Het is een kwalijke gewoonte: jaar na jaar neemt het aantal codes op uw belastingaangifte toe. Dit jaar krijgt u er 75 extra voorgeschoteld, wat het totaal op 885 brengt.
Maar lang niet iedereen heeft veel codes nodig. Voor 47 procent van de belastingplichtigen volstaan 10 codes of minder. Nog eens 34 procent vult 11 tot 20 codes in. Amper 0,03 procent heeft meer dan 60 codes nodig om zich van zijn fiscale plicht te kwijten. Een overzicht van de tien codes die vorig jaar het vaakst werden ingevuld, volgens de Federale Overheidsdienst Financiën.
1. Wedden en lonen
De meest ingevulde code is die waar ‘wedden en lonen’ moet aangegeven worden. Ook al wordt bij de maandelijkse uitbetaling al bedrijfsvoorheffing afgehouden, toch moet u die inkomsten nog in uw belastingaangifte aangeven. De bedrijfsvoorheffing is - zoals de naam het al aangeeft - niet meer dan een voorheffing. De definitieve belastingafrekening loopt via uw jaarlijkse belastingaangifte.
2. Bedrijfsvoorheffing
Als de code voor de aangifte van wedden en lonen op nummer één staat, zal het niet verwonderen dat de ingehouden bedrijfsvoorheffing op nummer twee staat. De ingehouden bedrijfsvoorheffing wordt verrekend in de uiteindelijke belastingafrekening. Als u meer bedrijfsvoorheffing betaalde dan het bedrag aan belastingen dat u verschuldigd bent, dan krijgt u een terugbetaling van de fiscus. Wie onvoldoende vooraf betaalde, moet belastingen bijbetalen.
3. Ongehuwd en niet wettelijk samenwonend
Op plaats nummer drie staat het hokje ‘ongehuwd en niet wettelijk samenwonend’ aangekruist. Toch zijn dat niet noodzakelijk singles: ook feitelijke samenwoners worden door de fiscus als alleenstaande beschouwd. Feitelijke samenwoners wonen op hetzelfde adres zonder verdere formaliteiten en hebben dus geen verklaring van wettelijke samenwoning afgelegd op het gemeentehuis.
4. Inhoudingen voor sociale zekerheid
De ‘inhoudingen voor de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid’ hangen opnieuw samen het loon. Al bij de uitbetaling van het loon wordt een voorschot ingehouden, maar de definitieve afrekening loopt via uw belastingaangifte. De verschuldigde bijzondere bijdrage hangt af van het belastbaar gezinsinkomen en van de gezinstoestand.
5. Terugbetaling woon-werkverkeer
Ook de op vier na meest ingevulde code heeft te maken met het beroepsinkomen: de ontvangen vergoeding van de werkgever voor de dagelijkse pendel van en naar het werk. Hoe u kan vermijden dat die vergoeding belast wordt, leest u bij punt 8.
6. Gehuwd
Gehuwde partners kruisen code 1002 aan en vullen samen één belastingaangifte in. De inkomsten van de man moeten in de linkerkolom, die van de vrouw in de rechter. Bij partners van hetzelfde geslacht vult de oudste de linkerkolom in.
De belastingberekening verschilt maar heel weinig voor alleenstaanden en koppels, maar voor gehuwden zijn er wel nog een aantal privileges. Het meest bekende is het huwelijksquotiënt, wat de belastingfactuur tempert voor koppels waar een partner weinig of niet werkt.
7. Pensioensparen
Stortingen op een pensioenspaarrekening of –verzekering zijn de meest benutte belastingvermindering. Concreet geven stortingen gedaan tot en met 31 december van het jaar waarin u 64 jaar oud bent recht op een belastingvermindering van 30 procent. Het bedrag van de storting dat u fiscaal kan inbrengen is geplafonneerd op 940 euro, wat uw maximale voordeel op 282 euro (exclusief gemeentebelastingen) brengt.
8. Vrijstelling woon-werkverkeer
Wie vrede neemt met de forfaitaire beroepskosten – en dus niet de werkelijke beroepskosten bewijst – kan vermijden dat de vergoeding voor woon-werkverkeer wordt belast. U moet daartoe zelf het initiatief nemen en een vrijstelling vragen bij de code 1255/2255.
De betaalde vergoeding voor een (bedrijfs)wagen, motor of speed pedelec mag u tot 380 euro vrijstellen. Voor wie met het openbaar vervoer naar het werk gaat, mag de volledige vergoeding of terugbetaling vrijgesteld worden.
Een vergoeding van het werkelijk aantal kilometer met de fiets is tot 22 cent per kilometer onbelast.
9. Kinderen ten laste
Ouders met kinderen ten laste betalen minder belastingen dan iemand zonder kinderen. Dat is te danken aan een hogere belastingvrije som voor wie kinderen heeft. Dat is het deel van uw inkomen waarop u geen belastingen betaalt. Die belastingvrije som bedraagt in principe 7.130 euro, wat een belastingbesparing van 1.782,5 euro oplevert. De toeslag op de belastingvrije som stijgt naargelang het aantal kinderen.
10. Wettelijk pensioen
Nog net in de top tien staan het wettelijk pensioen. Bij de uitbetaling van uw maandelijks pensioen wordt bedrijfsvoorheffing afgehouden. De definitieve belastingafrekening loopt via de jaarlijkse belastingaangifte en om die reden moet het pensioen aangegeven worden.