Nadat IT-problemen bij de netbeheerder Fluvius al twee keer tot uitstel hadden geleid, komt het capaciteitstarief er vanaf 1 januari dan toch. De Vlaamse energiewaakhond VREG heeft finaal besloten door te zetten met de invoering ervan om gezinnen en bedrijven aan te moedigen hun stroomverbruik beter te spreiden. Niet langer het totale jaarverbruik zal de hoogte van de nettarieven, de bijdrage die gezinnen betalen om het stroomnet te gebruiken, bepalen. Hun hoogste uitschieters worden doorslaggevend, de momenten waarop ze het net het zwaarst belasten door verschillende toestellen tegelijk te laten draaien.
Het capaciteitstarief is controversieel. Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) spande deze zomer nog een rechtszaak aan om de invoering ervan tegen te houden nu de energieprijzen de pan uit rijzen. Maar een gerechtelijke uitspraak zal niet meer voor dit jaar zijn en de VREG laat zich niet nog eens tegenhouden.
De VREG benadrukt dat het capaciteitstarief geen bijkomend tarief is, wel een andere ‘toekomstbestendige’ manier om de netkosten over gebruikers te verdelen. De digitale meter zal iedere maand het kwartier registreren met de hoogste vermogenspiek, typisch ’s avonds wanneer de oven aanstaat, de kookplaat en er tegelijk een was wordt gedraaid. Het jaargemiddelde van die maandpieken zal de hoogte van het capaciteitstarief bepalen.
Waarom komt het capaciteitstarief er?
Met de switch naar meer elektrische wagens en warmtepompen vreest de VREG dat het distributienet in de toekomst overbelast zal raken wanneer iedereen 's avonds na het werk thuiskomt en tegelijk op vol vermogen begint te laden, koken en verwarmen. Het capaciteitstarief moet mensen een financiële prikkel geven om hun verbruik beter te spreiden en toestellen zoals een warmtepomp of laadpaal slim aan te sturen.
Als we erin slagen het verbruik te spreiden in de tijd, kunnen we miljarden aan extra investeringen in het net voorkomen.
‘Als we erin slagen het verbruik te spreiden in de tijd, kunnen we miljarden aan extra investeringen in het net voorkomen’, zegt VREG-voorzitter Maarten De Cuyper. ‘Zo maken we dat we met zijn allen in de toekomst minder nettarieven betalen.’
Het bestaande verschil tussen dag- en nachttarief voor de nettarieven verdwijnt. Alleen voor de energie zelf kunnen leveranciers nog ’s nachts minder aanrekenen dan overdag.
Hoeveel bedraagt het capaciteitstarief?
Voor een gemiddeld gezin met een digitale meter zullen de stroomnettarieven volgend jaar met 11 euro toenemen tot 337 euro. Een deel van die nettarieven, zoals de bijdrage voor groenestroomcertificaten, zal nog altijd afhangen van het totale stroomverbruik (in kilowattuur, kWh). Een ander deel, het capaciteitstarief, zal worden bepaald door het vermogen dat op piekmomenten wordt afgenomen (in kilowatt, kW). Voor een gemiddelde piek van 4,26 kW bedraagt het capaciteitstarief 170 euro, 7 procent van de totale stroomfactuur.
Wie zijn piekverbruik kent, te raadplegen op mijn.fluvius.be, kan volgens een eenvoudige vuistregel zijn capaciteitstarief inschatten. Voor iedere toename van de gemiddelde piek met 1 kilowatt betaalt een gezin 40,4 euro extra op jaarbasis, exclusief btw.
De VREG relativeert de impact van een eenmalige maandpiek, die maar voor één twaalfde meetelt op de jaarfactuur. Een kerstfeestje bijvoorbeeld waarbij de piek 2 kilowatt hoger ligt dan gewoonlijk, zal de gemiddelde consument 6,7 euro extra kosten op jaarbasis aan nettarieven.
Een preciezere simulatie kan gemaakt worden op nieuwenettarieven.vreg.be.
Hoe kan ik besparen?
Het principe is eenvoudig: wie zijn verbruik beter spreidt, zal minder betalen. Voor de meeste gezinnen komt het erop neer dat ze tijdens het koken beter geen kookwas laten draaien of de vaatwas en de droogkast aanzetten. Maar op enkele euro’s na valt met gewone huishoudelijke apparaten moeilijk een groot verschil te maken.
