Het is een klassieker op de belastingaangifte: de lening voor een eigen huis of appartement waar u woont. De gewesten kunnen al vijf jaar het belastingvoordeel voor de gezinswoning zelf bepalen. En die bevoegdheid hebben ze intussen ook aangegrepen. Het resultaat: lang niet alle Belgen kunnen hetzelfde belastingvoordeel claimen. Welk gewestelijk belastingvoordeel u krijgt, hangt af van uw woonplaats op 1 januari 2020.
- Verlicht uw belastingfactuur: handleiding en tools voor het invullen van uw aangifte 2020
- Welke beleggingsinkomsten aangeven en welke niet?
- Hoeveel moet u afgeven aan de fiscus?
Het Brussels Gewest heeft sinds 2017 het voordeel via de jaarlijkse belastingaangifte afgeschaft en vervangen door een korting op de registratiebelasting die bij de aankoop moeten worden betaald.
Dat fiscaal voordeel is er wel nog voor wie in het Vlaams Gewest woont, althans als die lening uiterlijk in 2019 is afgesloten. Naar Brussels voorbeeld heeft ook Vlaanderen beslist om het belastingvoordeel voor de gezinswoning vanaf 2020 af te schaffen, in ruil voor een korting op de registratiebelasting.
Inwoners van het Waals Gewest kunnen sinds 2016 in aanmerking komen voor de wooncheque. De regels en de voorwaarden voor wie leende in 2019 op een rij.
Vlaams Gewest
De Vlaamse geïntegreerde woonbonus is er zowel voor wie voor het eerst eigenaar wordt als voor wie al eerder vastgoed kocht.
Wat levert de geïntegreerde woonbonus op?
De betaalde intresten, kapitaalaflossingen en premies voor een schuldsaldoverzekering kunnen fiscaal worden ingebracht, zij het begrensd. Er is een basisbedrag van 1.520 euro. Voor wie geen eigenaar is van ander vastgoed, komt daar een verhoging met 760 euro tijdens de eerste tien jaar van de lening en met 80 euro voor wie minstens drie kinderen ten laste heeft op 1 januari 2020 bovenop. Let wel, die beide verhogingen blijven de volgende jaren alleen behouden als het de enige woning blijft.
Voor die bedragen krijgt u een belastingvermindering van 40 procent, wat het maximale belastingvoordeel op 944 euro (exclusief gemeentebelasting) brengt voor wie voor het eerst koopt en de beide toeslagen krijgt. Voor wie al ander vastgoed bezit, komt het maximumvoordeel op 608 euro uit (exclusief gemeentebelasting). Dat belastingvoordeel geldt per belastingplichtige, waardoor bij koppels die samen lenen voor eenzelfde woning elke partner dat belastingvoordeel kan krijgen.
U kunt de premies van een schuldsaldoverzekering of uw individuele levensverzekering fiscaal inbrengen, maar dat is niet altijd verstandig. Zodra u ook maar één keer een contractnummer opneemt in uw belastingaangifte, zal de fiscus de belastbaarheid van een eventuele uitkering argumenteren. Maakte u nooit melding van de verzekering in uw aangifte, dan ontsnapt de eventuele uitkering zonder enige discussie aan belastingen.
Het is daarom alleen zinvol om een schuldsaldoverzekering of individuele levensverzekering aan te geven als u onvoldoende intresten en kapitaalaflossingen hebt om het maximale belastingvoordeel te genieten. Zodra u ook maar één cent belastingvoordeel heeft genoten, zal een eventuele latere uitkering aan uw nabestaanden helemaal belast worden.
Hoe wordt de eigendomsvoorwaarde beoordeeld?
Alleen wie geen eigenaar is van ander vastgoed krijgt de verhogingen tijdens de eerste tien jaar. Bij het beoordelen van die voorwaarde wordt geen rekening gehouden met woningen die u hebt geërfd in mede-eigendom, vruchtgebruik of als blote eigenaar.
Een tweede uitzondering is er voor een woning die op 31 december 2019 te koop stond en uiterlijk eind 2020 verkocht zal zijn.
Wat zijn de overige voorwaarden voor de geïntegreerde woonbonus?
De geïntegreerde woonbonus is er alleen voor wie aan de voorwaarden voldoet. Als u niet aan een of meerdere voorwaarden voldoet, krijgt u geen belastingvoordeel. De voorwaarden voor wie in 2019 leende op een rij.
- Vlaming: U woont op 1 januari 2020 in het Vlaams Gewest.
- Akte ondertekend vóór 2020: De leningsakte moet uiterlijk op 31 december 2019 bij de notaris verleden zijn. Wanneer de facturen betaald worden, heeft geen belang. En het maakt ook niets uit of het krediet (volledig) wordt opgenomen.
- Looptijd: De lening loopt minstens tien jaar.
- Woonplicht: Het moet gaan om het huis of appartement waar u woont op het ogenblik van de betaling. Dat u de woning niet betrekt op uiterlijk 31 december van het jaar van de leningsakte doet geen afbreuk aan de Vlaamse geïntegreerde woonbonus, maar u zult het belastingvoordeel van de geïntegreerde woonbonus pas kunnen genieten zodra u de woning heeft betrokken. Een uitzondering op die regel is als u er niet kan wonen wegens sociale redenen, beroepsredenen, de stand van de bouw- of verbouwingswerkzaamheden, of wettelijke of contractuele belemmeringen. In die specifieke gevallen krijgt u wel het belastingvoordeel als u er niet woont. Die redenen zijn niet beperkt in de tijd. In de praktijk kunt u dankzij die uitzonderingen het belastingvoordeel wel krijgen als u niet in uw woning kunt wonen, omdat de bouw nog niet klaar is of als in de koopakte werd vastgelegd dat de verkopers pas in 2020 verhuizen. Dat u op het adres woont, kunt u aantonen door op het adres gedomicilieerd te zijn, maar dat is geen vereiste. Het volstaat aan te tonen dat u er woont - bijvoorbeeld met facturen van een energieleverancier of een internetaanbieder.
- Lenen voor een woning: De lening dient om uw woning te verwerven of te behouden. Het kan dus gaan om een aankoop, verbouwing, bouw, betaling van erf- of schenkbelasting. Ook een lening aangegaan voor zowel de aankoop van de grond als een nieuwbouw daarop komt in aanmerking. Als u alleen een grond koopt (zonder bij te lenen voor de bouw van de woning), krijgt u geen woonbonus. U moet ofwel de volle eigendom bezitten ofwel het vruchtgebruik (het recht om de woning te bewonen of de huurinkomsten te innen). De blote eigenaar kan niet gebruikmaken van de woonbonus.
- Hypotheek verplicht: De lening is gewaarborgd door een hypothecaire inschrijving. Een hypothecair mandaat - waarbij de bank het recht heeft een hypotheek te nemen - volstaat niet.
- Bank: U leende bij een instelling uit de Europese Economische Ruimte (EER).
Wat als u een deel van uw gezinswoning voor uw beroep gebruikt?
Voor het deel van uw gezinswoning dat u gebruikt voor uw beroep of dat u verhuurt, krijgt u geen gewestelijk belastingvoordeel, aangezien dat deel van uw woning niet beschouwd wordt als uw eigen woning. U krijgt een belastingvoordeel voor de kapitaalaflossingen volgens de federale regels. En de intresten die u hebt betaald voor het deel dat u gebruikt voor uw beroep, zijn aftrekbaar als beroepskosten. Welk deel van uw huis u privé gebruikt en welk deel niet, moet u zelf inschatten. U moet beide delen een percentage van de totale oppervlakte toewijzen. Weet dat de fiscus mag langskomen om dat te controleren.
Bent u gehuwd of woont u wettelijk samen en vult u samen met uw partner een belastingaangifte in? Als u beiden voldoet aan de voorwaarden voor de geïntegreerde woonbonus, mag u de intresten en kapitaalaflossingen vrij onder elkaar verdelen. Het maakt niets uit wie de bedragen heeft betaald. Voorwaarde is wel dat elke partner mee heeft geleend en bovendien mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder is van de woning.
De optimalisatie moet u zelf doen. Geef bij de partner die de meeste belasting moet betalen (en doorgaans het grootste inkomen heeft) een bedrag aan tot zijn maximum, en de rest bij de andere partner. Voldoet maar één partner aan de voorwaarden, dan moeten de betalingen verdeeld worden volgens het eigendomspercentage. Dat is ook de werkwijze voor feitelijke samenwoners.
Wat als u in 2019 een bijkomende lening bent aangegaan, boven op een bestaande lening?
Had u al een lening - die dateert van vóór de start van de Vlaamse geïntegreerde woonbonus in 2016 - lopen voor dezelfde woning? U kunt het belastingvoordeel voor de nieuwe lening (de geïntegreerde woonbonus) niet cumuleren met het belastingvoordeel voor de oude lening. U moet kiezen tussen de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ regeling. Gehuwden en wettelijk samenwonenden die een gemeenschappelijke aangifte invullen en beiden de keuzemogelijkheid hebben, moeten dezelfde keuze maken.
