De distributienetbeheerder Fluvius begon vorig jaar op 1 juli met de vervanging van alle 6,3 miljoen analoge elektriciteits- en gasmeters door digitale exemplaren. De plaatsing moet over een periode van 15 jaar rond geraken, met een gemiddelde van 50.000 geplaatste meters per maand.
Eind juli van dit jaar waren volgens een overzicht van Fluvius al 364.278 digitale meters geplaatst. Ongeveer 60 procent daarvan zijn elektriciteitsmeters, 40 procent gasmeters. Daarmee werd het target in het eerste jaar niet helemaal gehaald, maar dat ligt voor het grootste deel aan vertraging tijdens de lockdown.
Prosumententarief
94.711 digitale meters werden bij bij eigenaars van zonnepanelen geplaatst. Die betaalden tot nu standaard het prosumententarief, een forfaitaire netvergoeding die gebaseerd is op de capaciteit van de omvormers van de zonnepaneelinstallatie.
Bij de overschakeling naar de digitale meter blijft voor panelen die nog voor het einde van dit jaar geplaatst zijn automatisch het systeem van het prosumententarief voort lopen. Maximaal 15 jaar na de installatiedatum van de zonnepanelen wordt naar de tarifering op basis van het reële netgebruik overgeschakeld. Maar eigenaars van zonnepanelen kunnen ook nu al overstappen naar een effectieve aanrekening van de netkosten. Dat moet expliciet bij Fluvius worden aangevraagd.
Overstap
Tot eind juli hebben nog maar 501 eigenaars van zonnepanelen de overstap naar het reële tarief gemaakt. De rest gaat dus verder met het principe van de ‘terugdraaiende teller’ en het daaraan verbonden forfaitaire tarief. Dat kan erop wijzen dat het grootste deel van de eigenaars van zonnepanelen de simulatie op de website van de Vlaamse energieregulator VREG heeft gedaan en concludeerde voordeliger af te zijn met het forfaitaire tarief.
Fluvius bekijkt het vanuit een andere hoek. ‘De consument moet zelf al stappen ondernemen om de omschakeling te doen’, zegt Fluvius-woordvoerder Björn Verdoodt. ‘We gaan er ook van uit dat de mensen zich niet louter willen baseren op simulaties, maar dat ze pas later beslissen als ze beschikken over reële data die hun digitale meter heeft geleverd.’
Het prosumententarief is een forfaitaire aanrekening voor het gebruik van het distributienet. Het werd in het leven geroepen omdat met een analoge teller niet kan worden vastgesteld hoeveel een huishouden effectief gebruikmaakt van het net.
Een analoge teller kan alleen het verschil maken tussen het totale stroomverbruik en de opgewekte stroom. Maar dat verschil zegt niets over hoeveel stroom zonnepaneeleigenaars afhalen op momenten dat ze meer elektriciteit nodig hebben dan hun zonnepanelen opwekken.
De digitale meter maakt het prosumententarief overbodig. De meter registreert de productie en het verbruik van elektriciteit apart. Daardoor valt voor eigenaars van zonnepanelen exact te bepalen hoeveel stroom ze van het net halen. In principe kunnen dan de gewone nettarieven worden toegepast, zoals bij andere elektriciteitsgebruikers.
De Vlaamse regering wilde twijfels over het rendement van zonnepanelen vermijden en besliste dat wie voor eind 2020 zonnepanelen installeert, kan blijven genieten van het prosumententarief.