Mijn geld Het antwoord op al uw geldvragen
Advertentie

Dankzij uw kinderen betaalt u minder belastingen

Ouders met kinderen die nog niet financieel op eigen benen staan, krijgen een fiscale ondersteuning. Die is er zowel voor kinderen die altijd bij u wonen als voor kinderen die in co-ouderschap opgroeien.
©Filip Ysenbaert

Dankzij uw gezinssituatie moet u misschien minder belastingen betalen. Een eerste schijf aan inkomsten ontsnapt immers aan belastingen, ongeacht uw specifieke situatie. In het vakjargon heet dat de belastingvrije som.

Die bedraagt voor iedereen minstens 10.160 euro, wat een belastingbesparing van 2.540 euro (exclusief gemeentebelastingen) oplevert. Voor belastingplichtigen met een beperking wordt de belastingvrije som met 1.850 euro verhoogd, wat een extra belastingvoordeel van 529 euro oplevert.

Advertentie

Maar dankzij kinderen of andere personen ten laste kan een groter deel van uw inkomen aan belastingen ontsnappen

Hoeveel extra belastingvoordeel leveren kinderen op?

De verhoging van de belastingvrije som stijgt met het aantal kinderen. Het voordeel is er niet alleen voor uw biologische kinderen, maar kan er ook zijn voor pleegkinderen, ten volle geadopteerde kinderen en kinderen van uw partner. Een kind dat een beperking heeft van meer dan 66 procent, telt voor twee.

Hoe meer kinderen u ten laste hebt, hoe groter de verhoging van het basisbedrag en dus de belastingbesparing (exclusief gemeentebelastingen).

Advertentie

Betaalt u weinig of geen belastingen, omdat u bijvoorbeeld maar beperkte inkomsten hebt? Als u minder belastingen moet betalen dan het belastingvoordeel voor kinderen ten laste waarop u recht hebt, krijgt u het niet genoten voordeel betaald. In het vakjargon spreekt men van een belastingkrediet. Dat kan tot 530 euro per kind ten laste bedragen.

Kinderen ten laste geeft u aan in vak II, onder de titel ‘B. Gezinslasten’. Gehuwden, wettelijke en feitelijke samenwoners geven bij de code 1030 het aantal kinderen aan dat ze fiscaal ten laste hebben.

Hebt u een kind jonger dan drie jaar en brengt u voor dat kind geen kosten voor kinderopvang in? U hebt recht op een verhoging van de belastingvrije som van 690 euro. Daartoe vult u de code 1038 in. Let op, u kunt de verhoging van de belastingvrije som en de belastingvermindering voor kinderopvang niet combineren. U moet uitrekenen wat voor u de voordeligste optie is. Onder de codes staan specifieke codes voor kinderen met een zware beperking.

Wat als de kinderen in co-ouderschap opgroeien?

Nadat ouders uit elkaar zijn gegaan, wonen veel kinderen week om week bij elke ouder. Het maakt niet uit of het hier gaat om een echtscheiding van gehuwde ouders dan wel een relatiebreuk bij feitelijk of wettelijk samenwonende ouders.

Maar het is niet omdat de feitelijke regeling zo is, dat er ook automatisch fiscaal co-ouderschap is. De verdeling van het belastingvoordeel moet uitdrukkelijk vermeld zijn in een geregistreerde of door een rechter gehomologeerde overeenkomst (bijvoorbeeld na een echtscheiding met onderlinge toestemming) of voorzien zijn in een vonnis van de rechtbank.

Het is niet nodig dat ‘gelijkmatig verdeelde huisvesting’ letterlijk in de overeenkomst of het vonnis staat, maar het wederkerend tijdstip is wel essentieel. Voorbeelden van mogelijke alternatieve omschrijvingen zijn ‘week-om-weekregeling’ (met wissel op dag en uur), ‘alternerend/afwisselend verblijf’ (met wissel op dag en uur) en ‘gelijkmatig (verdeeld) verblijf’. Doorgaans aanvaardt de fiscus een omschrijving zonder een wederkerend tijdstip niet als fiscaal co-ouderschap (tenzij bij vonnissen van vóór 2008). De termen zoals ‘alternerend/afwisselend verblijf’ (zonder vermelding van tijdstippen), ‘(verblijfs)co-ouderschap’, ‘gedeeld hoederecht’ of ‘bilocatie’ zullen dus niet volstaan.

