Op 14 januari viel het arrest van het Grondwettelijk Hof dat voor eigenaars van zonnepanelen een einde maakt aan de voordelen van de terugdraaiende teller. Een storm van verontwaardiging stak op omdat de beslissing voor veel mensen een knauw betekent in het rendement op hun installatie dat de Vlaamse overheid hen had voorgespiegeld.
Velen die nog geen zonnepanelen op hun dak hebben liggen, hoor je vandaag zeggen dat die er bij hen nooit zullen komen. In feite maken ze een verkeerde inschatting, want voor nieuwe installaties wordt het rendement op peil gebracht door een nieuwe Vlaamse premie voor zonnepanelen. En wie voor een nieuwbouwwoning kiest, kan moeilijk om zonnepanelen heen, want vaak zijn ze nodig om aan de energienormen te voldoen.
Velen die nog geen zonnepanelen hebben, hoor je vandaag zeggen dat die er bij hen nooit zullen komen. In feite maken ze een verkeerde inschatting.
Energienormen
Sinds 2014 moeten nieuwbouwwoningen verplicht een deel van hun energie uit hernieuwbare bronnen halen. Het installeren van zonnepanelen is daardoor bijna onontkoombaar. In een aantal gevallen wordt het zonnedak ook nog gecombineerd met een warmtepomp of een zonneboiler.
Premie
Sinds 1 januari kunt u een Vlaamse premie aanvragen voor nieuwe zonnepanelen. Die premie is substantieel, wetende dat een gemiddelde installatie 5.000 tot 5.500 euro kost. Voor 2021 bedraagt de premie 300 euro per geïnstalleerde kilowattpiek (kWp) voor de eerste 4 kWp en 150 euro per kWp voor de schijf tussen 4 en 6 kWp. Voor alles wat boven dat geïnstalleerd vermogen uitkomt, is geen steun meer. Voor een installatie van 6 kWp of meer krijgt u dus 1.500 euro steun.
De subsidiëring loopt over vier jaar. Dit jaar wordt het interessantste omdat de bedragen daarna telkens met 75 en 37,50 euro per kWp zakken voor respectievelijk de eerste 4 kWp en de schijf daarboven tot 6 kWp.
Slecht nieuws voor mensen die een heel recente woning hebben gekocht of een nieuwe woning willen neerzetten is wel dat de premie alleen kan worden aangevraagd voor bestaande woningen met een bouwaanvraag van vóór 2014.
Voor wie wel van de premie kan gebruikmaken, zijn zonnepanelen die nu geplaatst worden volgens berekeningen van de energieleverancier Engie rendabel. ‘De Vlaamse overheid heeft gesteld dat dankzij de premie de terugverdientijd maximaal tien jaar mag zijn, en dat is in de praktijk mogelijk’, stelt Dries Vernaillen van Engie vast. ‘Volgens onze berekeningen kom je voor een doorsnee-installatie van 4 kWp met 5.500 euro investeringskosten tot een terugverdienperiode van negen jaar en een rendement van 10 procent.’
Door meer opgewekte elektriciteit meteen te verbruiken - dus zonder omweg langs het net - kunt u de kosten drukken.
Ziet het plaatje er nog goed uit voor nieuwe installaties, dan is dat voor oudere zonnepanelen wel anders sinds het arrest van het Grondwettelijk Hof. Daar wordt een stevige hap uit de vroegere rendementen genomen.
De Vlaamse minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) kwam heel snel voor de dag met een compensatievoorstel. Eigenaars van zonnepanelen zullen een premie krijgen die in verhouding staat tot de leeftijd en de capaciteit of het vermogen van hun installatie. De premie bedraagt maximaal 1.500 euro. Op www.tellercompensatie.be kunt u het compensatiebedrag berekenen.
Maar de premie volstaat vaak niet om de gevolgen van de overstap van de terugdraaiende teller naar het nieuwe systeem ongedaan te maken. De factuur wordt namelijk vanuit twee hoeken de hoogte ingestuwd. Enerzijds zult u meer betalen aan netkosten en anderzijds gaat ook het elektriciteitsgedeelte van uw factuur de hoogte in omdat u veel minder vergoed wordt voor de elektriciteit die u op het net zet.
Netvergoeding
Analoge elektriciteitsmeters hebben maar één teller. Neemt u elektriciteit van het net af, dan draait die voorwaarts. Zet u overtollige elektriciteit van uw zonnepanelen op het net, dan draait die achterwaarts. Het verschil komt op uw factuur terecht.
