Volgens federaal minister van Werk Nathalie Muylle (CD&V) zitten door de economische schok van het coronavirus in ons land ruim 1 miljoen mensen in tijdelijke werkloosheid. Dat zijn drie op de tien werkende Belgen in de privésector. Ze krijgen voor de dagen in werkloosheid een werkloosheidsuitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
Door de instroom van aanvragen is het voor de RVA onmogelijk om meteen het juiste bedrag van sommige uitkeringen te berekenen. Zij krijgen in eerste instantie een voorschot van 1.450 euro bruto of 1.066,12 euro netto op maandbasis. 'Dat is het minimum waar wie werkloos is door corona recht op heeft', zegt Miet Deckers, de woordvoerster van Muylle. Later volgt de eindberekening van de vergoeding. Als de aanvragen zijn verwerkt en mensen recht blijken te hebben op meer, worden ze daarvoor gecompenseerd.
De uitkering van de RVA voor wie werkloos is door corona bedraagt in principe 70 procent van het brutoloon. Dat is een versoepeling, want normaal bedraagt de uitkering 65 procent. Bovendien besliste de regering vorige vrijdag dat wie tijdelijk werkloos is door corona ook een supplement van 5,63 euro per dag netto ontvangt. Dat komt neer op 150 euro per maand.
Toch zal de meerderheid van de getroffen werknemers terugvallen op minder dan 70 procent van zijn netto-inkomen. De berekening van hoeveel netto overblijft, is ingewikkeld. Ze hangt af van de gezinssituatie (gehuwd of alleenstaande, kinderen ten laste of niet…) van de werknemer. Bovendien vallen voor de lagere lonen fiscale kortingen weg, terwijl voor de hogere lonen de uitkering berekend wordt op een geplafonneerd loon van 2.754,76 euro. Op die uitkeringen wordt 26,75 procent bedrijfsvoorheffing ingehouden en geen socialezekerheidsbijdrage.
De hr-dienstenverlener Acerta simuleerde de inkomensimpact van een volledige tijdelijke werkloosheid door corona voor een alleenstaande zonder kinderen, en voor een gehuwde werknemer met twee kinderen ten laste en een partner met een eigen inkomen (zie tabel). De berekeningen gebeurden voor een lager loon (2.000 euro bruto), een gemiddeld loon (3.600 bruto) en een hoger loon (6.000 euro).
Wie minder dan 2.200 euro bruto verdient, valt netto terug op minder dan 70 procent van zijn nettoloon. Idem voor wie meer dan 3.400 euro bruto verdient. De hr-dienstenverlener SD Worx simuleerde dat wie 2.500 euro bruto verdient, zijn inkomen het minst ziet terugvallen. Met een uitkering van netto 1.389 euro op maandbasis, ontvangen zij een uitkering - inclusief supplement van 5,64 euro per dag - van 78 procent van hun normale nettoloon.
Wie een lager loon heeft, is minder goed af. Wie bruto 1.750 euro verdient, valt terug op een netto-uitkering van 1.005 euro ofwel 63 procent van zijn loon. Omdat de uitkering geplafonneerd is op 1.520 euro netto, valt wie netto meer dan 3.040 euro verdient, terug op maximaal de helft van zijn nettoloon.
De eerste maand zullen de cijfers sowieso afwijken, waarschuwt SD Worx, omdat er in maart nog deels is gewerkt. Dat loon is aan een lager tarief van de gewone bedrijfsvoorheffing onderworpen, omdat de bedrijfsvoorheffing progressief is.
Toeslag door het bedrijf
Veel werkgevers verzachten de inkomensterugval voor hun personeel door bij de uitkering bij te passen. 'De toeslag die een werkgever oplegt, kan sterk variëren. Net als de modaliteiten, zoals het aantal dagen of het vaste bedrag per dag', zegt David Vanbellinghen van het ACV. Ook hier geldt dat bruto niet gelijk is aan netto. 'Legt de werkgever bij tot 80 procent van het loon, dan is dat geen 80 procent van het nettoloon. Wie 2.000 euro bruto verdient, houdt er netto 57 procent van over. Wie tussen 2.500 en 3.500 euro verdient, houdt netto de helft over. Wie meer dan 3.500 euro verdient, houdt netto 45 procent over.'
Belastingafrekening in 2021
Bovendien, waarschuwt fiscalist Jef Wellens, verkijkt u zich het best niet op de uitkering die u netto ontvangt. Met de belastingaanslag in 2021 over de inkomsten uit 2020 kan een extra afrekening volgen. 'Net als gepensioneerden, zieken en invaliden genieten werklozen een belastingvermindering. Maar die is voor de werkloosheidsuitkeringen een stuk lager dan voor de pensioenen of de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen.' Ook worden de verminderingsbedragen pro rata beperkt als het gaat om tijdelijke werkloosheid.
Wellens: 'Iedereen die enkele weken of maanden tijdelijk werkloos wordt, en hopelijk de rest van het jaar opnieuw kan werken, krijgt geen belastingvermindering als hij 30.000 euro of meer belastbare inkomsten heeft. De werkloosheidsuitkering wordt dan belast als een gewoon loon, in dit geval tegen 45 procent. Veel meer dus dan de ingehouden voorheffing van 26,75 procent. Voor een tijdelijke werkloosheidsuitkering van 1.000 euro wordt dan 183 euro nagevorderd, bij de belastingafrekening eind volgend jaar. Bedraagt het belastbaar inkomen 45.000 euro, dan wordt 233 euro nagevorderd.'
Tijdskrediet en ouderschapsverlof
Ook veel werknemers die in een systeem van tijdskrediet of een thematisch verlof - - zoals ouderschapsverlof - zitten, worden tijdelijk werkloos door corona. 'De periode van tijdskrediet of thematisch verlof loopt dan door. Op de dag waarop het tijdskrediet of thematisch verlof wordt opgenomen, blijft de forfaitaire vergoeding van de RVA behouden. Voor de werkloze dagen betaalt de RVA een werkloosheidsuitkering', zegt Ellen Van Grunderbeek van Acerta.
Tijdskrediet en thematisch verloven kunnen slechts voor een bepaalde periode genomen worden, bijvoorbeeld 51 maanden tijdskrediet voor de zorg van een kind jonger dan 8 jaar. 'Het lopend tijdskrediet of thematisch verlof stopzetten in de periode van tijdelijke werkloosheid, kan enkel met de goedkeuring van de werkgever. De RVA heeft uitdrukkelijk laten weten dat ze zal controleren of iemand bewust dat verlofsysteem stopzet tijdens de tijdelijke werkloosheid', zegt Geert Vermeir van SD Worx.
Wie op tijdelijke werkloosheid door overmacht is gezet, moet een document C3.2 opvragen bij zijn vakbond (ABVV, ACLVB of ACV) of bij de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen. Dat document moet u ingevuld terugsturen om de uitbetaling correct te laten verlopen. Dat doet u het best op de eerste dag van de tijdelijke werkloosheid. Het supplement van 5,64 euro wordt betaald door de uitbetalingsinstelling, samen met de uitkering.