Fiscaal co-ouderschap kan nooit worden gecombineerd met het belastingvoordeel voor onderhoudsgeld of alimentatie.

Bij fiscaal co-ouderschap blijft een kind fiscaal ten laste van één ouder, maar krijgt elke ouder de helft van de toeslag van de belastingvrije som. Het maakt niet uit of de ex-partners een nieuw huwelijk aangaan of een ander feitelijk gezin vormen.

Hoe groot de toeslag is, wordt bepaald zonder rekening te houden met eventuele andere kinderen in het nieuwe gezin van de ex-partner en wordt vervolgens gehalveerd. Bij twee kinderen onder co-ouderschap bijvoorbeeld krijgt elke ouder de helft van 4.760 euro, of dus 2.380 euro toegewezen als verhoging van de belastingvrije som. Die helft wordt opgeteld bij een eventuele vrijstelling voor andere kinderen ten laste in het nieuwe gezin. Ook de toeslag voor kinderen jonger dan drie jaar voor wie geen uitgaven voor opvang aangeeft, krijgt een co-ouder maar voor de helft, of dus 345 euro.

Het belastingkrediet voor ouders die geen of weinig belastingen betalen en daardoor het belastingvoordeel dreigen mis te lopen, moet gelijk worden verdeeld over beide co-ouders. Elke co-ouder krijgt maximaal 265 euro per kind ten laste.

Fiscaal co-ouderschap is geen verplichting, ook niet als aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Ouders kunnen onderling (schriftelijk of stilzwijgend) overeenkomen om af te wijken van de beslissing van de rechter of van de overeenkomst die zij eerder zelf hebben afgesloten. Het fiscaal co-ouderschap hoeft ook niet langer toegepast te worden als het co- ouderschap alleen op papier bestaat en als in de praktijk het kind bij één ouder woont.

Let op, het fiscaal co-ouderschap kan niet worden gecombineerd met het belastingvoordeel voor onderhoudsgeld of alimentatie. Als één ouder onderhoudsgeld fiscaal inbrengt, heeft de andere ouder recht op het volledige belastingvoordeel voor een kind ten laste.

Zoek in de codes onder de titel B. niet naar ‘fiscaal co-ouderschap’, maar naar ‘gelijkmatig verdeelde huisvesting’. Als u zelf de kinderen ten laste hebt en als de helft van het belastingvoordeel moet worden toegekend aan de andere ouder, vul dan de code 1034 en volgende in. Als de kinderen fiscaal niet ten laste zijn van u en de helft van het belastingvoordeel aan u moet worden toegekend, vul dan de code 1036 en volgende in.

Is er een ondersteuning voor alleenstaande ouders met kinderen?

Alleenstaande ouders met kinderen ten laste hebben recht op een bijkomende verhoging van de belastingvrije som met 1.850 euro, goed voor een extra belastingvoordeel van 555 euro. Alleenstaande ouders met kinderen in co-ouderschap krijgen de volledige verhoging.

‘Alleenstaand’ betekent dat de ouder op 1 januari 2024 minstens één kind ten laste heeft – al dan niet in co-ouderschap – en niet gehuwd is, noch wettelijk noch feitelijk samenwoont met een partner, vriend of vriendin. Het is toegestaan om samen te wonen met (achter)klein- of (pleeg)kinderen, (over)groot- of (pleeg)ouders, broers of zussen.

