Feitelijke samenwoners staan beiden op hetzelfde adres ingeschreven, zonder verdere formaliteiten. Wettelijke samenwoners hebben een verklaring van wettelijke samenwoning afgelegd in het gemeente- of stadhuis.
Gepensioneerden die samenwonen, krijgen beiden een alleenstaandenpensioen op basis van hun eigen loopbaan.
Alleen gehuwden kunnen aanspraak maken op een gezinspensioen. Dat is een voordeel als een van de partners weinig of niet heeft gewerkt en daardoor zelf weinig of geen pensioenrechten opbouwt. Het werknemerspensioen van een van de echtgenoten wordt - als aan enkele voorwaarden is voldaan - verhoogd tot het gezinsbedrag. Een getrouwd stel krijgt altijd de meest voordelige oplossing: ofwel twee alleenstaandenpensioenen ofwel één gezinspensioen.
Mocht uw relatie op de klippen lopen, dan hebben samenwoners nooit recht op een pensioen als uit de echt gescheiden echtgenoot. Als het huwelijk strandt, kan een ex-echtgenoot wel recht hebben op een pensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot. Althans als die partner aan de slag was als werknemer of zelfstandige. In het pensioenstelsel van de ambtenaren is er geen pensioen voor de ex-partner.
Het pensioen van een uit de echt gescheiden persoon kan betaald worden zodra er recht is op een rustpensioen. Het wordt op dezelfde manier berekend als een gewoon rustpensioen: voor de jaren van het huwelijk wordt het pensioen berekend alsof de aanvrager zelf die activiteit uitoefende. De ex-partner op wiens loopbaan het pensioen wordt berekend, verliest niets van zijn pensioen.
De ex-echtgenoot die een pensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot wenst, mag niet opnieuw in het huwelijk treden. De ex-echtgenoot op wiens loopbaan het pensioen wordt berekend, mag dat wel.
Tweeverdieners die uit elkaar gaan, zullen meestal geen pensioen van de ex krijgen. Door zelf te werken, bouwen ze zelf een pensioen op. Ze kunnen het meest voordelige pensioen krijgen: een eigen rustpensioen of dat voor de ex-partner.