De droge zomers volgen elkaar op, waardoor het water dat uit de kraan komt schaarser wordt. Dit jaar lijkt het tekort zich nog vroeger dan andere jaren voor te doen. Onlangs kwam in een deel van Vlaams-Brabant geen water meer uit de kraan. Dat was deels het gevolg van een bevoorradingsprobleem, maar het werd ook gelinkt aan een extreem hoog waterverbruik.
Een zwembad vullen doet u niet elk jaar, maar bij de aanleg houdt u maar beter rekening met het hogere comforttarief.
Vermoedelijk gaat het om verbruikers die op leidingwater moesten overschakelen omdat hun regenwaterput leeg was en om mensen die hun zwembad wilden vullen of bijvullen voor dat verboden wordt. Vraag en aanbod zijn in bepaalde periodes niet meer in evenwicht en deze week werd bekend dat de politiek wil ingrijpen.
Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) wil met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en de watermaatschappijen bekijken hoe variabele tarieven kunnen worden ingevoerd om de verbruikers ertoe aan te zetten zuiniger met water om te springen. Het is niet meteen de bedoeling water over de hele lijn duurder te maken. Wel een laag verbruik te belonen en een bovengemiddeld verbruik een soort straftarief op te leggen.
Dat de nieuwe tarieven er al snel komen, is weinig waarschijnlijk. De gesprekken zijn nog maar net begonnen. De Vlaamse regering benadrukt bovendien dat de waterfactuur voor iedereen betaalbaar moet blijven.
Basis en comfort
Voorlopig doen we dus nog even verder met de bestaande tarieven. Die maken ook al een onderscheid tussen een basistarief en een comforttarief. Dat laatste is dubbel zo hoog als het eerste. Het wordt aangerekend voor de kubieke meters die boven op het gemiddelde verbruik uitkomen. In principe ontmoedigt de tariefstructuur dus al een overmatige verbruik van water.
Om de waterprijs niet te fel te laten schommelen, moeten de watermaatschappijen een tariefpad over een periode van zes jaar uitwerken. Voor de berekening schatten ze de kosten in voor de productie en de levering van drinkwater en het verbruik door de klanten. Die kosten voor een bepaald jaar worden verdeeld over het verwachte verbruik, wat een kostendekkend tarief oplevert. Het tariefpad ligt vast voor de periode 2017-2022. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de indexen van november.
Voor meerdere kosten betaalt een alleenstaande meer dan een gezin met meerdere leden.
De verbruikstarieven zijn ook niet overal hetzelfde. In Mechelen betaalt u bij de watermaatschappij Pidpa een basistarief van 1,34 euro per m³, terwijl dat in Gent bij Farys 2,10 euro is. Andere tarieven vindt u in de tabel.
De prijzen verschillen omdat elke watermaatschappij andere kosten heeft om drinkwater te produceren en te leveren. De ene heeft eigen bronnen - grondwater dat weinig behandeling vergt om er drinkwater van te maken - terwijl andere drinkwater uit oppervlaktewater moeten maken. Dat laatste vergt een intensieve behandeling.
Dubbel tarief
In vergelijking met tien jaar geleden ligt de integrale waterfactuur van een gemiddeld Vlaams gezin (2,3 personen) in 2020 28 procent hoger. De integrale factuur behelst niet alleen de prijs die voor het water wordt betaald, maar ook een vastrecht dat u aan de watermaatschappij betaalt en bijdragen voor de afvoer en de zuivering van het water.
Tot eind 2015 kreeg elke wooneenheid in Vlaanderen 15.000 liter water gratis. Alles wat meer werd verbruikt, moest worden betaald. Daarbovenop kwam de gemeentelijke heffing voor de afvoer van het afvalwater en de bovengemeentelijke heffing voor de zuivering van het water.
In 2016 werd een nieuwe manier van factureren in gebruik genomen. Een dubbel tarief maakt een onderscheid tussen doorsnee en groot verbruik. De nieuwe facturatiemethode leidde ertoe dat de gemiddelde verbruikers in 2016 lichtjes minder betaalden dan het jaar voordien. Gezinnen die boven het gemiddelde verbruik uitkomen, wordt voor alles wat ze meer consumeren een dubbel tarief aangerekend. Daardoor betalen ze in vergelijking met 2015 20 tot 35 procent meer.
Het effect was van korte duur. Vanaf het jaar nadien begon de factuur opnieuw geleidelijk te stijgen. In 2020 ligt het bedrag dat een gemiddeld gezin voor water betaalt alweer 11 procent hoger dan in 2016.
