De federale en regionale overheden hebben de voorbije maanden zelfstandigen en werknemers een duwtje in de rug gegeven om de gevolgen van de coronacrisis te verzachten. Sommige steunmaatregelen, zoals de hinderpremie en de compensatiepremie voor zelfstandige ondernemers, waren eenmalig. Andere maatregelen liepen over meerdere maanden en zijn meermaals verlengd.
De volgende maatregelen blijven tot het einde van de zomer van kracht:
Coronaoverbruggingsrecht voor zelfstandigen
Deze vorm van werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen is in maart van dit jaar in het leven geroepen en wordt doorgetrokken tot 31 augustus. Zelfstandigen die het moeilijk hebben door de coronamaatregelen kunnen een beroep doen op dit overbruggingsrecht. Zowel zelfstandigen in hoofd- als in bijberoep hebben er recht op.
In normale tijden kunnen zelfstandigen na een maand een beroep doen op het overbruggingsrecht. Maar als ze wegens de corona-epidemie verplicht waren te sluiten, kunnen ze vanaf de eerste sluitingsdag een uitkering aanvragen. Wie zelf besliste te sluiten kan na zeven opeenvolgende kalenderdagen een beroep doen op het overbruggingsrecht.
Zelfstandigen in hoofdberoep en zelfstandigen in bijberoep met een omzet van meer dan 13.993,77 euro per jaar krijgen 1.291,69 euro (geen kinderlast) of 1.614,10 euro (wel kinderlast) per maand betaald. Bijberoepers met een omzet tussen 6.996,89 en 13.993,77 euro hebben recht op een uitkering van 645 (geen kinderlast) of 807 (wel kinderlast) euro per maand.
De voorbije maanden werd een aanvraag bijna automatisch goedgekeurd. Vanaf juli moet u uw aanvraag met objectieve elementen staven om aan te tonen dat de onderbreking het rechtstreekse gevolg is van de coronacrisis.
Relanceoverbruggingsrecht
Zelfstandigen die hun activiteiten voor minstens een maand verplicht hebben onderbroken en opnieuw aan de slag mogen, kunnen voor juni, juli en augustus een overbruggingsrecht aanvragen voor hun opstart. De komende maanden kunnen enkele beperkende maatregelen immers de omzet gedrukt houden.
Zelfstandigen die op het relanceoverbruggingsrecht een beroep doen, moeten aan enkele criteria voldoen. Zo moest de activiteit van de zelfstandige op 3 mei beperkt of verboden zijn en moet er in het tweede kwartaal minstens 10 procent omzetverlies of vermindering van bestellingen zijn in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2018 of 2019.
De zelfstandige mag voor de maand waarvoor de aanvraag geldt geen klassiek overbruggingsrecht of geen coronaoverbruggingsrecht genieten. De uitgekeerde bedragen zijn dezelfde als voor het coronaoverbruggingsrecht.
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht
Op 20 maart werd beslist dat alle tijdelijke werkloosheid door het coronavirus kan beschouwd worden als tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Werkgevers die hun werknemers tijdelijk niet tewerkstellen door de coronacrisis kunnen van die regeling gebruikmaken.
De werknemer ontvangt boven op zijn normale werkloosheidsuitkering een supplement van 5,63 euro per dag.
Die werkloosheid wegens overmacht kan met een vereenvoudigde procedure worden aangevraagd, wat betekent dat op de aanvraag automatisch de goedkeuring van de RVA volgt. De werknemer ontvangt boven op zijn normale werkloosheidsuitkering een supplement van 5,63 euro per dag. Die regeling loopt tot 31 augustus.
Nadien komt er een overgang van tijdelijke werkloosheid door coronaovermacht naar de klassieke economische werkloosheid. Die overgangsformule kan worden gebruikt door bedrijven die hun omzet met minstens 10 procent zagen dalen. In die formule ontvangt de werknemer 70 procent van zijn laatste geplafonneerde loon.
Coronaouderschapsverlof
Sinds 1 mei en tot 31 augustus kunnen werknemers en zelfstandigen met kinderen gebruikmaken van het coronaouderschapsverlof. Niet alleen is de aanvraagprocedure van die verlofformule laagdrempelig, de onderbrekingsvergoeding ervan ligt ook 25 procent hoger dan die van het gewone ouderschapsverlof.
De superkern besliste dat voor eenoudergezinnen en gezinnen met een kind met een beperking de mogelijkheid tot 30 september wordt verlengd. De uitkering wordt in die periode verhoogd van 125 naar 150 procent van de basisuitkering voor ouderschapsverlof.