U hebt een aantal manieren om uw kinderen maximaal te beschermen.
Niet huwen
Als u helemaal niets aan uw partner wilt nalaten, is niet huwen de boodschap. Met een huwelijk maakt u immers van uw partner een beschermde erfgenaam, die niet volledig onterfd kan worden. Voor wettelijke samenwoners - die een verklaring van wettelijke samenwoning op de gemeente hebben afgelegd - is er een beperkt wettelijk erfrecht, maar dat kan wel ontnomen worden. Feitelijke samenwoners - dus samenwonen zonder verdere formaliteiten - erven nooit automatisch van elkaar.
Wettelijke bescherming van uw kinderen tegenover hun stiefouder
Stapt u toch in het huwelijksbootje, dan krijgt uw partner in principe het vruchtgebruik over uw hele nalatenschap. Uw kinderen erven dan alleen de blote eigendom, en moeten wachten tot aan het overlijden van hun stiefouder om ten volle het genot van hun erfenis te hebben.
Dat gedeelde eigendomsbezit tussen uw kinderen en hun stiefouder leidt in de praktijk vaak tot spanningen. Daarom zit in de wet een bescherming ingebouwd voor die kinderen: ze kunnen altijd de omzetting van het vruchtgebruik van de stiefouder vragen. Het vruchtgebruik omzetten is eigenlijk het vruchtgebruik afkopen. De vergoeding die de kinderen moeten betalen (eventueel via afstand van bepaalde goederen uit uw nalatenschap), hangt onder meer af van de leeftijd van hun stiefouder. Hoe jonger, hoe hoger de levensverwachting en dus hoe hoger de vergoeding die ze zullen moeten betalen.
En dat is twee maal vervelend als uw partner niet veel ouder is dan uw kinderen: het vruchtgebruik kan erg lang duren én het afkopen van zo’n vruchtgebruik gaat extra veel kosten. Daarom is er in de wet een vangnet ingebouwd: voor de berekening van het vruchtgebruik wordt de stiefouder geacht minstens 20 jaar ouder te zijn dan het oudste kind uit de vorige relatie.
Voorbeeld
Stel dat u overlijdt als u 79 bent, en uw kinderen zijn dan 40 en 42. Is uw nieuwe huwelijkspartner 54 jaar, dan wordt de vergoeding berekend alsof uw partner 42+20 of dus 62 jaar zou zijn.
De omzetting van het vruchtgebruik op de gezinswoning en de inboedel kunnen uw kinderen evenwel nooit aan de langstlevende opdringen. Alleen als hij of zij daarmee instemt, wordt ook dat vruchtgebruik omgezet.
Uw partner onterven
Als u gehuwd bent, is uw partner uw wettelijke erfgenaam, maar ook een beschermde erfgenaam. U kunt zijn of haar vruchtgebruikrecht op uw hele nalatenschap wel herleiden tot een kleiner deel. Maar uw partner zal minimaal het vruchtgebruik over de helft van uw nalatenschap, en zeker het vruchtgebruik over de gezinswoning en de inboedel erven.
En misschien vindt u dat toch nog te veel. Dan is er nog de mogelijkheid van een Valkeniersbeding, vernoemd naar politicus Jef Valkeniers. Zo’n beding of clausule moet u in uw huwelijkscontract opnemen (of later, in een akte van wijziging van uw huwelijksstelsel). Daarmee kunt u, in overleg met uw partner, zijn of haar rechten in uw nalatenschap beperken. Het vruchtgebruik op de gezinswoning en de inboedel kunt u hem of haar niet ontnemen. Maar u kunt wel overeenkomen dat hij of zij in uw nalatenschap niets anders zal erven dan dat vruchtgebruik op de gezinswoning en de inboedel. Of dat hij of zij naast dat vruchtgebruik op de gezinswoning en de inboedel bijvoorbeeld wel begunstigde van uw levensverzekering blijft, en voorts niets anders van u zal erven.
Nieuw!