Omdat het bij die tellers niet mogelijk is uit te maken hoeveel elektriciteit u in het net injecteert en hoeveel u ervan afneemt, is het ook niet mogelijk u een netvergoeding aan te rekenen op basis van uw reële gebruik van het net. Daarom moesten eigenaars van zonnepanelen een forfaitair tarief betalen, het prosumententarief.
Met de invoering van de digitale meter worden de injectie en de afname bij zonnepaneeleigenaars apart geregistreerd, en kunnen ze net als alle gebruikers zonder zonnepanelen het reële nettarief betalen. Maar omdat dat in vele gevallen nadelig uitdraaide voor het financieel rendement van hun installatie konden ze ervoor opteren van hun digitale teller een ‘virtuele’ terugdraaiende teller te maken en konden ze het prosumententarief blijven betalen. Het arrest van het Grondwettelijk Hof maakte daar abrupt een einde aan.
Het is nooit helemaal duidelijk geweest wat de beste deal was voor de eigenaars van zonnepanelen. De Vlaamse energieregulator VREG had een tijdlang een simulator op zijn website staan, maar die is intussen verwijderd. Het kwam erop neer dat de keuze sterk individueel bepaald was. Ze hing af van de mate waarin de opgewekte elektriciteit ook meteen wordt verbruikt.
Feit is dat de eigenaars van zonnepanelen met een digitale meter - intussen al zo’n 101.000 - niet langer mogen kiezen. Hun netvergoeding zal sowieso bepaald worden op basis van de data die hun digitale meter aanlevert. Uit simulaties blijkt dat bij doorsneesituaties de netvergoeding behoorlijk de hoogte ingaat.
Injectie van elektriciteit
Met het systeem van de terugdraaiende teller verkoopt u in feite elektriciteit tegen dezelfde prijs aan het net als de prijs die u betaalt om er elektriciteit af te halen. Dat gebeurt enkel zo omdat een analoge teller niet weergeeft hoeveel u injecteert en hoeveel u afhaalt. De digitale teller registreert beide stroombewegingen en verrekent ze elk apart. Er is met andere woorden geen behoefte meer aan een forfait.
Veel mensen die een warmtepomp hebben geïnstalleerd zijn de dupe van het arrest van het Grondwettelijk Hof. Warmtepompen worden de jongste jaren gepromoot als een ecologisch verantwoorde verwarming. Ze halen energie uit natuurlijke bronnen zoals de aardbodem, de omgevingslucht of het grondwater en zetten die om in warmte. Maar om ze te laten werken moeten ze wel met elektriciteit worden gevoed.
Vaak worden warmtepompen gecombineerd met zonnepanelen zodat de eigenaars in de zomer grote stroomoverschotten op het net konden zetten. De terugdraaiende teller liet toe om in de winter, wanneer er weinig zonne-energie is, eenzelfde hoeveelheid elektriciteit kosteloos van het net te halen voor hun verwarming.
Momenteel zijn er zowat 7.000 gezinnen met een warmtepomp en een overcapaciteit aan zonnepanelen. Die worden het zwaarst getroffen door het wegvallen van de terugdraaiende teller. Vlaams minister van Energie Zuhal Demir liet weten dat ze de komende weken bekijkt of er een compensatieregeling voor die gezinnen komt.
Om stroom te kunnen leveren, moet u een terugleveringscontract met uw energieleverancier sluiten. Doet u dat niet, dan gaat uw overtollige elektriciteit verloren en krijgt u niets. ‘Zodra de netbeheerder een klant met een digitale meter overzet in het nieuwe systeem nemen we contact op met hem’, zegt Vernaillen. ‘Dan bespreken we met hem voor welk terugleveringscontract hij in aanmerking komt en welke impact dat zal hebben op zijn factuur.’
U krijgt dus een vergoeding voor de elektriciteit die u levert. De tarieven die al bekend zijn, liggen diep onder de tarieven die bestaan voor de afname van elektriciteit. De bedragen die worden aangerekend zijn vrij te bepalen door de markt. Voor de verkoop spreken we momenteel van 2 tot 5 cent per kilowattuur, terwijl de afname tegen gemiddeld 25 cent per kilowattuur wordt aangerekend. In dat laatste bedrag zit niet alleen de prijs van de elektriciteit vervat, maar ook de distributie- en transportkosten, bijdragen, heffingen en btw.
Effect op de factuur
U zult de eerste impact pas merken op uw eerstvolgende jaarafrekening. De factuur die na het verdwijnen van de terugdraaiende teller in de bus valt, zal bij veel zonnepaneeleigenaars enkele honderden euro’s hoger liggen dan voordien. Die hogere aanrekening zal behoorlijk aan de rendabiliteit van uw zonnepanelen vreten.
Rendementen van 10 tot 15 procent behoren tot het verleden. Met een compensatiepremie wil de Vlaamse overheid erop toezien dat u toch nog tot een minimumrendement van 5 procent komt.
De premie bedraagt maximaal 1.500 euro. Het is de intentie van de Vlaamse regering dat bedrag af te stemmen op de maximumpremie van 1.500 euro die sinds begin dit jaar kan worden aangevraagd voor nieuwe zonnepanelen.
Mensen die vorig jaar nog zonnepanelen installeerden, kunnen op het hoogste bedrag rekenen. Voor de anderen daalt het bedrag naarmate de installatie ouder is en ze dus al verschillende jaren hebben kunnen genieten van het voordeel van de terugdraaiende teller.
Onmiddellijk verbruik verhogen
Door meer opgewekte elektriciteit meteen te verbruiken - dus zonder omweg langs het net - kunt u de kosten drukken. Die worden immers berekend op basis van hoeveel kWh u van het net haalt, net zoals bij een consument zonder zonnepanelen. Vandaag heeft een gemiddeld gezin een zelfverbruik van 25 tot 30 procent. Dat percentage kan wat toenemen door huishoudtoestellen overdag te gebruiken, maar daarmee gaat het zelfverbruik niet spectaculair de hoogte in. Met een serieuze inspanning zult u uw zelfverbruik met zo’n 10 procent kunnen verbeteren.
Andere oriëntering zonnepanelen
Tot nu werd altijd getracht de zonnepanelen zo veel mogelijk naar het zuiden te oriënteren om de productie te maximaliseren. Installateurs suggereren vandaag dat het door de nieuwe omstandigheden beter wordt de panelen naar het oosten of het westen te richten.
Zo leveren ze veel stroom respectievelijk ’s ochtends en ’s avonds, de momenten waarop gezinnen het meest stroom verbruiken. Zuidgerichte installaties pieken ’s middags, wanneer het verbruik en de marktprijzen meestal lager liggen.
Thuisbatterij plaatsen
De overtollige elektriciteit kan ook worden opgeslagen in een thuisbatterij. Maar die kost snel 4.000 euro en is niet makkelijk rendabel te maken. Intussen is de aankoop interessanter omdat de Vlaamse overheid de aanschaf stimuleert met een premie.
Tot eind dit jaar betaalt de Vlaamse overheid een premiebedrag van 250 euro per kilowattuur opslagcapaciteit, met een maximum van 3.200 euro of 35 procent van de investeringskosten. Samen met de besparing op de energiefactuur wordt dan een terugverdientijd van minder dan tien jaar bereikt, terwijl een batterij een leven van zo’n 15 jaar heeft.
Als onderdeel van het compensatiepakket voor het wegvallen van de terugdraaiende teller kondigde Demir aan dat Vlaanderen boven op de compensatiepremie voor de zonnepanelen nog eens 30 procent extra geeft aan wie zijn zonnepanelen met een thuisbatterij combineert.
Volgens een simulatie van Engie kan een zonnepaneelinstallatie in combinatie met een batterij van 5,8 kWh dankzij de premie rendabel zijn. ‘De batterij kan het zelfverbruik van 30 naar 60 procent optrekken’, zegt Vernaillen. ‘Zo moet minder stroom van het net worden gehaald die er eerder werd opgezet en dat drukt de factuur. Alles in rekening genomen is de terugverdienperiode van de installatie 8,5 jaar en bedraagt het rendement 9,5 procent.’
Over de ideale omvang van een thuisbatterij verschillen de meningen. ‘Volgens onze berekeningen ligt de optimale capaciteit in België niet hoger dan 2,2 kWh’, zegt Pieter Gysel, innovatiemanager bij Eneco. ‘Die kan in ons land 250 dagen per jaar volledig op- en ontladen worden.’ Zo’n batterij, die rond 2.500 euro kost, kan het zelfverbruik volgens de energieleverancier met 20 procent optrekken.