Alle Vlaamse regeringspartijen waren het erover eens dat de belasting op verdriet moest dalen. Maar over de concrete invulling liepen de ideeën uiteen. De regering klopte vorige week een compromis af. ‘We hebben de erfbelasting met 39 miljoen euro verlaagd, een verlaging van 10 procent. Die hervorming is een mooie eerste stap’, zegt Vlaams minister van Financiën Bart Tommelein (Open VLD).
De nieuwe tarieven gelden vanaf 1 september 2018. Op die datum treedt het nieuwe erfrecht van de federale regering in werking. De hervorming geeft u meer keuzevrijheid over wat u aan wie nalaat. Het deel van de erfenis dat uw kinderen kunnen opeisen, wordt beperkt tot de helft. ‘Door redelijker tarieven krijgen mensen meer vrijheid om hun erfenis na te laten aan wie ze willen’, zegt Tommelein.
Mensen krijgen op steeds latere leeftijd een erfenis. Vaak erven kinderen pas van hun ouders als ze zelf al vijftigers of zestigers zijn en hun schaapjes op het droge hebben, terwijl hun kinderen wel een financieel duwtje kunnen gebruiken. Het is vandaag perfect mogelijk om met een vrijwillige erfenissprong een erfenis rechtstreeks van de grootouders naar de kleinkinderen te laten gaan. Als een grootouder overlijdt, verwerpt het ervende kind zijn erfdeel ten voordele van zijn kinderen. Die werkwijze levert een aanzienlijke besparing op, omdat op dezelfde erfenis niet twee keer erfbelasting betaalt wordt (een keer bij het overlijden van de grootouder en een keer bij het overlijden van de ouder).
Toch wordt een erfenissprong niet veel gebruikt. Het is een alles-of-nietsverhaal: een ouder die erft, moet de hele erfenis verwerpen ten gunste van zijn kinderen. In de toekomst wordt het mogelijk een deel van de erfenis te houden en een deel naar de kinderen te laten gaan. Bij die flexibele erfenissprong betalen de kinderen de erfbelasting en kunnen ze binnen het jaar (een deel van) hun erfenis kosteloos doorgeven aan hun kinderen, maar ook aan stief- en zorgkinderen. Die mogelijkheid bestaat voor erfenissen van een partner, ouder of grootouder.
De Vlaamse tarieven gelden bij het overlijden van een inwoner van het Vlaams Gewest. Waar een Vlaming sterft, speelt geen rol. Als uw Antwerpse suikeroom zijn laatste adem uitblaast tijdens zijn vakantie in Spanje moet u nog altijd Vlaamse erfbelasting betalen. Ook de ligging van de bezittingen is van geen tel. Als de overledene de laatste vijf jaar ook in het Brussels of Waals Gewest verbleef, wordt de belasting geheven door het Gewest waar de overledene in die periode het langst woonde.
De tarieven hangen af van het bloedverwantschap tussen de overledene en de erfgenaam. Hoe nauwer de familieband, hoe lager de belasting. Verre familie en mensen zonder familieband worden het zwaarst belast. De tarieven zijn ook progressief: hoe meer u erft, hoe meer erfbelasting u betaalt. De uitzondering zijn familiebedrijven. Voor de vererving van familiale ondernemingen en vennootschappen is er een vlak tarief: 3 procent als een partner of de (klein)kinderen erven, 7 procent voor anderen.
De verwantschap met de overledene bepaalt niet alleen het belastingtarief, maar ook de manier waarop de belasting wordt berekend. Hoe gebeurt dat?
U erft van uw partner
Bent u gehuwd of woont u wettelijk samen? Dan maakt uw partner altijd aanspraak op een deel van uw erfenis. Dat erfdeel wordt tegen de laagste tarieven voor de rechte lijn belast. Ook feitelijke samenwoners kunnen van de laagste tarieven van de erfbelasting genieten, maar pas nadat ze minstens één jaar op hetzelfde adres hebben gewoond en de kosten gedeeld hebben. Dat geldt niet alleen voor koppels, ook mensen die samenwonen met hun broer of zus kunnen een beroep doen op de lage tarieven. Koppels met een latrelatie die op een verschillend adres wonen, vallen - ook na de hervorming - uit de boot. Ze kunnen nooit van het tarief voor partners gebruikmaken.
Hoe wordt de erfenis vandaag belast?
Op het eerste deel van de nalatenschap van 50.000 euro betaalt de langstlevende partner 3 procent. Op het deel tussen 50.000 en 250.000 euro is dat 9 procent en op alles boven 250.000 euro 27 procent.
Bij de belastingberekening worden de tarieven niet op het totale erfdeel toegepast. Er worden apart belastingen berekend op het vastgoed (huis, appartement, gronden) en de roerende goederen (bankrekeningen, aandelen, obligaties). Die splitting is voordelig omdat je minder snel in de hoogste tarieven terechtkomt.
Een partner kan 50.000 euro vastgoed erven tegen het laagste tarief van 3 procent en nog eens 50.000 euro roerende goederen (geld, beleggingen,) tegen 3 procent. Samen wordt 100.000 euro tegen 3 procent belast. Het gemiddelde tarief dat een langstlevende betaalt, is iets meer dan 6 procent, blijkt uit cijfers van het kabinet-Tommelein. Minder dan 1 procent van de langstlevende partners komt voor het vastgoed in de hoogste tariefschijf van 27 procent terecht, voor de roerende goederen is dat minder dan 4 procent.
Voor kleine erfenissen tot 50.000 euro wordt een korting van maximaal 500 euro op de verschuldigde erfbelasting gegeven. Hoe hoog de korting is, hangt van de waarde van de erfenis. Op bedragen tot 12.500 euro moet u helemaal geen erfbelasting betalen. Het bedrag van de erfbelasting en de korting zijn identiek.
De langstlevende partner moet geen erfbelasting betalen op de gezinswoning waar het koppel samenwoont. Die vrijstelling geldt zodra u in het huwelijksbootje stapt of een verklaring van wettelijke samenwoning aflegt. Feitelijke samenwoners kunnen er pas aanspraak op maken als ze minstens drie jaar hebben samengewoond.
Wat verandert er?
Aan de tarieven verandert niets. Wel ontsnapt naast de gezinswoning ook 50.000 euro aan roerende goederen aan belastingen. Dat levert een besparing van 1.500 euro op. Door die nieuwe vrijstelling erven ook mensen die hun huis hebben verkocht een stuk belastingvrij.
Hoe verloopt de belastingberekening als u een beleggingsportefeuille van 100.000 euro van uw partner erft? De eerste schijf van 50.000 euro is vrijgesteld. Op de andere schijf geldt het normale tarief voor bedragen vanaf 50.000 euro: 9 procent. Ook feitelijke samenwoners kunnen van de nieuwe vrijstelling genieten. De voorwaarde is dat ze minstens één jaar ononderbroken samenwonen met de erflater.
U erft van uw (groot)ouders
Net als erfenissen tussen partners worden nalatenschappen tussen bloedverwanten tegen de tarieven voor de rechte lijn belast. Het gaat om nalatenschappen tussen grootouders, ouders, kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.
De lage tarieven voor kinderen gelden niet alleen voor de natuurlijke kinderen van de overledene. Ze gelden ook voor stief- en zorgkinderen, als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Bondig gesteld moet een stiefouder gehuwd zijn, wettelijk samenwonen of minstens een jaar feitelijk samenwonen met de ouder van het stiefkind. Zorgkinderen moeten voor hun 21ste drie opeenvolgende jaren bij de overledene gewoond hebben en er de hulp en verzorging hebben gekregen die kinderen normaal van hun ouders krijgen. Een schoondochter of -zoon kan nooit aanspraak maken op het tarief voor kinderen en betaalt altijd het hoge tarief voor anderen.
Hoe wordt de erfenis vandaag belast?
De tarieven en de belastingberekening voor kinderen zijn analoog met die voor de langstlevende partner. Ook voor kinderen is er een vermindering als ze minder dan 50.000 euro erven, maar inwonende kinderen kunnen geen aanspraak maken op de vrijstelling van de gezinswoning.
Als meerdere kinderen samen erven, wordt de belasting niet berekend op de totale nalatenschap van de overledene maar op het erfdeel van elk kind. Door de opsplitsing per kind kom je minder snel in de hoge tarieven. Als een kind niet meer dan 12.500 euro erft, betaalt het geen erfbelasting.
Koppels met een latrelatie vallen ook na de hervorming uit de boot.
Jonge kinderen die een ouder verliezen, krijgen een extra korting. Voor elk jaar dat ze jonger zijn dan 21 jaar is er een belastingvermindering van 75 euro. Een 15-jarige betaalt 450 euro minder. De langstlevende ouder krijgt een korting voor de helft van dat bedrag, 225 euro in het voorbeeld.