Zo is de factuur samengesteld
Voor drinkwater zijn er twee tarieven, die verschillen van de ene watermaatschappij tot de andere: het basis- en het comforttarief. Het basistarief geldt voor 30 m³ per wooneenheid, plus 30 m³ per gedomicilieerde persoon. Voor een gezin van vier wordt het basistarief dus aangerekend voor de eerste 150 m³ (30m³ + 4x30m³). Al het water dat meer verbruikt wordt, valt onder het comforttarief, dat dubbel zo hoog is.
Los daarvan bevat de waterfactuur ook een vastrecht van 50 euro, met een korting van 10 euro per gedomicilieerde persoon. Een gezin van vier betaalt dus 10 euro per jaar. Een alleenstaande is minder goed af, want die kan maar 10 euro aftrekken, waardoor nog 40 euro moet worden betaald. Ook voor de kosten die nog volgen, betaalt een alleenstaande meer dan een gezin met meerdere leden.
Afvoer afvalwater
Als waterverbruiker moet u ook betalen voor het afvoeren van uw afvalwater. Het wegsluizen via de riolen is een bevoegdheid van de gemeenten. De watermaatschappijen bepalen jaarlijks met de gemeenten de maximumtarieven van de gemeentelijke vergoeding. Net als voor de watertarieven wordt een onderscheid gemaakt tussen het basis- en het comforttarief, waarbij het tweede dubbel zo duur is. Voor 2020 gaat het om respectievelijk 1,3968 en 2,7936 euro per kubieke meter.
Een gezin dat 220 m³ per jaar verbruikt, betaalt niet gewoon het dubbele van een gezin dat slechts 110 m³ water verbruikt.
Zowat 80 procent van de gemeenten rekent het maximumtarief aan. De verschillen tussen de gemeenten worden verklaard door de kosten voor het transport van het afvalwater. Die variëren naargelang de nood aan onderhoud en de verdere uitbouw van het rioleringsstelsel. Er zijn ook gemeenten die een deel van het rioolbeheer financieren uit eigen middelen.
Ook voor de afvoer van het gebruikte water betaalt u boven op de variabele kosten een vastrecht. Dat bedraagt jaarlijks 30 euro per woning en wordt verminderd met 6 euro per bewoner. Voor een gezin van vier personen betaalt u dus 6 euro per jaar.
Waterzuivering
Op uw waterfactuur staan ten slotte ook de kosten voor de waterzuivering. Dat bedrag rekent de watermaatschappij aan als een bovengemeentelijke bijdrage. Het tarief voor gezinnen is wettelijk bepaald en geldt voor heel Vlaanderen. Opnieuw wordt een onderscheid gemaakt tussen een basis- en een comforttarief. Voor 2020 bedragen die respectievelijk 0,9977 en 1,9954 euro per kubieke meter.
Boven op het variabele tarief komt ook weer een vastrecht. Dat bedraagt 20 euro per woning en mag worden verminderd met 4 euro per bewoner.
Veel verbruiken is extra betalen
De factuur stijgt snel zodra men boven op het basistarief begint te consumeren. Kubieke meters die tegen de dubbele prijs worden aangerekend - met meteen ook een verdubbeling van de tarieven voor riolering en zuivering - leveren meteen stevige jaarsommen op.
Het comforttarief moet u ook goed in de gaten houden als u beslist een zwembad aan te leggen. Dat vullen doet u niet elk jaar, maar bij de start houdt u maar beter rekening met die kosten. Om een zwembad van 11 bij 4 meter en 1,5 meter diep te vullen, hebt u 66 m³ water nodig. Als u met uw gezin van vier een gemiddelde gebruiker bent en u jaarlijks 110 m³ verbruikt, dan worden dat er dit jaar 176.
Voor de kubieke meters boven op het gemiddelde verbruik wordt het comforttarief aangerekend. Dat is dubbel zo hoog als het basistarief.
Door uw gezinssamenstelling kunt u 150 m³ tegen het basistarief verbruiken, maar alles wat daarbovenop komt, wordt u tegen dubbel tarief aangerekend. In Leuven gaat uw factuur daardoor dit jaar van 485,40 naar 874,64 euro. In Gent komt u uit op 929,50 euro in plaats van 515,28. U hebt 60 procent meer water verbruikt, maar uw factuur is wel 80 procent hoger gegaan, omdat 26 m³ tegen dubbel tarief wordt aangerekend.
Uit de tabel blijkt ook dat de factuur van systematische veelgebruikers verhoudingsgewijs een stuk gepeperder is dan die van zuinige gebruikers. Een gezin dat 220 m³ per jaar verbruikt, betaalt niet gewoon het dubbele van een gezin dat slechts 110 m³ water verbruikt. Als het om een gezin van vier personen gaat, worden de 70 m³ die boven 150 m³, de grens van het basistarief, uitkomen tegen het dubbele comforttarief aangerekend. Dat betekent dat de factuur geen 100 maar 155 procent hoger ligt.