Mijn geld Het antwoord op al uw geldvragen
Advertentie

Is de index volgen wel een goed idee?

De populariteit van beursgenoteerde indexfondsen of trackers neemt zienderogen toe. Maar waarom slagen steeds minder fondsen erin om in het spoor van hun index te blijven? We geven 4 redenen.

(netto) - Trackers of Exchange Traded Funds (ETF’s) combineren de eigenschappen van een aandeel met die van een beleggingsfonds. Enerzijds zijn de fondsen beursgenoteerd en kunt u er dus op elk moment van de dag in handelen. Anderzijds koopt u met één tracker een goed gespreide portefeuille van effecten zoals aandelen, obligaties, grondstoffen en andere. De precieze samenstelling van de portefeuille hangt af van de referentie-index die de tracker wil kopiëren.

Het succes van de indexfondsen was de voorbije jaren overdonderend. In 2009 overschreed het belegde vermogen in de beursgenoteerde indexfondsen wereldwijd de kaap van 1.000 miljard dollar (777 miljard euro). In de VS groeide het aantal trackers de voorbije 10 jaar van 95 naar meer dan 900. Het vermogen steeg er van 71 naar 750 miljard dollar.

Advertentie

Helaas hangen er aan het succes van de trackers ook onaangename neveneffecten. Verschillende studies tonen aan dat de gemiddelde tracking error van trackers de voorbije jaren gevoelig is opgelopen. De tracking error meet de mate waarin fondsen van hun referentie-index afwijken. Volgens beurshuis Morgan Stanley bedroeg de foutenmarge van Amerikaanse Exchange Traded Funds in 2009 gemiddeld 1,25 procent. In 2008 was dat slechts 0,52 procent. Een studie van Robeco toont aan dat Europese trackers het gemiddeld 0,5 tot 1,5 procentpunt slechter doen dan hun referentie-index. Belangrijke vraag is vanwaar die foutenmarge komt. Globaal zijn er 4 factoren die een rol spelen.

1. Kosten

Dat trackers niet 100 procent de index kunnen volgen heeft veel te maken met de kosten. De totalekostenratio van 0,3 procent, die de gemiddelde tracker aanrekent, betekent theoretisch gezien dat het fonds jaarlijks 0,3 procentpunt minder goed zal doen dan de referentie-index. De kosten omvatten vooral beheerskosten en transactiekosten. Verder kunnen ook kosten voor portefeuilleoptimalisering in rekening gebracht worden. Die ontstaan wanneer de tracker beslist om derivaten in de portefeuille op te nemen om de volggraad te garanderen. Dat gebeurt wanneer een index té veel indexleden telt of wanneer enkele indexleden te illiquide zijn. In dat geval zal de tracker in plaats van alle onderliggende aandelen slechts een mandje van de onderliggende aandelen kopen. De prestatie van dat mandje ruilt hij dan met een tegenpartij tegen de prestatie van de index. Dat gebeurt via een swap.

2. Samenstelling index

Niet alle trackers hanteren een optimalisatiestrategie. Sommige indexvolgers aanvaarden dat een perfecte volggraad niet mogelijk is of vinden de optimalisatiestrategie te duur. En dus beleggen ze onderliggend in een korf aandelen die zo sterk mogelijk aanleunt bij de indexsamenstelling. Uit onderzoek van Morgan Stanley blijkt dat vooral trackers die zich enten op sector-, grondstoffen- of obligatie-indexen daardoor sterk kunnen afwijken van de index. Zo heeft Vanguard Telecom Services ETF een van de grootste tracking errors. De reden daarvoor is dat de referentie-index, de MSCI US Investable Market Telecommunications Services Index, voor 49 procent bestaat uit AT&T. De Amerikaanse toezichthouder SEC bepaalt echter dat individuele aandelen voor maximaal 20 procent in de portefeuille mogen wegen. In 2009 was dat goed nieuws voor de tracker: AT&T presteerde slecht waardoor de tracker 17 procent beter kon doen dan de index.

3. Liquiditeit

Een derde factor waarmee beleggers beter rekening houden, is de spread. De spread is het verschil tussen de biedkoers, de koers waartegen beleggers willen kopen, en de laatkoers, de koers waartegen beleggers willen verkopen. De 487 trackers op Euronext noteren sinds begin dit jaar tegen een gemiddelde spread van 55 basispunten. Dat betekent dat wie snel koopt en verkoopt 0,55 procent aan rendement kan verliezen door het gebrek aan liquiditeit. Voor 74 trackers op Euronext, of 15 procent van het aanbod, loopt het verschil tussen bied- en laatkoers op tot meer dan 1 procent.

Advertentie

4. Dividenden

Heel wat trackers keren elk jaar of zelfs meerdere keren per jaar een dividend uit. Op dat dividend betaalt u roerende voorheffing. Omdat bijna alle trackers van buitenlandse origine zijn, is er in vele gevallen zelfs sprake van een dubbele heffing. Enkel de trackers die werken met swaps ontsnappen aan die dubbele heffing omdat hun uitkering beschouwd wordt als een rente in plaats van een dividend. Toch kan het dus voorvallen dat van het dividend van uw tracker netto slechts iets meer dan de helft overschiet. Dat betekent dat het onmogelijk is om de index, inclusief dividenden, nauwgezet te volgen.

Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud