Is de combinatie van uw werk en uw gezin een huzarenstukje, en wilt u een tijdje minder of niet meer gaan werken? Als werknemer kan u op twee systemen terugvallen om het professioneel wat rustiger aan te doen: het tijdskrediet met motief en een thematisch verlof.
Zo kan u tijdskrediet vragen om te zorgen voor een kind jonger dan acht jaar, maar evengoed een thematisch ouderschapsverlof tot uw kind twaalf jaar is. Ook voor de palliatieve zorg aan een ongeneeslijk zieke of medische bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid is zowel tijdskrediet als een thematisch verlof mogelijk. Het loonverlies wordt deels gecompenseerd door een uitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) en een eventuele aanmoedigingspremie van de Vlaamse overheid.
Moet u kiezen tussen beide systemen? ‘Nee, het is geen of-of-verhaal maar een en-en-verhaal’, zegt Annelies Bries, juridisch adviseur bij de hr-dienstverlener Acerta. ‘Voor zover u aan de voorwaarden voldoet, kan u beide systemen tijdens uw loopbaan cumuleren.’
Tot 172,70 euro Vlaamse aanmoedigingspremie
Wie werkt in Vlaanderen en een thematisch verlof of tijdskrediet voor de zorg voor kinderen of hulpbehoevende familieleden neemt, kan - mits een aantal voorwaarden - boven op de uitkering van de RVA een Vlaamse aanmoedigingspremie krijgen. De nettopremie schommelt tussen 172,70 en 57,57 euro. Alleenstaanden kunnen een toeslag krijgen. Voor wie een opleiding volgt en werknemers van een bedrijf in herstructurering of in moeilijkheden zijn er andere premies.
Kiest u best eerst voor tijdskrediet of beter voor een thematisch verlof? ‘Een standaardantwoord is niet mogelijk. Alles hangt af van de individuele situatie. Is de maximumperiode voor tijdskrediet nog niet opgebruikt? Voldoet de werknemer aan de voorwaarden voor het systeem?’, zegt Bries. Tijdskrediet is geen absoluut recht, een thematisch verlof is dat doorgaans wel. In een bedrijf met minder dan 11 werknemers kan een werkgever tijdskrediet weigeren. In een grotere onderneming kan een weigering niet, maar uw tijdskrediet kan wel worden uitgesteld. Op bedrijfsniveau mag maar een deel van de werknemers - vaak 5 procent - gelijktijdig tijdskrediet nemen. Eens die drempel bereikt is, moet een werknemer wachten tot er een plaatsje vrijkomt. En dan is er nog het financiële aspect: de uitkering voor een thematisch verlof is doorgaans hoger.
De voorbije maanden werd - in het kader van de wet ‘werkbaar en wendbaar werk’ - gesleuteld aan de systemen en de uitkeringen. Een overzicht van uw mogelijkheden om tijdelijk niet, de helft of een vijfde minder te werken.
Tijdskrediet
Alle werknemers in de privésector kunnen - mits een aantal voorwaarden - tijdskrediet met motief nemen, terwijl de landingsbanen voorbehouden zijn voor werknemers aan het eind van hun carrière.
1. Tijdskrediet met motief
Goed en slecht nieuws voor wie tijdskrediet met motief wil nemen. Sinds 1 april is de maximumperiode opgetrokken: van 36 of 48 maanden naargelang het motief naar 51 maanden. Alleen voor het volgen van een opleiding blijft de maximumduur op 36 maanden.
Keerzijde van de medaille is dat werknemers die langer dan vijf jaar bij hun werkgever werken het moeten stellen met een lagere premie. Ze krijgen nog altijd een hogere uitkering dan collega’s met minder anciënniteit, maar de verhoging is gehalveerd. ‘Die premieverlaging is er alleen voor nieuwe aanvragen vanaf 1 juni, niet voor werknemers die al langer een uitkering krijgen’, verduidelijkt Bries.
Tijdskrediet met motief kan u omwille van zes specifieke redenen vragen:
- Zorg voor een kind jonger dan acht jaar
- Medische bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid
- Palliatieve zorgen
- Zorg voor een gehandicapt kind jonger dan 21 jaar
- Zorg voor een zwaar ziek minderjarig kind
- Een erkende opleiding.