Wat verandert er?
Voor jongeren onder 21 jaar die hun beide ouders verliezen, komt boven op de vermindering voor jongeren een nieuwe, uitgebreidere korting. De woning waar de langstlevende ouder woonde, wordt volledig vrijgesteld. ‘Daardoor hoeven wezen tot 21 niet eerst hun ouderlijk huis te verkopen om de erfbelasting te betalen, zoals dat in het verleden het geval was’, zegt Tommelein. Daarnaast krijgen ze een vrijstelling op 75.000 euro roerende goederen - zoals geld en beleggingen - die ze van hun ouders erven. Dat is goed voor een maximale belastingbesparing van 3.750 euro. Op het deel boven 75.000 euro worden de gebruikelijke tarieven van 9 of 27 procent toegepast.
U erft van uw broer of zus
Als u geen kinderen hebt en uw ouders al overleden zijn, gaan uw bezittingen volgens de wettelijke erfregels naar uw broers en zussen. Er is voor hen een aparte categorie in de erfbelasting. Maar de belastingdruk is hoog: gemiddeld 45 procent van een erfenis tussen broers en zussen gaat naar de staat.
Hoe wordt de erfenis vandaag belast?
Het laagste tarief voor erfenissen tussen broers of zussen is 30 procent. Dat wordt toegepast op het deel van de erfenis tot 75.000 euro. Voor erfenissen tot dat bedrag geldt een vermindering van de erf-belasting. De korting hangt af van hoeveel u erft en kan tot maximaal 2.000 euro oplopen. Op het deel van de erfenis boven 75.000 euro worden hogere tarieven toegepast: 55 procent op het deel tussen 75.000 en 125.000 euro en 65 procent op het surplus.
Het hoogste tarief voor broers en zussen daalt van 65 naar 55 procent.
Als meerdere broers of zussen samen erven, wordt de erfbelasting berekend op het erfdeel van elke broer of zus apart. Voor die groep is er bij de belastingberekening geen opsplitsing tussen het vastgoed en het roerend vermogen. Doordat de belasting op het totale erfdeel wordt geheven, kom je sneller in de hogere tariefschijven terecht. Dat blijkt ook uit wat broers en zussen vandaag gemiddeld betalen: 9 procent zit in de tariefschijf van 55 procent en 14 procent in die van 65 procent.
Wat verandert er?
Om de belastingdruk te milderen wordt het hoogste tarief van 65 procent geschrapt. Vanaf september bedraagt het hoogste tarief 55 procent. Ook voor de kleinere erfenissen wordt de belastingdruk getemperd. Voor bedragen tot 35.000 euro daalt het tarief van 30 naar 25 procent. ‘Zeker voor kleinere erfenissen maakt de schijf van 25 procent een groot verschil’, zegt Tommelein.
U erft van anderen
Jongeren onder 21 jaar krijgen een ruimere bescherming als ze hun beide ouders verliezen.
Wilt u iets nalaten aan een ver familielid, uw buurman of het kindje van een vriend van wie u de peter bent? Dan wordt dat zwaar belast. Vandaag moet u gemiddeld 58 procent van de nalatenschap aan de fiscus afgeven.
Hoe wordt de erfenis vandaag belast?
Het laagste tarief voor de categorie anderen is 45 procent. Het wordt toegepast op erfenissen tot 75.000 euro. Voor het deel daarboven gelden dezelfde tarieven als voor broers en zussen: 55 of 65 procent.
Wie van verre familie of mensen zonder bloedband erft, betaalt niet alleen de hoogste belastingtarieven, ook de manier waarop de belasting wordt berekend, is nadeliger. Als er meerdere erfgenamen zijn, wordt de belasting niet berekend op het erfdeel van elke erfgenaam, maar op het totaal van de erfgenamen in die categorie anderen. De belasting wordt vervolgens evenredig onder hen verdeeld, volgens hun aandeel in de nalatenschap. Dat leidt ertoe dat de helft van de erfenissen in die categorie vandaag in de hoogste tariefschijf van 65 procent terechtkomt.
Wat verandert er?
Ook voor erfenissen van verre familie en vrienden verdwijnt het hoogste tarief van 65 procent. Net zoals voor broers en zussen gaat het tarief voor de eerste schijf van 35.000 euro van 45 procent naar 25 procent.