→ U kiest voor de ‘oude’ regeling
De betalingen voor de oude lening blijven ook nu nog recht geven op het oude bestaande voordeel, de nieuwe lening levert geen belastingvoordeel op. U kunt later nog altijd beslissen om over te stappen op de geïntegreerde woonbonus.
→ U kiest voor de ‘nieuwe’ regeling
Alleen de uitgaven voor de nieuwe lening komen in aanmerking voor de geïntegreerde woonbonus. De betalingen voor de oude lening leveren geen fiscaal voordeel meer op. De keuze voor de ‘nieuwe’ woonbonus is onherroepelijk: u kunt nooit meer kiezen voor het oude systeem.
Wat als u in de loop van 2019 aan de modaliteiten van een bestaande lening hebt gesleuteld?
Wie al eerder leende, behoudt het belastingvoordeel voor die lening. Dat blijft ook zo als u in de loop van 2019 aan de modaliteiten hebt gesleuteld.
Verlenging van de looptijd
Als u in de loop van 2019 de looptijd van uw lening hebt verlengd, kunt u over de volledige nieuwe looptijd het belastingvoordeel van de lening krijgen. Voorwaarde is dat de looptijdverlenging op uiterlijk 31 december 2019 werd afgerond.
Wederopname
Hebt u al een paar jaar geleden geleend en al een stuk van uw lening afbetaald? Het is mogelijk een deel van het afgeloste kapitaal opnieuw te ontlenen. Voor de fiscus is zo’n wederopname altijd een nieuw krediet. Om het belastingvoordeel te krijgen, moet uw wederopname vóór 1 januari 2020 afgerond zijn.
Moet bij de notaris een nieuwe leningsakte ondertekend worden, dan telt de datum van die akte. Maar in de praktijk volstaat doorgaans de hypothecaire inschrijving, gekoppeld aan het initiële krediet. U moet dus niet langer bij de notaris passeren. De datum van de aanvaarding van het kredietaanbod geldt dan als datum van de lening.
De wederopname komt in aanmerking voor de Vlaamse geïntegreerde woonbonus. Hou er wel rekening mee dat u het belastingvoordeel van deze woonbonus niet kan cumuleren met een ouder Vlaams belastingvoordeel. U moet kiezen tussen beide belastingvoordelen. Als uw eerste lening ook in aanmerking komt voor de Vlaamse geïntegreerde woonbonus, is het mogelijk dat het maximale voordeel al met die lening benut is.
Herfinanciering
Hebt u de lage rente aangegrepen om uw lening te herfinancieren? De fiscus beschouwt een herfinancieringslening niet als een nieuwe lening, maar als een voortzetting van de bestaande. De datum van de oorspronkelijke lening blijft van tel. Het maakt niets uit of u bij dezelfde bank of bij een andere herfinanciert.
Let wel, als u een bijkomend deel leent boven op het openstaande saldo, wordt dat bijkomend geleende bedrag wel gezien als een nieuwe lening.
Pandwissel
Wie al eerder leende en beslist zijn gefinancierde eigen woning in te ruilen voor een andere woning, kan werken met een zogenaamde ‘pandwissel’, ook wel ‘hypotheekoverdracht’ of ‘hypotheekruil’ genoemd. Daarbij wordt de eerste woning verkocht, maar blijft de lening aangegaan voor de verwerving van de eerste woning bestaan. De oorspronkelijke lening met bijbehorende hypothecaire inschrijving op het verkochte pand wordt overgebracht naar de nieuwe eigen woning.
Vermits de oorspronkelijke woning waarvoor de lening werd aangegaan niet langer uw eigendom is, kan u in principe voor die lening niet langer een gewestelijk belastingvoordeel vragen. Ook de federale voortzetting van de woonbonus is sinds 2016 niet langer mogelijk.
Om toch een voortzetting van de oorspronkelijke gewestelijke voordelen mogelijk te maken bij een dergelijke hypotheekoverdracht, werd er door Vlaanderen een fictie ingebouwd die onder strikte voorwaarden kan worden ingeroepen. Als aan alle voorwaarden voldaan is, kunnen de voordelen van de woonbonus zoals die bestonden voor de lening (woonbonus of geïntegreerde woonbonus, afhankelijk van de oorspronkelijke datum van de lening) gekoppeld aan uw (verkochte) woning worden voortgezet onder dezelfde voorwaarden. U heeft daarbij de keuze om ofwel het gewestelijk belastingvoordeel voort te zetten of over te gaan tot het federale belastingvoordeel van het langetermijnsparen.