De aanpassing van de maximumperiode voor tijdskrediet heeft ook een onverwacht neveneffect. ‘Het recht op tijdskrediet werd op 1 april uitgebreid, maar de verlenging van de uitkeringstermijn volgde pas twee maanden later. Wie in april of mei 51 maanden tijdskrediet vroeg, krijgt maar gedurende 48 maanden een uitkering’, zegt Bries. ‘Maar er is nog niets verloren. U kan in overleg met uw werkgever uw eerdere aanvraag vervangen door een aanvraag voor 48 maanden en later de resterende periode aanvragen.’
De limiet van 51 maanden geldt voor uw hele loopbaan en alle motieven samen, ongeacht of u die periodes niet of deeltijds werkt. Hebt u in het verleden al tijdskrediet genomen? Die periodes - zowel met als zonder motief - zullen afgetrokken worden van de maximumduur. Heeft u bijvoorbeeld al zes maanden tijdskrediet genomen voor uw kleuter, dan maakt u nog aanspraak op 45 maanden (51-6) gemotiveerd tijdskrediet. ‘Nieuw sinds 1 april is dat geen rekening wordt gehouden met de eerste twaalf maanden (in voltijdse equivalenten) van tijdskrediet zonder motief’, zegt Bries. Hebt u ooit twaalf maanden tijdskrediet zonder motief opgenomen, dan maakt u nog altijd aanspraak op 51 maanden tijdskrediet met motief.
‘Een andere nieuwigheid is dat een werknemer die voltijds werkt maar bij twee verschillende werkgevers - dus twee deeltijdse functies - voortaan zijn werktijd met een vijfde kan verminderen. Dat tijdskrediet kan bij een van beide werkgevers worden opgenomen of proportioneel bij elk van de twee’, zegt Bries.
Ten slotte is het lijstje van mensen voor wie u tijdskrediet voor medische bijstand kan nemen aangepast (zie verder bij het thematisch verlof voor medische bijstand).
2. Landingsbaan
Met een landingsbaan kunnen 55-plussers tot aan hun pensioen een vijfde of de helft minder gaan werken. Alleen voor specifieke groepen - zoals werknemers met een lange loopbaan - kan dat vanaf 50 jaar. ‘Een landingsbaan is er ook voor wie tijdens zijn loopbaan alle andere systemen van tijdskrediet of thematisch verlof heeft uitgeput’, zegt Bries. ‘Maar het recht op een landingsbaan valt niet samen met het recht op een uitkering. Wie op zijn 55ste in een landingsbaan stapt, zal maar vanaf zijn 60ste een uitkering krijgen.’
Naast de leeftijd zijn er nog andere voorwaarden: u moet minstens 25 jaar loontrekkende geweest zijn en tijdens de laatste 24 maanden voldoende gewerkt hebben bij uw werkgever. ‘Nieuw is de versoepeling voor werknemers die recent van werkgever wisselden. In onderling overleg met de nieuwe werkgever kan de anciënniteitsvoorwaarde ingekort worden. Ook de periode waarin een ontslagcompensatie en een verbrekingsvergoeding werd betaald, zal als een gewerkte periode beschouwd worden’, zegt Bries.
3. Tijdskrediet zonder motief
Geen jonge kinderen meer? Of geen ander motief dat u kan inroepen voor gemotiveerd tijdskrediet? Tijdskrediet is helaas niet meer voor u weggelegd. Sinds 1 april is het niet meer mogelijk ‘tijdskrediet zonder motief’ aan te vragen. ‘Voor wie al niet-gemotiveerd tijdskrediet genoot, blijft dat gewoon doorlopen tot het einde van de aangevraagde periode. Ook een werknemer die voor 1 april bij zijn werkgever een aanvraag voor tijdskrediet zonder motief indiende, behoudt dat recht. Zelfs al is het tijdskrediet nog niet effectief gestart’, zegt Bries. Voor aanvragen vanaf januari 2015 betaalde de RVA al geen uitkering meer.