Dankzij het nieuwe erfrecht zal het vruchtgebruik makkelijker kunnen worden omgezet
Uw kinderen en hun stiefouder zullen makkelijker de omzetting van het vruchtgebruik kunnen vragen. ‘De omzetting zal op eerste verzoek gebeuren, wat betekent dat de rechter niet langer een afweging van de belangen moet maken en altijd de omzetting moet toestaan’, legt professor emeritus Hélène Casman uit. ‘Het zal dan ook weinig zin hebben om zich daartegen te verzetten, en de omzetting zal in de regel al bij de notaris worden geregeld, zonder dat u daarvoor naar de rechtbank moet stappen.’ Maar de kinderen krijgen daarmee niet de mogelijkheid om hun stiefouder van de ene dag op de andere op straat te zetten. De langstlevende echtgenoot behoudt een vetorecht voor de omzetting van het vruchtgebruik over de gezinswoning en de aanwezige inboedel.
Hoe wordt het vruchtgebruik gewaardeerd? De stiefouder en stiefkinderen kunnen onderling de wijze en de modaliteiten van de omzetting bepalen. Komen ze niet tot een akkoord, dan wordt het vruchtgebruik omgezet in een deel van de nalatenschap in volle eigendom. Het aandeel van de stiefouder zal worden bepaald volgens de officiële omzettingstabellen voor de waardering van het vruchtgebruik.
De stiefkinderen moeten die vraag tot omzetting tijdig stellen. Zodra de nalatenschap verdeeld is, zonder dat de vraag tot omzetting gesteld is, moet de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik op de nalatenschap niet langer op eerste verzoek afstaan. ‘Net zoals dit vandaag het geval is, kan de omzetting dan nog wel gevraagd worden, maar de rechter zal oordelen of de vraag van de stiefkinderen redelijk is’, verduidelijkt Casman. ‘Zo kan de rechter oordelen dat de omzetting van het vruchtgebruik op dat moment te veel nadeel berokkent aan de stiefouder omdat bijvoorbeeld een huuropbrengst een noodzakelijk supplement is bij het pensioentje.’
Er komt in het nieuwe erfrecht geen verrekening van schenkingen van vóór het huwelijk
Volgens de wetgeving van vandaag erft de langstlevende huwelijkspartner het vruchtgebruik over de hele nalatenschap. Dat omvat niet alleen het vermogen van de overledene op zijn sterfbed, maar ook de schenkingen die hij in het verleden bijvoorbeeld aan zijn kinderen heeft gedaan. Die regel wordt in de praktijk meestal uitgeschakeld. Als bijvoorbeeld een vader zijn kinderen een schenking doet, dan bepaalt hij dat zijn echtgenote op het geschonken geld, of het geschonken huis, of de geschonken effecten, geen vruchtgebruik zal hebben. Maar toch zal de langstlevende soms dat vruchtgebruik kunnen opeisen, omdat hij of zij wettelijk recht heeft op minimaal het vruchtgebruik op de helft van de nalatenschap, inclusief de eerder geschonken goederen. ‘Dit zal veranderen. Als de schenking gebeurd is toen vader nog niet met deze vrouw was gehuwd, dan kan die laatste na het overlijden van vader geen vruchtgebruik op die goederen meer opeisen’, zegt Casman.
In het nieuwe erfrecht is een voortzetting van het vruchtgebruik ingebouwd
En wat met schenkingen die dezelfde vader deed toen hij al wel met die vrouw gehuwd was? Daar zal ze in principe ook geen vruchtgebruik op hebben, tenzij vader bij de schenking het vruchtgebruik voor zichzelf voorbehouden heeft. Dat vruchtgebruik mag de vrouw dan wel voortzetten na het overlijden van vader. ‘De achterliggende filosofie is dat het koppel inkomsten genoot via dat vruchtgebruik en dus dat hun levensstandaard daardoor werd bepaald. Die levensstandaard moet de langstlevende zoveel mogelijk kunnen aanhouden’, zegt Casman. Zo kan vader zijn huis al aan zijn kinderen hebben gegeven, maar door het voorbehoud van het vruchtgebruik kan hij er levenslang blijven wonen. In het nieuwe erfrecht zal de huwelijkspartner van vader dat vruchtgebruik wel degelijk kunnen voortzetten. Hetzelfde zal gelden voor de langstlevende wettelijk samenwonende, maar alleen als de schenking met voorbehoud van vruchtgebruik betrekking heeft op de gezinswoning en het huisraad.