1. Neemt u gemakkelijk financiële risico’s?
‘Ik wil het allemaal wel eens hebben geprobeerd. Daarom heb ik altijd de filosofie gehanteerd om een klein deel - zo’n 5 procent van de portefeuille - te beleggen in minder evidente financiële producten. Soms zitten daar zaken bij waarvan de waarde naar nul gaat. Zo heb ik recent via Business Angels Netwerk Vlaanderen geïnvesteerd in jonge bedrijven. Daarvan weet je dat van de tien bedrijven er hoogstens twee of drie een echt succes zullen zijn.’
2. Hoe doet u aan risicospreiding?
‘Ik bracht het risicoprofiel van mijn beleggingsportefeuille altijd in lijn met de rest van mijn activiteiten. Doordat ik lang gewerkt heb in de tamelijk stabiele energiesector kon ik daarbuiten wat meer risico nemen. Maar evengoed zou ik de rationele beslissing nemen voor een groot deel te switchen naar een spaarrekening op een moment dat mijn beroepsactiviteiten in moeilijkheden zouden geraken.’
3. Voor welke aandelen hebt u een voorkeur?
‘Ik heb geen echte voorkeur voor bepaalde sectoren of regio’s. Als ik een voorkeur heb, dan is het toch eerder voor waarde-aandelen: bedrijven met een gezonde balans die met hun product of marketing het verschil kunnen maken. In zulke bedrijven investeer ik doorgaans via individuele aandelen. Ik kies voor fondsen of trackers voor het gedeelte van mijn portefeuille waarmee ik in regio’s buiten Europa wil diversifiëren.’
4. Waarin belegt u nooit?
‘Ik doe niet mee aan de rage van de virtuele munten: die zijn louter speculatie en hebben niets te maken met financiële levensplanning. Ook gestructureerde producten - zoals fondsen met kapitaalbescherming - laat ik aan mij voorbijgaan. Die leveren een grotere bijdrage aan de winstmarge van de bank dan aan je eigen vermogen.’
5. Wat is uw grootste ergernis over geldzaken?
‘Het maakt me soms kregelig dat in belastingdiscussies mensen soms onterecht als rijk worden beschouwd. Denk maar aan zelfstandigen, die grotendeels zelf voor hun pensioen moeten instaan. Zij zetten een kapitaal aan de kant dat anderen via het wettelijke pensioen krijgen en worden daarom als rijk bestempeld. Dat klopt niet.’
6. Had u veel aandacht voor de financiële opvoeding van uw kinderen?
‘Eigenlijk was daar bij onze kinderen geen vraag naar. Wel hebben we vrij vroeg wat aandelen gekocht, waardoor de impact van de samengestelde rente snel duidelijk werd. Ik merk dat mijn drie kinderen - het zijn intussen dertigers - allemaal financieel bewust leven. Dat zit dus wel goed.’
7. Houdt u uw uitgaven nauwgezet bij?
‘Als twintiger heb ik dat een tijdje gedaan, omdat ik het toen niet breed had. Ik herinner me nog dat ik toen eens twee abonnementen moest stopzetten omdat ik anders niet genoeg geld had om een verkeersboete te betalen. Gelukkig is die tijd voorbij. Ik doe niet meer aan micromanagement en ik houd vooral het grote plaatje in het oog. Het zal me wel opvallen als er vreemde dingen gebeuren, maar daarvoor moet ik niet alles tot op de cent bijhouden.’
8. Wat was uw laatste grote uitgave?
‘De plaatsing van zonnepanelen op onze garage. We hebben gekozen voor zonnepanelen die in het dak verwerkt zitten. Daarbij hebben we meteen ook de tuin opnieuw aangeplant, die er toch wat verwaarloosd bijlag.’
9. Begin volgend jaar wordt u 65 en gaat u met pensioen. Kijkt u daarnaar uit?
‘Ik kijk niet uit naar mijn pensioen. Ik heb altijd graag gewerkt en ik ben van plan om ook na mijn pensioen actief te blijven, alleen misschien niet meer zo intens als voorheen. Ik probeer het pensioen vooral te zien als een kans om enkele nieuwe dingen te proberen.’
10. Hebt u al aandacht besteed aan successieplanning?
‘Natuurlijk, want zoiets is ontzettend belangrijk. En daarover hebben we met de kinderen ook al open gecommuniceerd. De financiën moeten voor hen niet helemaal een open boek zijn, maar een minimum aan transparantie is nuttig en ook aangewezen. Het is misschien beroepsmisvorming, maar ik houd er rekening mee dat ik na dit interview kan doodvallen.