Bij een gemeenschappelijke aanslag moeten beide partners wel dezelfde keuze maken.
Leningsuitgaven geeft u aan in vak IX. De intresten en kapitaalaflossingen geeft u aan in het blok ‘Gewestelijk’ onder de titel ‘1. Interesten en kapitaalaflossingen van vanaf 2016 gesloten hypothecaire leningen…’ bij de code 3334/4334 en de premies van de schuldsaldoverzekering bij de code 3335/4335.
De volgende codes zijn er om na te gaan of u recht hebt op de toeslagen van 760 en 80 euro. Bij de codes 3336-3337/4336-4337 moet u aangeven of het uw enige woning is en bij de codes 3330/4330 vermeldt u het aantal kinderen op 1 januari na het afsluiten van uw lening (1 januari 2020 voor wie leende in 2019).
Waals Gewest
Inwoners van het Waals Gewest kunnen de ‘chèque habitat’ of wooncheque claimen voor de betaalde intresten, kapitaalaflossingen en premies voor de schuldsaldoverzekering. Het belastingvoordeel hangt af van het netto belastbaar inkomen (NBI) en het aantal kinderen ten laste, wat betekent dat het van jaar tot jaar kan verschillen.
Hoeveel levert de wooncheque op?
Het maximumvoordeel van 1.520 euro is er voor wie minder dan 22.273 euro verdient. Naarmate het inkomen stijgt, daalt het belastingvoordeel. Het wordt berekend volgens de formule: 1.520 euro - (NBI- 22.273) x 1,275 %. Wie meer dan 85.911 euro verdient, krijgt geen enkel belastingvoordeel. Het belastingvoordeel kan nooit meer bedragen dan de effectief betaalde aflossingen en interesten.
Voor elk kind op 1 januari 2020 is er een toeslag van 125 euro. Die toeslag is er voor beide ouders samen en moet dus verdeeld worden. Bij een fiscaal co-ouderschap krijgt elke ouder de helft. Vullen ouders een gezamenlijke aangifte in en heeft er maar één recht op de wooncheque, dan krijgt die ouder de volledige toeslag van 125 euro. Dat geldt ook als maar een van de partners een belastbaar inkomen heeft dat kleiner is dan of gelijk is aan 85.911 euro.
De wooncheque kan nooit langer toegekend worden dan de looptijd van de lening en is sowieso beperkt tot 20 jaar, zelfs al gaat u na de twintigjarige termijn nog een lening aan. Na tien jaar halveert de waarde van de wooncheque automatisch. Ook als u in de loop van de lening ander vastgoed koopt, halveert de wooncheque. De halvering komt er vanaf het jaar waarin u volle eigenaar, blote eigenaar, bezitter, vruchtgebruiker of erfpachter wordt van een tweede woning. Als de wooncheque al gehalveerd is in de loop van de eerste tien jaar, dan is er geen automatische halvering meer vanaf het elfde jaar.
Gehuwden en wettelijk samenwonenden die een gezamenlijke belastingaangifte invullen en samen leenden, moeten de betaalde intresten en kapitaalaflossingen verdelen volgens hun eigendomspercentage in het gefinancierde pand.
Het belastingvoordeel is er ook voor wie weinig of geen belastingen betaalt. Dat komt, omdat de wooncheque een zogenaamd belastingkrediet is. Als er minder belastingen moeten worden betaald dan het voordeel van de wooncheque, wordt het saldo terugbetaald. Wie beroepsinkomsten geniet die bij verdrag zijn vrijgesteld zonder progressievoorbehoud - zoals Europese ambtenaren - kan niet gebruikmaken van deze regeling.
Leningsuitgaven geeft u aan in vak IX. De intresten en kapitaalaflossingen geeft u aan in het blok ‘Gewestelijk’ onder de titel ‘1. Interesten en kapitaalaflossingen van vanaf 2016 gesloten hypothecaire leningen…’ bij de code 3334/4334 en de premies van de schuldsaldoverzekering bij de code 3335/4335.
De volgende codes zijn er om na te gaan of u recht hebt op de toeslagen van 760 en 80 euro. Bij de codes 3336-3337/4336-4337 moet u aangeven of het uw enige woning is en bij de codes 3330/4330 vermeldt u het aantal kinderen op 1 januari na het afsluiten van uw lening (1 januari 2020 voor wie leende in 2019).