Voor alleenstaande ouders die werken, maar een beperkt netto-beroepsinkomen hebben tot 22.720 euro, is er extra ondersteuning. Werkloosheidsuitkeringen tellen niet mee als ‘beroepsinkomen’, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen wel. De hoogste steun is er voor alleenstaanden met een beroepsinkomen tussen 3.820 en 17.940 euro: een bijkomende toeslag van 1.200 euro, goed voor een extra belastingvoordeel van 334 euro. Bij een inkomen tussen 17.940 en 22.720 euro wordt de toeslag geleidelijk afgebouwd.

Het extra belastingvoordeel is een belastingkrediet. Als u weinig of geen belastingen betaalt, bijvoorbeeld vanwege beperkte inkomsten, en als u minder belastingen moet betalen dan het belastingvoordeel voor kinderen ten laste waarop u recht hebt, dan krijgt u het niet-genoten voordeel betaald.

Om de toeslag voor alleenstaande ouders met een beperkt inkomen te krijgen, moet u onder de titel ‘A. Persoonlijke gegevens’ bij de code 1101 uw gezinssituatie bevestigen. De fiscus zal zelf berekenen of u aan de inkomensvoorwaarde voldoet.

Zijn kinderen altijd fiscaal ten laste?

Neen. Om fiscaal ten laste te zijn, moeten tegelijk vier voorwaarden worden vervuld. Is dat niet het geval, dan gaat het volledige belastingvoordeel verloren.

  1. Deel uitmaken van uw gezin

Uw kind moet op 1 januari 2024 deel uitmaken van uw gezin. Een baby geboren eind 2023 is voor het volledige jaar fiscaal ten laste, maar een kind dat op 2 januari 2024 wordt geboren, niet. Een kind dat op kot zit of in het buitenland studeert, blijft fiscaal ten laste zolang het op uw adres is geregistreerd. Kinderen in co-ouderschap zijn gedomicilieerd bij een van beide ouders.

2. Beperkt inkomen

Uw kind mag in 2023 maar een beperkt bedrag aan nettobestaansmiddelen hebben ontvangen. Zodra het ook maar één euro meer heeft verdiend, is het voor het volledige jaar niet meer ten laste.

Het plafond hangt in principe af van de samenlevingsvorm van de ouders, waarbij kinderen van gehuwde en wettelijk samenwonende ouders minder bestaansmiddelen mogen hebben dan die van feitelijke samenwoners en alleenstaanden. Maar voor het inkomstenjaar 2023 en 2024 – de belastingaangifte die u dit en volgend jaar indient – is er een tijdelijke afwijking en geldt voor alle kinderen eenzelfde plafond: maximaal 7.010 euro nettobestaansmiddelen. Dat gebeurde omdat het aantal uren dat kan worden gewerkt in het voordelige statuut van een studentenjob tijdelijk werd opgetrokken van 475 tot 600 uur.

3. Niet verdienen in uw eenmanszaak

Als u uw kind laat bijverdienen in uw eenmanszaak en dat loon inbrengt als beroepskosten, dan is uw kind niet langer fiscaal ten laste. Het maakt niet uit hoeveel het kind verdient. Deze regel geldt niet als uw kind werkt in uw vennootschap.

4. Geen bedrijfsleidersbezoldiging

Deze voorwaarde is van belang voor student-zelfstandigen. Als het kind een bedrijfsleidersbezoldiging ontvangt van een vennootschap van de ouders en die wordt door de vennootschap als beroepskosten afgetrokken, dan is het niet langer ten laste van de ouders.

Hoe worden de bestaansmiddelen van een kind berekend?

De wettelijke kinderbijslag, het kraamgeld, de adoptiepremies en studietoelagen worden niet meegerekend als bestaansmiddel. De volgende inkomsten wel:

  1. (Studenten)job of als student-zelfstandige

De inkomsten van een betaalde baan worden beschouwd als bestaansmiddelen, maar niet het volledige bedrag.

