Je kan de fiets niet meer op zonder dat zeventigers en bakfietsmoeders je voorbijsnellen. Iedereen rijdt elektrisch. Het e-aanbod is dan ook enorm: van stadsfietsen over plooifietsen tot mountainbikes. En voor wie het nog sneller mag, zijn er de speedpedelecs.
Vorig jaar was 45 procent van de verkochte fietsen elektrisch. In meer verstedelijkte gebieden in Vlaanderen gaat het over meer dan de helft. Dat blijkt uit de jaarlijkse bevraging van de Belgische fietshandelaars door Velofolies, het fietsevent dat dit weekend in Kortrijk Xpo plaatsvindt. De elektrische fiets is veruit de populairste tweewieler. Driekwart van de verkochte damesfietsen is elektrisch ondersteund. ‘In 2017 brak de e-bike door als alternatief voor privéverplaatsingen en woon-werkverkeer’, zegt Philippe Decrock van Traxio, de federatie van auto- en fietsverkopers. ‘Vooral veertigplussers maken er gebruik van. Professionelere cargo- of bakfietsen zijn het populairst.’
De jaarlijkse verkeersonveiligheidsenquête van Vias Institute (het vroegere BIVV) bevestigt de opkomst van de elektrische fiets. Het aantal Belgen dat een elektrische fiets gebruikt, is in drie jaar tijd verdubbeld. Intussen rijdt 10 procent van de Belgen met een e-bike.
Uiteraard kiest u een elektrische fiets voor het gebruiksgemak: ze is een extra hulp om steile hellingen te trotseren, u komt niet langer bezweet aan op het werk en u kunt er grotere afstanden mee afleggen. Maar er zijn ook financiële argumenten om u over de streep te trekken.
1. Goedkoper dan de auto
Een elektrische fiets is budgetvriendelijker dan een auto of een bromfiets. Uit de rondvraag van Velofolies blijkt dat ze gemiddeld 2.325 euro kost. De overgrote meerderheid van de e-bikes zijn klassieke elektrische fietsen met een ondersteuning tot 25 kilometer per uur. ‘Die elektrische fietsen zijn er in alle prijsklassen, maar kosten gemiddeld 1.500 tot 2.500 euro’, zegt Decrock. De speedpedelecs, met een ondersteuning tot 45 kilometer per uur, zijn nog niet echt populair bij het grote publiek, maar de fietssector verwacht een evolutie. ‘De komende twee jaar verwachten we een groei tot 10 procent. Dertigers en veertigers in iets grotere bedrijven maken kennis met de bedrijfsfiets’, zegt Decrock. Speedpedelecs hebben een prijskaartje tussen 4.000 en 7.000 euro.
2. Opladen voor een paar cent
Wie een fiets krijgt van zijn werkgever, betaalt daar geen belastingen op.
Om de batterij van een elektrische fiets op te laden volstaat het om de lader aan te sluiten en de stekker in te steken. Zo’n oplaadbeurt kost niet meer dan een paar cent. Hoeveel precies? Naast de elektriciteitsprijs moet u de spanning en de laadcapaciteit van uw fietsbatterij kennen. De spanning wordt uitgedrukt in volt en bepaalt hoeveel ondersteuning u krijgt als u met de fiets rijdt. De ladingcapaciteit bepaalt de autonomie van de accu en wordt uitgedrukt in ampère-uur. Als u de spanning met de ladingcapaciteit van de accu vermenigvuldigt, krijgt u het vermogen. Bijvoorbeeld 25 volt x 10 ampère-uur is 250 wattuur of 0,25 kWh. Met een elektriciteitsprijs van 0,20 euro/kWh kost een herlaadbeurt 0,25 kWh x 0,20 euro per kWh of 0,05 euro.
3. Weinig verplichtingen
De overgrote meerderheid van de elektrische fietsen hebben een elektrische hulpmotor. Die fietsen bieden alleen trapondersteuning en halen snelheden tot 25 kilometer per uur. De hulpmotor met een vermogen van maximaal 250 watt geeft alleen aandrijfkracht als de fietser actief trapt. Wie met zo’n fiets de straat op wil, moet geen formaliteiten nakomen. Ook een helm, rijbewijs of nummerplaat zijn niet nodig.
Voor een snelle elektrische fiets of speed-pedelec moet u zich wel aan de regels houden. Speedpedelecs vallen in de wegcode niet langer onder de categorie ‘fietsen’ maar onder die van ‘bromfietsen’. De trapondersteuning stopt niet bij 25 kilometer per uur, door zelf mee te trappen kunt u snelheden tot 45 kilometer per uur halen.
