat zonder er ook maar 1 euro belastingen of sociale bijdragen op te moeten betalen. Aanvankelijk had de regering het plafond per maand op 500 euro gelegd. Maar gisteren heeft ze dat maandelijkse maximum opgetrokken tot 1.000 euro, zodat bijvoorbeeld een leerkracht in de zomermaanden meer kan bijverdienen en in de andere maanden minder. Op jaarbasis blijft het plafond van 6.000 euro gehandhaafd.
Toch klinkt die nieuwe maatregel van de regering-Michel niet iedereen als muziek in de oren. Zelfstandigenorganisaties vrezen oneerlijke concurrentie. Wie naast zijn gewone job als werknemer of ambtenaar bijklust, moet zich op dit moment inschrijven bij een sociaal verzekeringsfonds als zelfstandige in bijberoep.
Vorig jaar telde ons land 237.000 zelfstandigen in bijberoep, blijkt uit een rapport van het Algemeen Beheerscomité van de Sociale Zekerheid van Zelfstandige Ondernemers (ABC). ‘Nog eens 99.000 gepensioneerden oefenen een zelfstandige activiteit uit’, weet juridisch adviseur Bert Hens van Acerta Sociaal Verzekeringsfonds.
Caroline Deiteren van Unizo: ‘We zijn bezorgd dat mensen met een echte economische, zelfstandige activiteit zullen overstappen naar deze nieuwe manier van bijverdienen. Dat geldt voor zelfstandigen in hoofdberoep die weinig verdienen, maar zeker ook voor zelfstandigen in bijberoep omdat dat statuut wel verplichtingen met zich meebrengt, maar weinig voordelen oplevert.’
‘Wie minstens 80 procent werkt, een van de toegelaten activiteiten uitoefent en minder dan 6.000 euro per jaar verdient, heeft er vanaf volgend jaar geen voordeel meer bij zich als zelfstandige in bijberoep aan te sluiten. Het zou ons niet ver bazen als een aantal aangeslotenen hun aansluiting schrappen’, aldus Hens.
Niet voor iedereen
Zowat negen op de tien zelfstandigen in bijberoep verdienen vandaag minder dan 6.000 euro per jaar. Van de aangeslotenen bij Acerta oefent zowat een op de acht een activiteit uit in de sectoren die in het vizier liggen van het verenigingswerk en de burgerdiensten. Daarbovenop komen nog de diensten die zich zullen ontwikkelen via de erkende platformen. ‘Het lijkt logisch dat zij zullen bekijken of ze niet beter de overstap maken’, redeneert Deiteren.
Zelfstandigen in bijberoep zullen zeker bekijken of ze niet beter overstappen naar het systeem van onbelast bijklussen.
Al is die overstap zeker niet voor iedere zelfstandige in bijberoep mogelijk. ‘Het kan niet voor wie goederen levert in plaats van diensten. Er zijn ook heel wat zelfstandigen in bijberoep die een mandaat in een vzw of een vennootschap hebben. Die kunnen evenmin overstappen’, aldus Deiteren.
‘Nog een aantal zal, ook al verdienen ze weinig tot niets, om fiscale redenen zelfstandige in bijberoep blijven om de belastingdruk op het inkomen uit hun hoofdberoep te verlagen’, zegt Deiteren. Uit cijfers van het ABC blijkt dat bijna de helft van de zelfstandigen in bijberoep niets verdient of een negatief inkomen aangeeft. Het ABC vindt dat ‘problematisch’ omdat het vermoedelijk niet alleen gaat om slapende zelfstandigen in bijberoep, maar dat het cijfer ook wijst op ‘bepaalde fraudemechanismen’. Met name dat iemand zich inschrijft als zelfstandige in bijberoep op basis van een fictieve activiteit om bepaalde onkosten in mindering te kunnen brengen. Of niet alle inkomsten aangeeft. Of zelfs bepaalde beroepskosten systematisch overschat om een negatief inkomen aan te kunnen geven.’ Zelfstandigen in bijberoep kunnen hun verliezen namelijk aftrekken van hun andere beroepsinkomsten als werknemer of ambtenaar of op die van hun echtgenoot of wettelijk samenwonende partner.
Wat zijn de verschillen tussen onbelast bijverdienen en zich inschrijven als zelfstandige in bijberoep?
1. Onbelast bijverdienen
Wat volgt, is wat de ministerraad gisteren beslist heeft. De komende maanden zullen de modaliteiten, waaronder de definitieve lijst met toegelaten activiteiten, verfijnd worden. Het is de bedoeling dat het systeem ingaat op 1 januari volgend jaar. Na een jaar zal het systeeem geëvalueerd worden.
Wilt u onbelast bijklussen, dan zult u zich moeten melden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) via een elektronische applicatie. De RSZ zal die informatie delen met de fiscus en met het Rijksinstituut Sociale Verzekeringen Zelfstandigen om controles mogelijk te maken.
U hoeft geen sociale bijdragen of belastingen te betalen. U zult die inkomsten wel moeten aangeven op uw belastingaangifte. Overschrijdt het inkomen 6.000 euro per jaar, dan zult u op al uw inkomsten wél belast worden tegen uw marginale belastingtarief. Dat is het tarief van de hoogste belastingschijf waarin uw inkomen valt.
Om oneerlijke concurrentie tegen te gaan moet het bijverdienen occasioneel blijven. ‘Elke week het gras afrijden bij de buren kan dus niet’, verduidelijkt minister van Sociale Zaken Maggie De Block (Open VLD). U mag ook geen flyers, visitekaartjes of andere reclame voeren, bijvoorbeeld via Facebook. Klust u bij via burger-tot-burgeractiviteiten, dan zult u een aansprakelijkheidsverzekering voor schade moeten afsluiten. Klust u bij in een vereniging, dan zal de vereniging die verzekering én een verzekering lichamelijke schade moeten afsluiten voor u.
De regering bakende drie activiteitendomeinen af.
→ Burger-tot-burgerdiensten: denk aan kinderopvang, bijlessen, IT-hulp, administratieve bijstand, klein onderhoud van onroerende goederen en opzieners van gebouwen.
→ Verenigingsactiviteiten: scheidsrechters, trainers, monitors van jeugd- en sportkampen, gidsen en begeleiders van leerlingen.
→ Occasioneel diensten uitwisselen via erkende deelplatformen. De bestaande gunstregeling voor de deeleconomie waarbij u tot 5.000 euro kunt bijverdienen tegen een belasting van 10 procent, verdwijnt (lees het kaderstuk onderaan).
- Lees ook: Hoe voordelig in het wit bijverdienen
Niet iedereen zal eender wat kunnen doen in die drie domeinen:
→ Vervroegd gepensioneerden die hun inkomen moeten beperken, moeten nagaan in welke mate ze hun nieuwe inkomsten mogen combineren met hun pensioen.
→ Zelfstandigen mogen enkel bijklussen met activiteiten die niet in het verlengde liggen van hun zelfstandige activiteit.
→ Wie werkt, moet minstens vier vijfde werken om onbelast bij te verdienen met burger-tot-burgerklusjes of verenigingsactiviteiten. Voor de deeleconomie geldt de beperking van minstens 80 procent werken niet. Ontvangt u een premie van de RVA voor 1/5de tijdskrediet of thematisch verlof, dan zult u bij de RVA moeten aftoetsen of de activiteit waarmee u wil bijklussen cumuleerbaar is met uw premie.
→ Voor werklozen gelden eveneens beperkingen ‘omdat het niet de bedoeling is een werkloosheidsval te creëren waarbij iemand werkloos blijft, een uitkering ontvangt en toch werkt’, zegt minister De Block. Voor hen geldt volgende regeling:
- burger-tot-burger: niet voor werklozen;
- verenigingsactiviteiten: enkel met de toestemming van de VDAB als het in een reactiveringstraject past;
- deeleconomie: enkel met de toestemming van de RVA, die toetst of de activiteit occasioneel is en of de werkloze nog voldoende beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. De inkomsten worden afgetrokken van het stempelgeld.
2. Zelfstandige in bijberoep
Om zelfstandige in bijberoep te worden is het niet vereist dat u voltijds of minstens 80 procent werkt. Ook wie minstens halftijds werkt, kan een nevenactiviteit in bijberoep uitoefenen. Een derde van de zelfstandigen in bijberoep combineert dat met een deeltijdse job. Volgens het ABC werkt van hen bijna negen op de tien minder dan vier vijfde.
Een zelfstandige in bijberoep heeft dezelfde administratieve verplichtingen als een zelfstandige in hoofdberoep, zoals zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en bij een ziekenfonds.
Tenzij hij minder dan 1.471 euro per jaar verdient, moet de zelfstandige in bijberoep sociale bijdragen betalen. Drie op de tien zelfstandigen in bijberoep verdienen meer dan dat minimum.
Maar zolang hij minder dan 13.010,65 euro verdient, leveren die bijdragen geen sociale rechten op, zoals uitkeringen bij ziekte, invaliditeit, werkloosheid of extra pensioenopbouw. Uit cijfers van het ABC blijkt dat slechts 10 procent boven die drempel uitkomt.
Het idee achter die beperkingen is dat de zelfstandige in bijberoep die sociale voordelen al geniet als werknemer of ambtenaar. De bijdragen die de zelfstandige in bijberoep betaalt, zijn dan ook een pure solidariteitsbijdrage, bedoeld om de sociale zekerheid in haar geheel mee te financieren, niet om individuele rechten mee op te bouwen. ‘De solidariteitsbijdrage heeft ook altijd vermeden dat ongelijke concurrentievoorwaarden zouden ontstaan tussen zelfstandigen in hoofd- en bijberoep’, weet Bert Hens. ‘Maar door ongelijke financiële voorwaarden te creëren voor diensten binnen en buiten de deeleconomie lijkt men dat pad toch te verlaten.’
Bovendien betaalt een zelfstandige in bijberoep belastingen op wat hij verdient tegen het marginale tarief, aangezien die inkomsten bij zijn andere inkomsten als werknemer of ambtenaar worden geteld.
3. Of toch liever een flexi-job?
Om zwartwerk tegen te gaan, werd eind 2015 het systeem van de flexi-jobs ingevoerd. Daarmee kan iemand die al een baan heeft, bijklussen in een café of restaurant. Vanaf begin volgend jaar wordt dat systeem uitgebreid naar de kleinhandel, bakkers, slagers en kappers.
Wilt u dit kwartaal een flexi-job erbij nemen, dan moet u drie kwartalen geleden minstens 4/5de gewerkt hebben bij een andere baas (of bij meerdere bazen). Zelfstandigen kunnen dus niet flexi-jobben. Elk kwartaal opnieuw wordt de viervijfdevoorwaarde gecontroleerd.
U kunt niet met een flexi-job beginnen of het aantal uren dat u werkt uitbreiden als u een premie van de RVA krijgt voor een thematisch verlof of tijdskrediet. Tenzij u de flexi-job al langer dan drie maanden uitoefende voor u het thematisch verlof of het tijdskrediet opnam. U kunt ook geen flexi-job uitoefenen tijdens uw zwangerschapsverlof, want dan zult u uw moederschapsrust verliezen.
Het loon van een flexi-jobber bedraagt minstens 9,88 euro per uur. Dat bedrag krijgt u integraal in handen. Bruto = netto. Wat u verdient, moet u ook niet opnemen in uw belastingaangifte.
Een flexi-werknemer bouwt, bovenop de volledige sociale rechten in de hoofdjob, ook sociale rechten op in de flexi-job. Dit gebeurt a rato van de 25% werkgeversbijdrage voor de RSZ en van het flexi-loon. De opbouw zal dus beperkter zijn dan in een gewone job maar gebeurt wel.
Er is geen beperking op het aantal uren dat iemand in een flexi-job presteert. In theorie kan iemand die vier vijfde werkt er dus nog een fulltimebaan als flexi-job bovenop nemen. U kunt ook meerdere flexi-jobs combineren.
BELASTINGTARIEF VOOR DEELECONOMIE DAALT VAN 10 NAAR 0 PROCENT
Ook wie via een app of een digitaal platform bijverdient, zal vanaf volgend jaar 1.000 euro per maand of 6.000 euro per jaar onbelast mogen opstrijken.
Met die regeling wordt het gunstregime voor de deeleconomie - dat pas op 1 maart 2017 in werking trad - nog een pak voordeliger. Wie vandaag zijn diensten aan particulieren aanbiedt via een erkend platform betaalt 10 procent belastingen en ontsnapt aan de btw- en de socialezekerheidsverplichtingen. Het platform houdt de belasting af van het bedrag dat u via hen verdient en stort het door aan de fiscus. Een voorwaarde is wel dat u op jaarbasis niet meer verdient dan 5.100 euro. Zodra u ook maar 1 euro meer verdient, wordt het volledige inkomen - niet alleen het deel boven de grens van 5.100 euro - belast als beroepsinkomen tegen de gebruikelijke belastingtarieven.
Voor de belastingvrijstelling vanaf volgend jaar blijft het een vereiste dat u werkt via een erkend platform. Intussen hebben 30 deelplatformen een dergelijke erkenning op zak of toch al aangevraagd. Dat zijn onder meer de maaltijdkoerierdienst UberEats, de klusjesdienst ListMinut en de platformen voor huisbereide maaltijden Flavr en MenuNextDoor.
De bekendste platformen - de taxidienst Uber en het kamerdeelplatform Airbnb – hebben nog geen erkenning. Bij de invoering van het gunstregime gaf Airbnb aan geen erkenning te willen aanvragen, omdat de regeling te complex was. Wie een kamer verhuurt moet in zijn belastingaangifte een opsplitsing maken tussen de onroerende inkomsten uit de verhuur van de kamer, de roerende inkomsten uit de verhuur van de meubelen en diverse inkomsten uit aangeboden diensten zoals een ontbijt en schoonmaak. Elk type van inkomsten heeft zijn eigen belastingregime. Alleen het deel van de inkomsten dat slaat op de aangeboden diensten zou onder het belastingregime van de deeleconomie kunnen vallen.
Maar dat verandert in de nieuwe regeling vanaf Nieuwjaar: er zal geen opdeling meer gemaakt worden en alle inkomsten zullen onder de nieuwe regels van onbelast bijverdienen vallen.