Een eerste afwijking is er voor wat er verdiend wordt met een gereglementeerde studentenjob, een alternerende opleiding of het statuut van student-zelfstandige. De eerste schijf van 3.190 euro wordt niet meegerekend. Ook worden de uren die de jongere in het eerste kwartaal van 2023 werkte in de zorgsector niet meegeteld bij de bestaansmiddelen.

Van de inkomsten uit een baan mogen kosten worden afgetrokken: ofwel de werkelijk gemaakte kosten, ofwel een kostenforfait van 20 procent met een absoluut minimum van 530 euro (zelfs als er geen kosten kunnen worden aangetoond).

Jongeren die in 2023 een studentenjob hebben gehad, moeten verplicht een eigen belastingaangifte indienen, ongeacht hun leeftijd.

In de veronderstelling dat een jongere alleen inkomsten haalt uit een studentenjob mag hij tot 11.952,50 euro belastbare inkomsten hebben verdiend om ten laste te blijven. Let wel, dat de bestaansmiddelen van een jongere beperkt blijven, betekent niet automatisch dat die zelf geen belastingen moet betalen (zie verder).

2. Onderhoudsgeld en wezenrente

Zijn de ouders uit elkaar en betaalt een ouder een onderhoudsbijdrage – de bijdrage van een ouder in de opvoedingskosten – voor een kind? Ook al wordt dat geld aan de andere ouder of op een kindrekening betaald, toch beschouwt de fiscus dat als een inkomen van het kind en niet van de andere ouder. Kinderen die een of beide ouders verloren, kunnen een wezenrente krijgen.

Niet het hele bedrag aan onderhoudsgeld en wezenrente wordt meegerekend als bestaansmiddel van het kind. De fiscus houdt geen rekening met de eerste schijf van 3.820 euro aan onderhoudsgeld en wezenrente samen en eventuele achterstallige onderhoudsuitkeringen. Van het overige deel mag 20 procent forfaitaire kosten worden afgetrokken: slechts 80 procent wordt als bestaansmiddel beschouwd.

In de veronderstelling dat een kind geen andere inkomsten heeft dan onderhoudsgeld, mag er tot 12.582,5 euro worden betaald om fiscaal ten laste te blijven.

Welke ouder krijgt het belastingvoordeel voor de gemeenschappelijke kinderen?

Een kind mag dan twee ouders hebben, slechts een van hen krijgt het belastingvoordeel. Bij gehuwde en wettelijk samenwonende ouders past de fiscus automatisch de meest voordelige berekening toe. Een uitzondering hierop is er voor ouders die in 2023 zijn gehuwd of een verklaring van wettelijke samenleving hebben afgelegd. Ze moeten nog een laatste keer een aparte belastingaangifte invullen en kunnen vrij kiezen welke ouder de kinderen in zijn belastingaangifte opneemt.

Feitelijke samenwoners, die niet gehuwd zijn en geen verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd, hebben altijd de mogelijkheid om te kiezen voor hun biologische kinderen. Als er meerdere biologische kinderen zijn, moeten ze bij dezelfde ouder – het gezinshoofd in het vakjargon – worden aangegeven. Voor andere kinderen moet de feitelijke samenwoner minstens de helft van de onderhoudskosten betalen.

De meest voordelige keuze is voor de ouder met het hoogste belastbaar inkomen.

Moeten jongeren de inkomsten uit een studentenjob aangeven?

Jongeren die in 2023 een studentenjob hebben gehad, moeten verplicht een eigen belastingaangifte indienen, ongeacht hun leeftijd. Het indienen van een belastingaangifte betekent echter niet automatisch dat er belastingen moeten worden betaald op de verdiende centen.

Net als iedereen hebben studenten recht op een belastingvrije som van 10.160 euro. Met een inkomen uit een studentenjob (en voor zover er geen andere inkomsten zijn) van 14.514,29 euro blijft een student onder dat plafond en hoeft hij of zij geen belastingen te betalen. Dit komt doordat er van de bruto-inkomsten forfaitaire beroepskosten mogen worden afgetrokken.

Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud