Veel grootouders willen hun kleinkinderen een financieel duwtje in de rug geven. De eigen kinderen zijn vaak al op een leeftijd gekomen dat ze zelf een mooi vermogen hebben opgebouwd, terwijl de kleinkinderen nog volop in de fase zitten waarin ze de aankoop of renovatie van een woning combineren met de opvoeding van kleine kinderen.
Er zijn meerdere mogelijkheden om een deel van de nalatenschap van de grootouders naar de kleinkinderen te laten vloeien. En vanaf 1 september is de gereedschapskist nog wat groter, zodat er voor elke situatie wel een geschikt instrument voorhanden is.
1. De grootouders regelen niets en de ouders hoeven de erfenis niet
De erfenis- of generatiesprong is een techniek waardoor kleinkinderen rechtstreeks kunnen erven van hun grootouders. Het principe? De grootouder overlijdt, het kind verwerpt zijn deel van de erfenis en zo komt de erfenis vervolgens bij het kleinkind terecht.
Een fiscaal interessante formule, omdat er geen twee keer erfbelasting wordt betaald op dezelfde erfenis: een eerste keer als het kind erft van de grootouders en een tweede keer als het kleinkind erft van de ouders. Toch is de generatiesprong nooit uitgegroeid tot een populaire techniek. ‘Het is een noodoplossing wanneer de grootouders zelf niets geregeld hebben’, zegt notaris Carol Bohyn. ‘Ik zou het geen instrument van successieplanning noemen, alleen een ad-hocoplossing.’
Hebt u een vraag over uw erfenis?
Zal het nieuwe erfrecht uw erfenisplannen helemaal omgooien? Vreest u dat u door de nieuwe wet een deel van uw erfenis zult mislopen? Stel hier uw vraag en op dinsdag 11 september (tussen 18 en 21 uur) belt een notaris u gratis op met het antwoord.
Het initiatief van de generatiesprong ligt immers volledig bij de ouders, die zelf beslissen of ze verzaken aan de erfenis in het voordeel van hun eigen kinderen. Daarmee is het vooral een techniek voor de tussengeneratie, maar niet voor de grootouder die de uitdrukkelijke wens heeft iets na te laten aan de kleinkinderen.
Bovendien is de generatiesprong een alles-of-nietsverhaal: het is niet mogelijk om slechts een deel van de erfenis te verwerpen. Stel dat een ouder 25.000 euro cash erft, de ouderlijke woning en nog eens een beleggingsportefeuille van 50.000 euro. De ouder wil misschien wel dat het kleinkind al meteen de 25.000 euro erft, maar nog niet onmiddellijk ook de woning en de beleggingen. Met een generatiesprong heeft hij die keuze niet.
2. De grootouders regelen niets en de ouders willen maar een deel van de erfenis
Om het gebrek aan flexibiliteit van de generatiesprong te counteren schuift Vlaanderen sinds 1 september een andere techniek naar voor: de doorgeefschenking.
Dat is een schenking in twee stappen: de grootouder overlijdt en diens nalatenschap gaat naar zijn kind, waarna het kind de nalatenschap (of een deel ervan) doorschenkt aan het kleinkind. Het kind betaalt erfbelasting, maar het kleinkind betaalt vervolgens geen schenkbelasting als zijn ouder binnen het jaar doorschenkt. En de ouder beslist zelf welk deel van de erfenis hij belastingvrij doorschenkt.
Voor de tussengeneratie is de doorgeefschenking dus zeker een goed alternatief voor de generatiesprong. Toch zijn niet alle experts fan van de techniek. ‘Ze wordt dan wel naar voren geschoven als een fiscaal interessante techniek, maar dat is ze niet noodzakelijk’, zegt advocaat Rinse Elsermans van Cazimir.
Stel: een opa met een vermogen van 1 miljoen euro cash heeft één zoon en drie kleinkinderen. Als de zoon het volledige vermogen erft, betaalt hij 222.000 euro erfbelasting. Vervolgens kan hij wel belastingvrij doorschenken aan zijn drie zonen. Maar mocht de opa via zijn testament aan zijn zoon en elk van zijn drie kleinkinderen 250.000 euro nalaten, dan zou de totale belastingfactuur uitkomen op 78.000 euro. Dat is een besparing van 144.000 euro tegenover de zogezegd fiscaal vriendelijke doorgeefschenking.
Daar komt nog bij dat de zoon maar een jaar de tijd heeft om het vermogen fiscaal vriendelijk door te schenken aan zijn zonen. Een jaar lijkt lang, maar er gaan algauw enkele maanden voorbij tussen het overlijden van de opa en het verdelen van de erfenis. Nadien moet ook de doorgeefschenking worden voorbereid, waarvoor eveneens tijd nodig is. ‘De doorgeefschenking is vooral nuttig bij een onverwacht overlijden. Als er tijd is om aan successieplanning te doen, bestaan er veel betere alternatieven’, zegt Elsermans.
3. De grootouders willen al tijdens hun leven iets aan de kleinkinderen geven
Een van de alternatieven is dat de grootouders al bij leven een schenking doen aan de kleinkinderen.
Voor grootouders die er het vermogen voor hebben, is het fiscaal interessant om al tijdens hun leven 12.500 euro te schenken aan elk kleinkind. ‘Overlijdt de grootouder binnen 3 jaar na de schenking en werd er geen schenkbelasting betaald, dan wordt de schenking nog belast als een erfenis’, zegt notaris Bohyn.
‘Wie evenwel van een ouder of grootouder niet meer erft dan 50.000 euro krijgt een vermindering op de erfbelasting. En wie niet meer dan 12.500 euro erft, krijgt een korting die even groot is als de erfbelasting, zodat de kleinkinderen in geen geval erfbelasting zullen moeten betalen.’
De gift van 12.500 euro kan ook worden opgenomen in een testament, zodat de grootouder het bedrag nog niet tijdens zijn leven moet afstaan.
4. De grootouders nemen de kleinkinderen op in hun testament
‘Sommige grootouders zijn niet geneigd om al tijdens hun leven iets weg te schenken. Het testament is dan een goed alternatief om de nalatenschap te spreiden over verschillende kleinkinderen’, zegt Bohyn. Met de nieuwe erfenisregels biedt het testament meer flexibiliteit, want vanaf 1 september is de zogenaamde reservataire reserve minder groot. Dat is het minimale gedeelte van de erfenis dat naar de reservataire erfgenamen (zoals de kinderen) moet gaan. Zij kunnen altijd aanspraak maken op hun deel van de erfenis.
Big bang voor wie erft en trouwt.
De Erfenisgids is op 1/9 verschenen. Bent u abonnee van De Tijd? Klik hier om de gids (PDF versie) te lezen.
Tot voor kort varieerde het wettelijke minimumdeel naargelang het aantal kinderen. Wie drie kinderen of meer had, zag zijn beschikbare deel slinken tot een kwart. Door de hervorming hebben de kinderen samen nog altijd recht op minstens de helft van het ouderlijk vermogen, maar die helft moeten ze onderling verdelen. En grootouders kunnen, als ze dat zouden wensen, dus de helft van hun erfenis nalaten aan de kleinkinderen.
Het is altijd mogelijk om de kleinkinderen zelfs wat meer toe te schuiven, maar de kinderen hebben bij de verdeling van de erfenis dan wel het recht om hun tekort op te eisen. ‘In de meeste gevallen is dat eerder theorie dan praktijk, want de meeste ouders hebben er geen probleem mee dat de erfenis van de grootouders naar hun kinderen vloeit, zolang de gelijkheid tussen de erfgenamen wordt nageleefd’, zegt Bohyn.
5. De grootouders willen duidelijke afspraken op papier
Een belangrijke nieuwigheid in het erfrecht is de mogelijkheid om een zogenaamde erfovereenkomst af te sluiten. Met zo’n overeenkomst is het mogelijk om al bij leven afspraken te maken over een aantal aspecten van de latere erfenis.
Er zijn verschillende situaties waarin een erfovereenkomst zinvol is:
- Om te beginnen is het een goed instrument wanneer grootouders aan hun kleinkinderen een vermogensdeel willen nalaten dat de wettelijke reserve overschrijdt. Wanneer de tussengeneratie daarmee akkoord gaat (en daarover een erfovereenkomst laat opstellen), kunnen oma of opa pas echt zeker zijn dat hun kinderen uiteindelijk toch hun deel niet zullen opeisen.
- Een erfovereenkomst heeft ook nut wanneer niet elk kind of kleinkind hetzelfde soort vermogen krijgt (het ene kind cash, het andere een beleggingsportefeuille, een huis of een bouwgrond). ‘In een erfovereenkomst kan de waardering van die verschillende activa worden vastgelegd, zodat er daarover bij het verdelen van de erfenis geen discussie kan ontstaan’, zegt Bohyn.
- Een derde situatie is die van het ongelijke aantal kleinkinderen: bijvoorbeeld een zoon met drie kinderen en een dochter met twee kinderen. Wanneer de grootouders elk kleinkind hetzelfde bedrag willen nalaten, kan dat betekenen dat de ene familietak meer erft dan de andere. ‘In de praktijk merken we dat de gelijkberechtiging van kleinkinderen, met ongelijkheden tussen de familietakken, gevoelig ligt bij de tussengeneratie’, zegt advocaat Elsermans. ‘Via een erfovereenkomst kan de tussengeneratie zich akkoord verklaren om de schenkingen aan de kleinkinderen aan te rekenen op hun erfdeel, zodat die ongelijkheid bij de verdeling van de nalatenschap van de grootouder wordt rechtgezet en zodat uiteindelijk elke familietak toch gelijk wordt behandeld.’