Speedpedelecs met een vermogen tot 4.000 watt moeten - analoog met andere motorvoertuigen - ingeschreven worden bij de Dienst Inschrijving Voertuigen (DIV) en ze moeten een kentekenplaat hebben. In principe is die nummerplaat verplicht sinds 1 januari 2018, maar er is een overgangsperiode tot eind 2018. Een nummerplaat voor een nieuwe elektrische fiets kost 30 euro, die voor een tweedehandsfiets 42 euro.
U moet geen belasting op de inverkeerstelling of een verkeersbelasting betalen. U moet wel minstens 16 jaar zijn, een rijbewijs voor een bromfiets of auto op zak hebben en verplicht een (fiets)helm dragen. De fiets moet ook een certificaat van overeenstemming (COC) hebben. Dat document krijgt u bij de aankoop van uw fiets en bevestigt dat uw fiets technisch in orde is met de Europese normen. Het is niet nodig om het document altijd op zak te hebben.
4. Alleen verplichte verzekering voor speedpedelec
Een verzekering is wettelijk verplicht voor fietsen met een startondersteuning. Elektrische fietsen met een garageknop of hendeltje die kunnen bewegen zonder te trappen vallen verzekeringstechnisch onder de categorie motorrijtuigen. Die moeten - net als uw auto - verplicht een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid hebben. Die verzekering vergoedt de lichamelijke en materiële schade die u aan anderen berokkent. De verzekeringspremie is wel een stuk lager dan voor een auto en eerder te vergelijken met die voor een snorfiets. Reken op zo’n 100 à 200 euro per jaar.
Voor een fiets met alleen trapondersteuning - die dus niet autonoom kan rijden - is een aansprakelijkheidsverzekering niet verplicht. De trapondersteuning wordt geactiveerd na enkele trappen op de pedaal en stopt als u niet langer trapt. Toch verzekert u zich het best voor de schade die u aan derden berokkent. Die waarborg zit in een familiale verzekering of een burgerlijke aansprakelijkheid privéleven.
Minister van Consumentenzaken Kris Peeters (CD&V) werkt aan een koninklijk besluit om de verzekeringsplicht af te schaffen, zowel voor speedpedelecs als voor elektrische fietsen met een garageknopje.
5. Lenen tegen bodemtarieven
Als u uw aankoop met een lening op afbetaling wilt financieren, kan dat tegen gunstige tarieven. Dankzij het Autosalon is de concurrentie voor autoleningen stevig. Deze week zette Beobank zich opnieuw als prijsbreker in de markt, met een historisch laagterecord van 0,65 procent. Die lage tarieven gelden ook voor wie een elektrische fiets koopt. Ook bij andere banken kunnen elektrische fietsen gefinancierd worden tegen dezelfde voorwaarden als (ecologische) auto’s.
6. Fietsvergoeding voor woon-werkverkeer
Als u met een elektrische fiets naar het werk rijdt, kan uw werkgever u belonen met een fietsvergoeding van 23 cent per kilometer. Als uw werkgever alleen de effectief getrapte kilometers vergoedt, is de vergoeding belastingvrij. De belastingvrijstelling geldt sinds jaar en dag voor een gewone fiets en elektrische fietsen met snelheden tot 25 kilometer per uur.
Speedpedelecs waren uitgesloten omdat die in de wegcode onder de categorie bromfietsen vallen. Maar vorig jaar werd de fiscale wetgeving met terugwerkende kracht aangepast, zodat alle vergoedingen sinds 1 januari 2017 niet meer belast worden. Er is een koninklijk besluit in de maak waardoor er ook een vrijstelling is voor de sociale zekerheid. Een fietsvergoeding kan u jaarlijks enkele honderden euro’s opleveren. Wie op 10 kilometer van zijn werk woont, kan vlot 920 euro lastenvrij opstrijken.
7. Bedrijfsfiets zonder belastingen
Wie van zijn werkgever een bedrijfswagen krijgt en die ook privé (inclusief het woon-werkverkeer) mag gebruiken, betaalt belastingen op dat voordeel. Niet op het werkelijke voordeel, maar op een forfait: het voordeel van alle aard. Dat geldt niet voor wie een fiets krijgt. Het privévoordeel - inclusief onderhouds- en stallingskosten - ontsnapt aan belastingen, op voorwaarde dat de elektrische fiets effectief voor het woon-werkverkeer gebruikt wordt. ‘Dat standpunt gold al langer voor gewone fietsen en gewone e-bikes. Vanaf het inkomstenjaar 2017 geldt dat ook voor de speedpedelecs’, zegt Veerle Michiels van de hr-dienstverlener SD Worx.