Thematische verloven
Voor een thematisch verlof zijn er drie mogelijkheden:
1. Medische bijstand
Met dit thematisch verlof kan u een zwaar ziek gezins- of familielid bijstaan. Per patiënt kan u gedurende maximaal twaalf maanden stoppen met werken of gedurende 24 maanden deeltijds werken. U kan het verlof aanvragen voor de bijstand aan inwonende gezinsleden, (groot)ouders, (klein)kinderen, broers en zussen. Sinds 1 juni kan het ook voor de ouders en kinderen van de partner met wie u wettelijk samenwoont. Maar het is er niet langer voor aanverwanten van de tweede graad. De familieleden zonder bloedband zijn beperkt tot schoonouders, stiefouders en -kinderen en echtgenoten van uw kinderen.
2. Ouderschapsverlof
Voor elk van uw kinderen jonger dan twaalf jaar kan u vier maanden voltijds ouderschapsverlof nemen, acht maanden halftijds of 20 maanden een vijfde minder werken. Er werd aangekondigd dat het ook mogelijk wordt een tiende minder te werken, maar dat is nog niet gerealiseerd. Daarmee zou u een halve dag per week of tweewekelijks een dag verlof kunnen nemen.
Ouderschapsverlof is het enige thematische verlof met een anciënniteitsvoorwaarde: u moet in de vijftien maanden voorafgaand aan uw aanvraag minstens twaalf maanden in dienst zijn geweest bij uw werkgever.
Naar een hogere uitkering voor ouderschapsverlof?
Europees commissaris voor Werk Marianne Thyssen (CD&V) stelde begin juni voor om de uitkeringen voor ouderschapsverlof in heel de Europese Unie op te trekken naar het niveau van de ziekte-uitkering. ‘Met een maximumuitkering voor arbeidsongeschiktheid van 2.135,90 euro bruto per maand zou dat bijna een verdrievoudiging zijn tegenover de huidige uitkering voor ouderschapsverlof’, zegt Annelies Bries, juridisch adviseur bij hr-dienstverlener Acerta.
3. Palliatief verlof
Met palliatief verlof kan u een persoon - een familieband hoeft niet - bijstaan die ongeneeslijk ziek is en zich in een terminale fase bevindt. Sinds 1 februari is dat palliatief verlof met een maand uitgebreid, tot maximaal drie maanden per patiënt.
Hoe kiezen tussen ouderschapsverlof of tijdskrediet?
Mieke is gehuwd en heeft een flinke dochter van zes jaar. Ze werkt al meer dan vijf jaar als bediende bij een consultancykantoor. Mieke overweegt om een tijdje niet meer of een vijfde minder te gaan werken, maar maakt zich zorgen over de financiële impact van haar beslissing. De hr-dienstverlener Acerta berekent de verschillende scenario’s.
→ Voltijds werken
Mieke heeft een brutoloon van 2.500 euro per maand, waarvan ze 1.654 euro netto overhoudt.
→ Voltijdse onderbreking
- Ouderschapsverlof: nettoloon van 908 euro. Mieke krijgt een netto-uitkering van 736 euro van de RVA en een Vlaamse aanmoedigingspremie van 172 euro.
- Tijdskrediet voor een kind jonger dan acht jaar: nettoloon van 697 euro. Mieke krijgt een netto-uitkering van 525 euro van de RVA en een Vlaamse aanmoedigingspremie van 172 euro.
→ Vermindering met een vijfde
- Deeltijds werken: 1.431 euro. Als Mieke bij haar werkgever niet meer voltijds maar vier vijfde werkt, dan daalt haar loon naar 2.007 euro bruto of 1.431 netto.
- Vier vijfde werken en één vijfde ouderschapsverlof: 1.604 euro. Neemt Mieke voor één vijfde ouderschapsverlof, dan krijgt ze boven op haar nettoloon een uitkering van 115 euro van de RVA en een Vlaamse aanmoedigingspremie van 58 euro.
- Vier vijfde werken en één vijfde tijdskrediet: 1.538 euro. Neemt Mieke voor één vijfde tijdskrediet, dan krijgt ze boven op haar nettoloon een uitkering van 107 euro van de RVA, maar geen aanmoedigingspremie.