Anders wordt het voor wie stroomvreters heeft zoals een elektrische wagen, een warmtepomp of een elektrische jacuzzi. Trager laden en verwarmen op momenten dat andere apparaten niet draaien kan een besparing van honderden euro's opleveren. Een gezin met een elektrische auto (jaarverbruik 8.000 kWh, piek 7,3 kW) zal wanneer het zijn verbruik niet spreidt 861 euro aan netkosten betalen. Het kan dat bedrag reduceren tot 651 euro door te spreiden, of zelfs tot 546 euro met een slimme laadpaal die continu de laadsnelheid bijstuurt in functie van het verbruik van andere toestellen.
Zijn alleenstaanden de dupe?
Eerdere studies toonden dat zowat 60 procent van de gezinnen er niet op zullen achteruitgaan. Dat is wel het geval voor een groep van zowat 10.000 kleinere verbruikers, bijvoorbeeld alleenstaanden die in een klein appartement wonen. Omdat hun piek relatief hoog ligt ten opzichte van hun totale verbruik, nemen hun nettarieven doorgaans toe. Maar het gaat om eerder beperkte bedragen, verzekert VREG-directeur Pieterjan Renier.
De bedoeling is dat ook wie een leegstaand tweedeverblijf heeft, toch een minimumbijdrage betaalt omdat ook daar kosten zijn gemaakt voor een netaansluiting.
De bedoeling is ook dat wie een leegstaand tweedeverblijf heeft, toch een minimumbijdrage betaalt omdat ook daar kosten zijn gemaakt voor een netaansluiting. Zelfs als er een maand geen stroom wordt verbruikt, zal toch een minimumpiek van 2,5 kilowatt worden aangerekend.
Voor de 16 procent Vlaamse gezinnen die van het sociaal tarief genieten, komt er geen capaciteitstarief. Zij blijven een all-inprijs per kilowattuur betalen.
Is een digitale meter nadelig?
Om het piekverbruik te registreren is een digitale meter nodig. Toch wil dat niet zeggen dat gezinnen die nog een oude analoge teller hebben per definitie goedkoper af zijn. Voor hen zal een forfaitair capaciteitstarief aangerekend worden van zo’n 100 euro, gelijk aan de minimale piek van 2,5 kW. Maar daarbovenop zullen gezinnen met een analoge meter een hoger bedrag betalen per kilowattuur stroom die ze afnemen. ‘Voor een gemiddeld gezin is een digitale meter iets goedkoper dan een analoge’, zegt Renier. De totale nettarieven komen daar 2 euro hoger uit dan bij wie een digitale meter heeft.
Voor grootverbruikers kan een analoge meter voorlopig wel een stuk voordeliger uitvallen. In het eerder aangehaalde voorbeeld met een elektrische auto zakken de nettarieven bij een klassieke meter naar 620 euro volgend jaar. Wie in dezelfde situatie al een digitale meter heeft, betaalt afhankelijk van zijn spreidingsgedrag tot 861 euro.
Betaal ik met mijn bedrijf ook een capaciteitstarief?
Zelfstandigen en kmo’s zullen net als gezinnen het capaciteitstarief aangerekend krijgen op basis van hun piekverbruik. Spreiden wordt er dus evengoed belangrijk. Grotere bedrijven die op hogere spanningsniveaus aangesloten zijn, zullen nog een stapje verder moeten gaan.
Grote bedrijven betalen nu al nettarieven afhankelijk van het vermogen van hun aansluiting. Vanaf volgend jaar zullen ze een inschatting moeten maken van hun hoogste piekverbruik om toegangsvermogen te reserveren. Ze kunnen dus besparen als ze door te spreiden hun gereserveerde vermogen omlaag krijgen, maar ze riskeren wel een duur overschrijdingstarief te moeten ophoesten als ze daar over gaan.
De VREG adviseert grote bedrijven om tegen het einde van het jaar hun gewenste toegangsvermogen in te geven via mijn.fluvius.be. Anders wordt hun hoogste maandpiek van de afgelopen 12 maanden als referentie genomen.