Voor de sociale zekerheid geldt dat vooralsnog niet. ‘Op het voordeel dat verbonden is aan het gebruik van de fiets voor woon-werkverplaatsingen moeten geen socialezekerheidsbijdragen betaald worden, maar op de zuivere privéverplaatsingen wel’, zegt Michiels. ‘Het vertrekpunt is de werkelijke waarde van de fiets of de leasewaarde. Vervolgens moet bepaald worden voor hoeveel procent de fiets beroepsmatig, woon-werkgerelateerd en zuiver privé wordt gebruikt.’ Een voorbeeld: u krijgt een e-bike ter waarde van 2.400 euro voor een periode van drie jaar. Het voordeel per jaar bedraagt 800 euro per jaar of 66,67 euro per maand. Als u uw fiets voor de helft privé gebruikt, is er een voordeel in natura van 33,33 euro per maand. Daarop wordt 13,07 procent werknemersbijdrage of dus 4,36 euro ingehouden.
‘Aan die werkwijze komt weldra een einde. Er is een koninklijk besluit in de maak dat verzekert dat vanaf 1 januari 2017 met terugwerkende kracht het privégebruik van alle bedrijfsfietsen en toebehoren - dus ook speedpedelecs - vrijgesteld wordt, op voorwaarde dat de fiets effectief gebruikt wordt voor de woon-werkverplaatsingen. Maar wat is ‘daadwerkelijk’ gebruik voor het woon-werkverkeer? ‘Er is geen definitie, maar er moeten een zeker patroon en regelmaat zijn. Eén keer per jaar met de fiets naar het werk gaan, volstaat niet. Maar één dag per week in de winter en drie dagen per week in de andere maanden is wel effectief gebruik’, legt Michiels uit.
8. Steeds meer leasing
Steeds meer werknemers krijgen van hun werkgever de mogelijkheid een fiets te leasen. ‘In eerste instantie bepaalt de werkgever of er een fietsaanbod is of niet, al dan niet in combinatie met een bedrijfswagen’, zegt Frank Van Gool, de topman van de leasefederatie Renta. ‘Het doelpubliek van de bedrijfsfiets is groter dan dat van de bedrijfswagengebruikers. Een fiets kan ook geleased worden los van een contract van een auto. Soms wordt een bedrijfsfiets ook opgenomen in een cafetariaplan, waarbij een werknemer zijn loon deels flexibel kan invullen.’
Wat met de fiets aan het einde van de leasetermijn? ‘De restwaarde van een fiets is eerder klein en sterk afhankelijk van het gebruik’, zegt Van Gool. ‘Sommige contracten voorzien in een automatische overname door de leasingnemer. Andere leasingmaatschappijen geven de keuze om de fiets terug te geven of af te kopen voor een beperkte som.’
9. Wel nog beroepskosten
Tal van gemeenten geven hun inwoners een subsidie of premie als ze een elektrische fiets kopen.
Als u in uw jaarlijkse belastingaangifte uw werkelijke beroepskosten wilt inbrengen, kan dat ook als u met een elektrische fiets naar het werk gaat. U mag de werkelijke kosten voor het beroepsmatig gebruik van uw elektrische fiets voor 100 procent inbrengen. Als uw kosten lager zijn of als u ze niet kunt bewijzen, dan kunt u kiezen voor een forfait van 23 cent per kilometer woon-werkverkeer. Voor de geoefende fietser: het aantal kilometer is beperkt tot 100 kilometer per enkele rit. Ook al bewijst u uw werkelijke beroepskosten, toch blijft de vergoeding die uw werkgever betaalt voor uw woon-werkverkeer belastingvrij. De (elektrische) fiets is het enige transportmiddel waarbij u de vrijstelling van het woon-werkverkeer en de werkelijke beroepskosten mag combineren.
10. Premie bij de aankoop
Tal van gemeenten geven hun inwoners een subsidie of premie als ze een elektrische (bak)fiets kopen. Doorgaans moet u daarvoor wel uw auto wegdoen. Gentenaars kunnen een subsidie tot 500 euro krijgen, inwoners van Hasselt een tot 400 euro.